zondag 1 mei 2022

2702 Dictee woensdag 04-05-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (563)

Dictee – dictees [2702]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 294, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (563)

 

Het Groot Anatomie Dictee

1. De zoekactie op *anato* levert 44 treffers op (oVD – 2021) bij zoeken op woordvormen, 20 bij de voorbeeldzinnen (2021) en 527 (oVD, 2021) bij zoeken binnen artikelen, waarvan akte. Het anatocisme is de renteberekening van interesten van hoofdsommen. Fytotomie is de anatomie van planten. Een anatosauriër is een voorhistorisch, zeer groot reptielachtig dier. Anatoxine wordt gebruikt voor actieve immunisatie. Een patholoog-anatoom zal vaak secties verrichten. Bij dit zoeken vinden we ook: sanatorium, net als uraanatoom. Thanatofilie is de suïcideneiging die de vorm van een dwang heeft aangenomen. De thanatofobie is de (letterlijke) doodsangst.

2. Het aanhechtingspunt van een pees of spier heet ook: insertie. De adductor heet als spier aanvoerder, de afvoerende spier abductor. De adamsappel bestaat eigenlijk uit schildkraakbeen. De keelamandelen zijn de tonsillen. Amblyopie is een lui oog. De ammonshoorn is een zeer gespecialiseerd deel van het hippocampusgebied in het limbisch systeem [hersenen]. Een antagonist is een spier waarvan de werking die van een andere opheft, bijvoorbeeld de buig- tegenover de strekspier. De aorta is de lichaamsslagader. Een arcade is in de anatomie een boogvormig kanaal. De atlas is de bovenste halswervel. Het atrium (meervoud: atriums, atria) is de hartboezem. Een band is een vaste bindweefselstrook, het ligament. De bilnaad kan zowel staan voor perineum als voor bilspleet. Het bindvlies (de conjunctiva) is het slijmvlies aan de binnenzijde der oogleden en over de oogbol.

3. Het buikvlies, het weivlies dat de bekken- en buikwand aan de binnenzijde bekleedt en in zijn plooien de ingewanden omgeeft, heet ook peritoneum. De buis van Eustachius (eustachiaanse buis, eustachiusbuis, oortrompet) verbindt de neus-keelholte en de trommelholte in het oor. De fallopische buis (eileidertrompet, trompet van Fallopius, fallopische buis) is de baarmoedertrompet. De bijbal is de epididymis. De carpus is de handwortel (denk aan: carpaletunnelsyndroom). Het cartilago is het kraakbeen. Het centrum van Broca is het spraakcentrum (in de hersenen). De clitoris is de kittelaar (kietelaar), de cochlea (meervoud: cochleae, cochlea's) het slakkenhuis. De cortex is de buitenste laag van enig orgaan.

4. De coronairarterie is de kransslagader. Het corpus (meervoud: corpora) is het lichaam. Corticaal is de cortex betreffend. De cubitus is de elleboog, de voorarm. De diafyse is de schacht van een pijpbeen. De diafysebeschrijving staat in de medische handboeken. Doolhof en labyrint zijn synoniemen. De eierstok is het ovarium. Het rectum is de endeldarm. Bij de anatomieles worden de elleboogsspier en de elleboogszenuw uitputtend besproken. Het endometrium is het baarmoederslijmvlies. NB Hebt u al één onvertogen woord gehoord?

5. Salpingitis is eileiderontsteking. Een falanx is een kootje van vinger of teen. De fascia is de bindweefselplaat of het -vlies om spieren. De forceps is een zekere vezelbundel in de hersenen. Een ganglion is een zenuwknoop. De kleine kalkhoudende korrels in dienst van het evenwichtszintuig heten statolieten (otolieten, gehoorzand). Een haarzak is een haarfollikel. Linker- en rechterhartkamer zijn de ventrikels. Het heiligbeen is het sacrum (kruisbeen). De heiliglendenspier is een zekere spier bij de lendenen. De hypofyse is het hersenaanhangsel.

6. Het dura mater is het harde hersenvlies, het pia mater het zachte of weke hersenvlies. Het middelste hersenvlies is het spinnenweb(s)vlies. Heterotaxie is de verandering in de ligging van organen. Een homoseksueel is een meid met een handvat. De hippocampus is een hoornvormig uitsteeksel in de zijventrikels van de hersenen. Het hoornvlies is de cornea. Een papil is een huidtepeltje. Het hymen is het maagdenvlies. De hypothalamus is een deel van de tussenhersenen onder de thalamus. De (het) introïtus is de toegang tot een lichaamsholte. Van de kanalen noemen we gal- en lymf(e)kanaal. Kegeltjes en staafjes vind je in het oog.

7. Het kuitbeen is de fibula. Het lamsvlies is het amnion. De eilandjes van Langerhans zijn genoemd naar een Duitse patholoog-anatoom. Een lenticel is een oogwratje. De liesband is de band van Poupart. Een lipoom is een vetgezwel. De luxatie is de ontwrichting. De melkklier is de mamma. De meniscus is een kraakbeenschijf tussen twee gewrichtsvlakken. Het mesenterium is het darmscheil (weivliezen bij de ingewanden). De coloscopie (colonoscopie) is het endoscopisch onderzoek van (het slijmvlies van) de darmen. Het colostrum is biest. De moulage is een gegoten stuk van anatomische waspreparaten.

8. Een neuriet [lange uitloper zenuwcel] is een axon (tegenover, t.o., tgov. een dendriet). Een neuron is een zenuwcel met haar neuriet en dendrieten. Het pallium is de hersenmantel. De pancreas is de alvleesklier. Het periost is het beenvlies. De ureter [2 stuks!] is de urineleider (pisleider) tussen blaas en nieren. De pisbuis (urinebuis) is de urethra, de verbinding tussen blaas en buitenwereld. Een preparateur van dieren is een taxidermist. Een prosector-bacterioloog is een specialist die zowel pathologisch-anatomisch als bacteriologisch onderzoek in een ziekenhuis verricht. De prostaat is de voorstanderklier. Het pterygium is het vleugelvel (niet meer in VD). De epifyse is de pijnappelklier.

9. Het regenboogvlies is de iris. De retina is het netvlies van het oog. De rompmusculatuur is het spierstelsel van de romp. Sacraal is betrekking hebbend op het heiligbeen (os sacrum). Een schwannoom is een tumor die uitgaat van de zenuwschede, het buisvormige omhulsel van een neuriet. Het scrotum is de balzak. Seceren [s] (vergelijk: sectie) van een lijk is ontleden. De sfincter is de sluitspier. De signum romanum is de S-vormige kromming van de dikke darm voor de overgang in de endeldarm (S-romanum). De oesophagus is de slokdarm (vergelijk: esofagitis). De stèle is het centrale gedeelte van de plant, de centrale cilinder. Spiritus en formol dienen als sterkwater [dit niet los!].

10. De stijgbeugel is ook een gehoorbeentje. De symfyse is de schaambeenvoeg. Terathenasia is sterfte door aangeboren afwijkingen. De testis (meervoud: testes) is de zaadbal. De thalamus is de grijze stof van de tussenhersenen. Thanatisch is de dood betreffende. De trachea is de luchtpijp. Het duodenum is de twaalfvingerige darm. Het chorion is het vaatvlies (het cotyledo). Vaatzenuwen zijn vasomotoren. De venusberg is de schaamheuvel. Het verhemelte is het palatum (gehemelte). Vestibulair is behorend tot het vestibulum, de voorhof van het inwendig oor. Een vlecht (plexus) is een bloedvat dat of zenuw die zich als vlechtwerk uitbreidt.

11. Het vorkbeen is een V-vormig been van vogels dat met de sleutelbeenderen van zoogdieren overeenkomt. Het weivlies is een uit twee bladen bestaand vlies van glad gekruist bindweefsel, dat de wanden van inwendige holten bekleedt (bijvoorbeeld het borstvlies, het buikvlies, het hartzakje, het spinnenweb(s)vlies van de hersenen en van het ruggenmerg). De wervelkolom is de ruggengraat. Het wiggenbeen is een gedeelte van de schedelbasis. De wigvormige botjes zijn de wiggenbeentjes. Het Turkse zadel is een kleine uitholling aan het wiggenbeen waarin de hypofyse zich bevindt. Het zadelhoofd is een dolichocefale schedel met vergroeiing tussen wand- en wiggenbeen. Een zenuwziekte is een neurologische aandoening.

12. Zoötomie is anatomie van dieren. De bouwvakkers schaftten, wat de pot schafte. Om drie uur zouden we scheep gaan. De
schone-bij-nachte (niet meer in VD 2015 –wel: nachtschone) bloeide fraai. Het ki-station [kaa-ie] verzorgt kunstmatige inseminatie. Dordtenaars zijn schaapskoppen [scheldnaam]. Een wicca is een witte heks, een wika een werker in kerkelijke aangelegenheden. De schaatsster kon goed schaatsenrijden. Is het collecterooster al klaar? Schampavie spelen is (geruisloos) verdwijnen. In dit dictee komen voor: reïncarnatie en re-integratie. De gestipte ij [BE] kun je niet eten, een gestippeld ei met Pasen meestal wel. Hij was schat- en schatrijk, schathemeltjerijk. Hij zat op pilates (werkwoord: pilatesen, niet meer in VD). Hij voer op een flottielje. Jan, Piet en Klaas hinkten op drieërlei gedachte, vormden een drie-eenheid en aanbaden de Drie-eenheid. Het schilderij was een schuttersstuk.

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten