Dictee – dictees [2295]
Oefendictee 594 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (263)
1. De gynaecoloog zei, dat het curettebakje [met schraapmes] bijna leeg was. Curveschaar is een wiskundig begrip. Eén custos, twee custodes, een custodeclub (GB n/s, VD n). De Cycladische periode slaat op het hoogtij van de Cycladen [valt ongeveer samen met de minoïsche cultuur op Kreta]. Met een cyclostyle kun je stencilen. Deze Cyprioot heeft een Cyprische vrouw en een cyperse kat (geen Siamese!). Hij doet aan sibbenkunde. Hij staat bekend als cystedokter. De cytologie is niet de kennis van Cito-toetsen [Centraal Instituut voor de Toetsontwikkeling], maar celbiologie. Het cartilago [kraakbeen] bestaat uit chondrocyten [kraakbeencel]. Een capermovie is een heistfilm [kraakfilm: hoofdpersoon wil iets kostbaars bemachtigen]. Een kraamvrouw kan flegmasie [opgezwollen kraambeen] vertonen. Een knautia is een scabiosa (scabieuse, honingbloem, schurftkruid). De KNAW is de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Ze vond het kneite-eng [heel erg], die kneippkuur. Kneeing is een overtreding bij ijshockey. Een bottleneck is een knelpunt. Het lukt niet om Knekelpiet [de dood] op een dwaalspoor te brengen. De Knesset [parlement Israël] was tegen. Knielegging: caprilegging [nauwsluitende damesbroek].
2. Het knetterzout komt uit de mijn van Wieliczka. Een knirps is een inklap- en opvouwbare paraplu. Ze maakte een reverence, een knicksje. Droegen de Knickerbockers echt knickerbockers [wijde kniebroek, bij knie samengebonden]? Een lorgnet is een pince-nez. Jullie zijn lekkere vago's [dubieus figuur]. Hij houdt van de korte knik [gebruiken van een borrel]. Met knikkebenen en -bollen ben je al ver heen. In een knikpan [dakpan] kun je niet koken. Een kniller was soldaat bij het KNIL, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Alle Rotterdammers kunnen rotterdammers [o.a. knipbrood] kopen en eten. De knippa is een tropisch Amerikaanse loofboomsoort. Hansje Knipperdolletje die zat laatst aan de dijk [kinderlied]. Een knob is een brilduiker. Hij is een knoeper(d) van een vent. Ze was knoertverliefd. Knokkelkoorts is dengue. Een verbastering van 'rohypnol' is 'rooie knol'. Ze serveerde een kwart aal(!). Die kwibus, een echte kwijlebabbel, droeg een gibus [hogehoed]. Wat is een D-wagen [trein, bagagewagen]? Een dyade: twee atomen als eenheid [ook: 2 personen].
3. Wat hebben Randstedelingen op een dictee in Breskens te zoeken? De quatre-mainsspelers hielden zich quasi slapend. Het is vandaag pokkenweer. De poise [pwaa-zuh] (P) is een eenheid van viscositeit. Hier volgen enkele 'puntige' dicteewoorden: pointillisme (schildertechniek met puntjes en strepen), point-lacé (borduursel), point sur tête (punt boven een noot), points allongés (streepjes boven een noot), ponteneur, point d'honneur (erezaak) en point-to-pointrace (wedren op rechte baan, geen rondje(s)). Bij de bisque d'homard (ook: bisque de homard, kreeftensoep) dronken ze pommard (wijn; Pommard ligt ten zuiden van Beaune). Is er ook een polikliniek voor polygamie? Onder de lampenkap van pongé [soort taf] stond een ponge (beekpunge, soort van ereprijs). De pondkoek (pontekoek) werd in pondszakken verkocht. De pomo's [met trendy levensstijl] troffen elkaar in een pomo [postmodern] stadscafeetje. Hij krijgt alsnog een postume onderscheiding.
4. Gecorseerd [van wijn] is niet met corsage, maar vol, met een hoog gehalte aan extractieve stoffen (werkzame bestanddelen). In de poshe [luxueus] buurt rookten de Porto [VD ook: Puerto] Ricanen portorico; ook bemachtigden ze op die dag een portiuncula-aflaat en genoten ze van de port-salut (trappistenkaas). Vandaag (het is immers Aswoensdag) begint de veertigdagentijd. Hij? Aan hem veeg ik mijn pollevieën [ook: pollevij – aan zijn laars lappen]! Alle vragen stonden op één blad van de polllijst. Deze popeye heeft iets van een popi popiejopie met zijn pop-klassiek en popjazz. Zij zijn in pourparlers [mv., in onderhandeling] getreden. Pots-de-vin zijn fooien, pots de chambre zijn nachtspiegels [po]. Een knolcyperus is een aardamandel. De knolsteenbreek wordt ook aangeduid met sassefrasjes. Zullen we die gordiaanse knoop maar meteen doorhakken [= probleem oplossen]? Van de families noemen we de families Doorsnee en Flodder en de Heilige Familie. Heel erg bekend zijn het rya-, smyrna- en sudanknoopwerk [Sudan, GB wel: soedanrood! – naast 2020: sudanrood].
5. Een herculesknots is een knots van Hercules. Knowhow hebben is to know how. Oxytocine is het knuffelhormoon. Een knuppelpremie is een herodespremie [premie voor het slachten van jonge kalveren van tussen de 10 en 20 dagen oud]. Knutselvoedsel is frankensteinvoedsel (ook wel gg-voedsel – genetisch gemanipuleerd). Het kobaltblauw wordt ook wel thenardsblauw, kobaltultramarijn of Leids blauw genoemd. Het kobevlees is wagyuvlees [waa-kie-joe], afkomstig uit de Japanse stad Kobe. Een kodokan is een sportschool voor budo (en een dojo is dat voor judo). Ik heb een kodiakbeer gekodakt [foto]. De katana [samoeraizwaard] en de nunchaku [slagwapen] zijn kobudo's [verzamelnaam]. Wie weet wat koebba's [koepel van een koepelmoskee] en kubi’s [SR, veel( )gegeten vis] zijn? Koefisch schrift is decoratief Arabisch schoonschrift.
6. Koekebrood is wel erg chic. Koek-en-zopies zijn seizoen(s)gebonden. Het is altijd koekoek één zang [uitdr.: altijd over hetzelfde praten]. Kikkerspog is koekoeksspog [schuimklompjes aan planten, afgescheiden door het schuimbeestje]. De koekstad is Deventer, de sleutelstad Leiden en de prinsenstad Delft. Cfk [chloorfluorkoolwaterstof] en freon zijn koelgassen. Een broek van Bertha is een koelzeil. Hij heeft hem koelsmoeds vermoord. Wie naïef is, lijdt aan naïviteit (GB ook: naïveteit). Hij wil me erin luizen. Wacht zolang maar hiernaast. Het was retedruk en ik moest nog een pokkeneind rijden. Pas dubbel op: de RET (Rotterdamsche Electrische Tram) bestaat niet meer. Resuscitatie is reanimatie. De BMI is de body mass index, de QI de queteletindex (en de quelea een vogel in het savannegebied in Afrika) en het IQ het intelligentiequotiënt. In de questionnaire werd mede gevraagd naar de raccrocs [ah oos] (geluksstoten), het raccourci (het verkort) en het raccrochement (klein spoorwegemplacement op een industrieterrein).
7. Koefr is ongeloof vanuit het perspectief van de islam. Daar was ereis een vrouw die koeken bakken zou. Ze zijn nogal pratatief [praatzuchtig]. Zijn praxis [praktijk] was drukbeklant. Een predikant houdt predicaties, een praktikant volgt practica. Praalhanzen zijn pochers, snoevers. Bij powwows [au] (ceremoniële bijeenkomst met dansen) komen alleen de indianen zelf. Het PPS is het postpostscriptum, de pps is de publiek-private samenwerking. Een powerpointpresentatie [TA/GB: ook wel P...P…] werkt met PowerPoint. Spreek 'prima facie' [sie-jee] [op het eerste gezicht] eens goed uit! De presumptieve [vermoedelijk] dader hebben ze al. De prestatiebevordering is prestatiebevorderend. Die beoordeling is niet alleen arbeidsgerelateerd. Wat een Prezi is, weet lang niet iedereen. (Internet: Prezi is een gratis webapplicatie om op een heel eenvoudige manier goed uitziende presentaties te maken.) Prévôts zijn rangen op een of ander wapen, beneden meester [maître], bij het schermen. Zo'n sobstory heeft een hoog Privégehalte. Het privégehalte van het internetgebruik op de zaak loopt de spuigaten uit. Gedoe over artikelen is bepaald niet verkoopbevorderend.
8.
Zonder procreatie geen nazaat. Hoeveel tv-programma's heeft deze
profi [professional]
al (niet)
geproducet? Zijn ze allebei soeteriken
[soeter,
souteneur]? Zij rustten eerder op
hun couches [ligbanken].
Souches zijn delen van geldswaardige papieren. Fausses couches zijn
miskramen. Een couche [koesj(e)]
is een laag (verf).
Verwar niet het hutchinson-gilford- [progeria,
vroegere veroudering] en
het
guillain-barrésyndroom
[GBS,
verlamming van spieren]. Een
pro-Deoadvocaat (PD-advocaat)
verdedigt een pro-Deaan pro Deo en zal dus meestal geen prodigieuze
[bovenmatige]
inspanning leveren. Rechters mogen geen préjugés [vooroordeel]
hebben. Wie is dit jaar Prins Carnaval? De prinsessenboon
kun je eten, de
prinses-van-de-nacht is een zuilcactus (daar
zat een kaketoe
naast). Wat doe je met een
pr-instrument [public
relations]?
De prosopopoeia [pee-jaa]
is de persoonsverbeelding. Die kerel met zijn promiscuïteit is zwaar
promiscue [altijd
e – volledig
vrij seksueel verkeer buiten het huwelijk].
Een brullende dicteetijger bijt niet. Het kwam duidelijk door de
beijzelde bovenleiding. Prosciutto [proh-sjoe-too]
is overheerlijke Italiaanse achterham.
9. Koenjit is kurkuma als specerij. De BCG (bacillus Calmette-Guérin) is een vaccin tegen tuberculose. Een parc vaccinogène is een koepokinrichting. Koepokstof is vaccina. De koerdificatie [aanpassen aan Koerdische taal en cultuur] is daar nog niet voltooid. De Kalmukken [nomadenvolk van Mongools ras] dronken koemis [melkbrandewijn]. Bij het meervoud van koeroero in VD geloofde je je ogen niet (thans 2020: gecorrigeerd! – Zuid-Amerikaans knaagdier). Een koersgrafiek is een chart. Kutais [oe] zijn hoogkijkers (vis). De koetei(eren) [hartvormige zee-egel] behoren tot de echinieten. Mogen wij twee koffies met slagroom? Dat is koffiedik kijken, koffiedikkijkerij? Wat is er zo bijzonder aan koffiebranden, koffiemalen en koffiezetten? Tussen 'koffiepad' en 'coffeepad' hoor je geen verschil, net als tussen 'koffieshop' en 'coffeeshop'. Heeft u ook köfte [een Turks gerecht]? De koh-i-noor [beroemde diamant] behoort tot de Engelse kroonjuwelen. Voor de ogen gebruik je kohl [zwartsel: ogen accentueren]. De meeste koikarpers kunnen handtam worden. Wat Koïsch is, komt van Kos. Oorspronkelijk was de koine [èh] [algemene omgangstaal] het Grieks. Wil je mee-eten?
10. Kijk, kokardebloemen! Het Land van Kokanje is Luilekkerland. Koks-in-'t-ruim zorgen voor de vleet [de haringnetten]. Kokkelevi's zijn kuifleeuweriken. Gedroogd kokosvlees is kopra. Met zijn kolbak [berenmuts, talpa(k) is militair hoofddeksel] op nuttigde hij een kolbaszworstje. Met SZW wordt in Nederland het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangeduid. Ik ben dolblij dat ik weet wat een kolblei [karperachtige zoetwatervis] is. In Rusland had je kolchozen [groot collectief landbouwbedrijf]. Daar komt een kolengestookte elektriciteitscentrale. Die kolensjouwer is een sjappietouwer [ruwe klant, baliekluiver] en hij lust graag en veel sjappie hendele mendele [hutspot].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten