Dictee - dictees [1618]
Dictee
849 (DCCCXLIX) Dictee Specialisten (06-07-2015)
1.
De feta-eigenaar had een festivalweidestand.
Een ferrarisschijf [ih]
is onderdeel van een elektromotor. Een fermette ['tuh' uitspreken] is een woonboerderij en een
feniksdichter is een prulpoëet. Hoe spreek je 'feng
shui' uit [fèhng-sj[oe]wee] (kunst van juiste
plaatsing voorwerpen)? Dat spul moet eerst fijngestampt worden. Is hier
sprake van finlandi- of libanisering [Finland,
Libanon]? De filopedische (kinderlievende)
Sinterklaas komt er weer aan. Hij is het filmmaken nog niet verleerd. De
tallyklerk [telt lading] constateerde het flenzen
(neersmijten lading), maar ging daarna
lekker flensen (geslachtsgemeenschap
hebben). Hij lag in een fourire (lachstuip,
deuk). Is het coir [koo-juhr] (kokosvezels) al aangekomen? En het floid (kunststof voor tennisbaan)? Flexie is een kwestie
van flecteren [taalkunde: verbuigen]. Het
kaasfonduetje is goed gelukt bij het fonduen.
Ons Nederlandse 'snit' komt van het Duitse 'Schnitt' (schnitt
is een rechthoekig stuk gebak). Bij 'flos' moet je aan sigaren denken [vlossig uiteinde], bij 'vlos' meer aan zekere
zijde.
2.
In een formule 1-bolide zit geen F1-toets. Een fransje is een kaas en een
française een dans. De freelance-eindredacteur (freelance
eindredacteur) wilde een artikel over het freeridersgedrag
bij het freestylen hebben. Een écoute is een luistergalerij. Minnenijd is een vorm van jaloezie; op het werk heet dat
jalousie de métier, wat voor metier je ook hebt. Leg de volgende schrijfwijzen
uit: BELGIË, MÜNCHEN, EMINENCE GRISE, FRELE, BLEREN en DÁIL ÉIREANN. Zij is het
frêleste en ook het friste meisje van dat groepje. Haar vingers friemelden in
de wriemelende mierenmassa. Fysischgeografisch is volgens de fysische
geografie, fysisch-chemisch is dat beslist niet. Een gamellehut is een soort bijkeuken. Ik fundraise voor KiKa (Kinderen kankervrij, niet in wdb. – letterwoord), daarom heb
ik ook veel ge-ftp'd [FTP = file transfer protocol].
3.
Hij heeft al heel wat ragouts [geen t uitspreken] gemaakt. Bij staatsbezoeken worden
vaak gardes d'honneur (erewachten) opgesteld
en extra garde-mangers [kok voor koude schotels]
ingehuurd. Met brille, briljantie, werd de steen gebriljanteerd [als briljant slijpen]. We hebben pas nog gegeert:
ken je dat kaartspel [geerten], het is erg
gegeerd [in trek]. Ik geloof er geen vits [zier] van. Ik deis voor de kinderen, ik houd me (dus) gedeisd. Ik ben gekke Henkie noch gierige
Gerrit, dat wil zeggen: ik ben geen gekke henkie en geen gierige gerrit. Ik heb
gebruikgemaakt van de overnachting, maar geen gebruik gemaakt van het dejeuner [ontbijt]. Zijn lauwerkrans (ver)wekte lauwe reacties. Wat gekwantiseerd is,
is uitgedrukt in quanten (!). In Zuid-Afrika is de Geloftedag een feest- en gedenkdag. Schrijf: George' [geen 'uh' uitspreken]
oor, Georges [wel 'uh' uitspreken] oor
en Sjors' oor.
4.
Geserreerd (compact) biljartspel lijkt kat
in 't bakkie, maar is dat niet. Hij was in troebelen
geverseerd (thuis, bedreven). Mijn neef
heeft ooit hbs [hogere burgerschool – VD: aaneen!]
A gedaan. Ikzelf de TUD [Technische Universiteit Delft, toent/dertijd nog: THD – Technische Hogeschool Delft], niet de TU/e [Eindhoven] of TUT (Technische Universiteit Twente, thans: UT = Universiteit Twente). Het zijn
verre landen: Jamaica, Haïti en Hawaï. Het bourgondische Sluis is een stad, een
Bourgondisch kruis is een knuppelkruis. Bij gijl denk ik aan bier, bij chijl of
chylus aan lymfe en bij chijm of chymus aan spijsbrij. Kijk: glauk (zeegroen) glauconiet [zeker
mineraal]! Godgelijk of godegelijk willen zijn, dat is je reinste blasfemie
[godslastering]! Alle godswoorden [Bijbeltekst] komen uit Gods Woord. De
middentwintiger, de dertiger en de eindveertiger konden het goed vinden. Zullen
we die kluwen maar uiteentrekken? Zou je moeder dat wel goedvinden? De doussié [boom/hout] heet meestal afzelia. Met 'musée de la
rue' duiden we de affichekunst aan.
5. Je moet die acryltrui (acryl trui) wat meer laten bloezen. Hij is
een graag geziene gast en een graag gehoorde spreker, hij is zuiver op de graat
en staat bekend om zijn gratuite (ongegrond, los)
gratuïteit (belangeloze vrijwilligheid). Ik
blijf moeite hebben met 'kiesjeliesj' (hamansoren,
met Poerim) en 'gremzelisj' (pesachgebak),
temeer daar VD geen uitspraak geeft. Half begrijpend verwerkte hij de
halfbegrepen stof. Boven droeg ze een gimpje (guimpe:
tulen halsbedekking met baleintjes), onder echter gympjes. De guereza [zijdeaapje] zat op de gueridon (bijzet- of pronktafeltje), toen de guardia civil (de Spaanse politie) binnenviel. Hoe schrijven we
momenteel 'halloumi' (zo, dus - Cypriotische – nee,
geen Koïsche, van Kos – kaas, gelijkend op feta)? De hand van de Goddelijke
Meester [Jezus] genas de melaatse. Na het
uitreiken van de hand-outs stormde hij binnen: hands up [geef je over!] en inleveren maar die familiejuwelen!
6.
Van te veel aardbeien eten krijg je rhinophyma, een aardbeienneus: dat is het hele kerseneten (eier(en)eten). Een hateenheid
of -woning is huisvesting voor alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens
(een- of tweepersoonsappartement hat is een
letterwoord). De c-cedille schrijf je zo: ç,
een tilde vind je bijvoorbeeld in mañana en een haček vindt men in 'haček'.
Zijn deze niet-samengestelde zelfstandige naamwoorden de- of het-woorden? In VD
staat bij 'contractuur' niet als verklaring, wat je wellicht denkt …,
maar: medisch: blijvende dwangstand. Als je in 2005 op de luxe-editie (luxe editie) van de DVD (Dikke Van Dale, GVD, Grote Van Dale) intekende,
kreeg je bij het Groot woordenboek
der Nederlandse taal [GWN]
een aparte uitgave van de Grote spellinggids cadeau (nou
ja, …) met [afko:] o.a. voorin het
internationale IPA-alfabet (International Phonetic Alphabet – initiaalwoord).
7.
Gebak hoort (!) op een gebakschoteltje. De
wreedaardige snoodaard moest het ontgelden. De bijdehante Lelystatter chatte
met de Brabander, die ook bijdehand was. De motor draaide stationair voor het stationnetje.
Wil je mayonaise of dijonnaise? Komt in die
questionnaire de crime passionnel [niet: le!] voor? Dat
schip is geabandonneerd (verlaten). De
zucchetti is een soort van eetbare pompoen. Hoeveel bedraagt de gesleede [ww, sleeën, ook:
geslede, ww. sleden] afstand? Het vliegtuig taxiede naar de hang(a)ar. Apperpo (à
propos), hoe schrijf je 'bistouri' (operatiemes)
en wat is dat? In de heraldiek is écartelé en sautoir schuin gevierendeeld. Het
ecarté is een zeker kaartspel (dat spelen is
ecarteren). De angelica is (ook) een
luit met 15 tot 20 snaren. De angélique is de engelwortel. Hij wilde coûte que
coûte het amoureuze tête-à-tête niet verstoren.
8.
Mooi woord: aioliolie [koude knoflooksaus].
Dat is bij Koninklijk Besluit
(KB) zo bepaald. De automatische tijdmelding werd
ooit verzorgd door Tante Cor [via telefoonnummer].
De Palatijn is een van de zeven heuvels waarop Rome werd gebouwd, tevens het
oudste gedeelte van de stad. Het lot was me gunstig gezind, goedgezind. Een
blinde geleidehond,
daar heb je niet zo veel aan [wel aan een blindengeleidehond geen mv.]. 'Limo'
kan zowel een verkorting zijn van limousine [lange
auto] als van limonade. Van het beestenfront kennen we ook de limousins (vleesrunderen). Wie aan karten (karting, skelteren) doet, rijdt in een gocart,
een kart of een skelter. Een hazewind kan geen
hazenwinden (!) laten.
Een man zonder snor is als hazenpeper zonder
haas. Hij is een à-la-haussespeculant [à la hausse –
in de wind gaan, rekenen op koersstijging]. Een heir (heer) van gerbils [woestijnrat]
werd getroffen door de ghibil [hete woestijnwind in
Noord-Afrika].
9.
Ken je het verhaal van dat ten hemel opnemen? De vier Heemskinderen zijn
Ritsaart, Writsaart, Adelaart en Reinout. Die voedselleveranties moeten van een
hechsjeirem [koosjerverklaring, enk. hechsjer]
voorzien zijn. Het is niet pluis in die Heiloose [Heiloo]
dreven. Wat meeuwen doen, is kliauwen [schreeuwend
geluid maken]. Wat betekent: je bent immers geen hernhutter (genoemd naar Herrnhut) (als iemand niet laat afdingen)?
Wil je hertenpaté of pâté de foie gras (ganzenleverpastei)?
Na het highteaën gaan we tai-chiën [het tai chi
beoefenen]. Hoe spreek je 'hihat' [haaj-hèht]
uit (en wat is dat?) [onderdeel drumstel]
Een hittepit is een kersenpitkussen. Een [cijfers] 100-plusser
heeft de [cijfers] 100 plusleeftijd. Hij
debiteert wel vaker holklinkende frase-uitingen. Ik zal je raad geven: goede
raad is duur. Bij hem moet je zijn voor horlogemaken en horoscooptrekken. De
Horecaf [historisch: Nederlandse Bond van
Werkgevers in Hotel-,
Restaurant-, Café- en Aanverwante
Bedrijven]: dat zijn de horecafferwerkgevers
[werkzaam in de horeca]!
10.
Hij werkt in de hotellerie, in een hôtel garni [geen maaltijden!]: geen gewoon hotel dus. Het
huiswerkmaken mag niet verwaarloosd worden! Het GB is een kei in hulpverlenen.
'Warme bakker' en 'luie stoel' zijn hypallage's [hie-pah-laa-chee].
Ook hybris [ie – overmoed (t.o. godheid)] komt
voor de val. Waar dient een hubertussleutel [beet
van dolle hond uitbranden] voor? Is een huis clos [onderneming met anderen waaraan je niet kunt ontsnappen]
een soort van sisyfusarbeid? Mogelijk ... Een
hypofyseoperatie [hersenklier] is
ingrijpend. Zijn hoop werd de bodem in geboord. Zullen we een inane (leeg, zinloos, dwaas) toekomst tegemoet gaan? Hij
haalt het
ik-weet-niet-waar vandaan. Wordt een frankipaal
[gegoten voor fundering] de grond ingeboord?
IJzerhard (in
de grond - plant)
en ijzerhart (in
de lucht -
boom).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten