dinsdag 13 september 2022

2910 Dictee vrijdag 16-09-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (698)

Dictee – dictees [2910]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 159, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (698)

1. Een zweefboot is een hovercraft. Hij had geen zweempje fatsoen. Een zweefmiep is een stewardess, een typemiep [ook: typmiep] een tikpoes (typiste). Een whiplash is een nekletsel aan de cervicale wervelkolom, een soort zweepslag, en een swipi een zweepslang. De uitdrukking 'bloed, zweet en tranen' komt van 'blood, sweat and tears'. Een scooper is een zwenklaadschop. Een agargel [gel – perst veel water uit] zweet sterk. De thymus is de zwezerik en de zwiebelzwamp is het trilveen. De zwierbol ging pierewaaien en eindigde in het pierenbad. Je kunt er beter het zwijgen toedoen. Willem de Zwijger, dat was Willem I, Prins van Oranje. Ga rustig zwijmelen, maar val niet in katzwijm. Deze zwijnjak heeft alweer gezwijnjakt! Er zijn gewestelijke zwikzwakken (bonenstaken) bij de zwikzwak, bij de vleet.

2. Zwitterion heet ook amfoliet oftewel betaïne. Je kunt een baard hebben als een Zwitser, je kunt zo zat zijn als een zwitser en als er geen geld op tafel komt, komen er ook helemaal geen zwitsers, zoals een spreekwoord zegt.

3. Of ik peentjes lustte, vroeg ze in de semidirecte rede. 'Marshmallows' schrijven wij toch niet fout? De deken deelde de lakens uit. De Dutchbatters maakten deel uit van Dutchbat, het Dutch Battalion. De catenen zijn een verzameling van Bijbelverklaringen, met name uit de kerkvaders. Het cowboytje at een tiramisu'tje en dronk een Iers whiskeytje. Inchoactief is een taalkundige term, radioactief is dat niet. In taalkundige artikelen wordt de taal kundig beschouwd. Het was twee- tot driemaal gebeurd.

4. Die negorij ligt beoosten Hengelo. Of was het Dwingeloo, dat mooie brinkdorp? Daar staat toch die radiotelescoop?

5. Deze zin heeft een voor-pv [persoonsvorm]. Kwijtraken gaat aan kwijt zijn vooraf. Krijg nou het leplazarus!

6. Lastig zijn de lijdend- en de meewerkendvoorwerpszin. De curiekanunnik bezocht de Gentse Floraliën. De zin was pseudogekloofd. Het links-rechtsdenken overheerste er. Tiktak en koekoek zijn onomatopeeën [klanknabootsend]. Je hebt of-zinnen (of in zelfnoemfunctie), ja-neevragen en en-ofuitdrukkingen (en/of-uitdrukkingen – minder goed). Ze moest wel opdissen dat ze zou weggaan, ze had een nieuw vriendje of zo. De advocaat wilde voorkomen dat de verdachte moest voorkomen. Het recht van de vrouw is de (het) aanrecht. Plopperdeplopperdeplop!

7. 30 graden Celsius schrijf je in verkorte vorm als 30oC [graden Celsius]. In die laatste vorm kan het ook over een 30o Celsiusgrens (30oC-grens) gaan. 'Zelfs' kan als focuspartikel [niet in wdb.: nadruk + klein rededeel] optreden. Het bleek uit tekst noch context. Vooropplaatsen is een gevolg van vooropplaatsing. Achteropplaatsing is een taalkundige term, dat doe je als regel zeker niet in een achterafcafeetje.

8. Zijn tendensen (tendenzen) en tendenties synoniemen? Welke uitdrukking zoudt u verkiezen, terzelfder tijd of tezelfdertijd? De genormeerde valuta-aanduiding voor de Roemeense leu is ROL
[èh-roo-wèhl]. De speedboot vloog over het water. Bij het spreken is de komma-intonatie van wezenlijk belang.

9. Hij sprak Haarlemmerdijks, toen hij haarlemmerdijkies (haarlemmerdijkjes) maakte [ruzie zoeken – daarop volgt ruziemaken]. Het zat in zijn DNA-profiel [dee-jèh-naa] (GB, VD: deoxyribonucleic acid).

10. De zoo [oo] (dierentuin) was aaploos en richtingloos en daardoor levenloos; de bezoeker was nogal lusteloos.

11. De zich echaufferende [warm maken, enthousiast worden] haveloze zwerver leurde met herfsttijloos [plant] in de havenloze kustplaats.

12. De middellijke [die een strafbaar feit pleegt] dader kwam er na een middellijk bewijs [door vermoedens] vanaf met een minnelijke, maar onappetijtelijke schikking. Als je een kaffiya [arafatsjaal] draagt, kun je een kafir [ongelovige] gemakkelijk uitmaken voor 'Kaffer', Bantoeneger. Twee derde van de Kamer was voor. Er was een tweederdemeerderheid. Een door-bepaling in een passieve zin geeft het logische onderwerp aan. De kandidaat-minister, wie was dat ook weer? Moet die ook bij het preconstitutionele beraad zijn? Ik heb geen rijbewijs, bijgevolg moet jij zelf rijden. Welke antwoorden zijn mogelijk op een ja-neevraag? De zin "Ik kwam, zag, overwon" is een asyndeton [zonder voegwoorden]. Beschouw de zin "Hij rende nog wel, maar kwam hij te laat bij Tante Betje". Dit is een zin in tantebetjestijl. De
radio-en-televisiegids kun je ook schrijven als radio-en-tv-gids [niet als radio- en tv-gids, want het is één gids]. Kerst-en-nieuwjaarskaarten wensen een goede kerst en een gelukkig nieuwjaar tegelijk. Je kunt echter ook aparte kerst- en nieuwjaarskaarten kopen. Bij een ambigue uitdrukking is er sprake van ambiguïteit [dubbelzinnigheid]. Een voorbeeld is 'de pijp aan Maarten geven'. Immers: rookt Maarten wel? Anders is het: iets opgeven, zelfs sterven.

13. Ze heeft wat afgemiezemausd [zeker kaartspel]. De padie [rijst] werd gesneden. Dat is nu een Kaapse ezel, een zebra. Ofwel ze spraken Frans ofwel Spaans. Ajax won, dan wel Feyenoord. Hetzij wij leven, hetzij wij sterven, wij zijn in de Heer (in den Here). Dat zie ik ook zo wel. Zowel de burgemeester als de (gemeente)secretaris schreef met de ganzenveer. Uren-, dagen- en wekenlang hielden ze dat zo nodig vol. Ik hoor jullie zo meteen wel.

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten