Dictee - dictees [1593]
BeNeDictee 3
Bussum 2019
De 70 rode woorden of woordgroepen moesten worden ingevuld.
If music be the
food of love … (bonus: maak het citaat af – play on
– auteur: Jeroen van Heemskerck Düker)
1. 'Muziek is
een wereld op zichzelf, met een taal die wij allemaal begrijpen, zong de
briljante rhythm-and-bluesartiest Stevland
Morris – bekend als Stevie Wonder – in 1976. Hoewel dat wijze woorden lijken,
valt er nogal wat op af te dingen. Ten eerste is muziek net zomin als taal een
wereld op zichzelf; zij is in alle opzichten geïntegreerd in ons bestaan. Ten
tweede bestaat er niet zoiets als het Esperanto van de muziek. Incidenteel
lijkt de toonkunst ons allen te verbroederen, zoals recente voorbeelden illustreren.
Het gregoriaanse gemurmel bij de Parijse Notre-Dame [lijkt juist,
internet, maar bij VD-lemma quasimodo: Notre Dame – gemeld VD - wordt aangepast! 2020 - OK!], terwijl de
brand nog hevig woedde, ontroerde menigeen. En vorige week nog was heel
Nederland collectief stil nadat de kornettist de
'Last Post' had geblazen, inclusief – eilaci! – een
wankele toon op het eind. Op zulke momenten lijkt muziek inderdaad een
universele taal te zijn, de lingua franca van het mensdom.
2. Meestal ligt
het anders. Muziek is weliswaar de moedertaal van het hart, maar die oertaal
kent talloze dialecten. Het is maar de vraag of de Kaukasische holbewoner in
het paleolithicum zich goed kon verstaan met de
trommelaar in het Midden-Oosten, en het is al helemaal kwestieus
of hij Verklärte Nacht van Schönberg zou appreciëren. Kon de sjofarblazer [ramshoorn,
ook: sjoufer] in Jericho woordeloos communiceren
met de Ghanese djembéspeler? Mij dunkt van niet. Na de eerste
menselijke oerkreten is ook op muzikaal gebied de Babylonische spraakverwarring
al rap toegeslagen.
3. Kijk maar
eens wat er gebeurt als muziek in conventioneel notenschrift of klavarskribo wordt vastgelegd. Direct ontstaat een
richtingenstrijd tussen rekkelijken en preciezen. Zoals taalgebruikers ruziën over uitspraak en spelling, zo wordt in de
muziek gekizzebizd [ook:
gekissebist] over toonhoogte en de
'bedoeling' van elke noot. Bij de repetitie voor een requiem van Rossini liet
de dirigent zich onlangs ontvallen: "Waarom zingt de ripiënist [die
ondersteunen groepsgewijs zangers] in dit
kyrie eleison een aïs in
plaats van een bes?" Ook vroeg hij de organist sarcastisch of het
middendeel volgens hem een kwinten- of secundereeks [n/s] behelsde. En
toen een trio houtblazers – de fagottist, de klarinettist en de bespeler van de
oboe d’amore – plotseling mezzo forte speelde (niet eens accelerando zoals de partituur voorschreef), gooide hij pardoes
zijn baton [stokje] erbij neer. Ja, geschoolde
musici kunnen heel rigide zijn in de uitvoeringspraktijk van hun geliefde
muziek. Een eufoniumspeler die vals speelt, wordt onverbiddelijk
de wacht aangezegd. En zelfs gevierde violisten met te eigenwijze
interpretaties mogen hun strad inpakken en zich wejiewerig [wieberig] maken; zij kunnen hun carrière voortzetten in de
doorgang van het Rijksmuseum.
4. Ook in de veelvormige
taal van de populaire muziek zijn de scheidslijnen scherp. Zowel je woord- als
je muziekkeuze definieert je sociale en culturele positie. Er is mij geen
festival bekend waar liefhebbers van janitsarenmuziek gezellig
dansen op de klanken van een bazuinkoor met vijf
egraz [ook mv.,
strijkinstrument] en een rijtje
trompetten. Fans van alt.country blijven bij
voorkeur weg van het festival waar adepten van deathmetal
rondstruinen. Aziz uit
Nieuw-West gaat samen met gelijkgestemden uit zijn
plaat op het ritme van hardcorehiphop, Kevin uit
Spijkerboor rijdt in z’n sjonniebak het liefst naar een optreden
van de Snollebollekes. Weer anderen, veelal phpd-patiënten
[pijntje hier, pijntje daar] van middelbare leeftijd, liggen in hun sta-opstoel te luisteren naar balkanmuziek
of trommelen mee met schlagers uit Zuid-Westfalen
– je weet wel, holadijee, sjing-boem. En eenieder is volkomen content met zijn eigen accent in
zijn eigen muzikale provincie.
5. Ook in de
muziek kennen we een onderscheid tussen jongerentaal en de woordkeuze van
volwassenen, met dien verstande dat we muzikaal gezien de puberteit veelal niet
ontgroeien. Je muziekkeuze werkt in aanzienlijke mate mee aan de vergroting van
de generatiekloof. De klanken uit je jeugdjaren bescherm je coûte que coûte tegen elke aanval door latere
generaties, zelfs als je leefomgeving door de jaren heen drastisch verandert. Quincy
Jones – groot geworden in pedopop, soul én cooljazz –
vatte dat fenomeen kernachtig samen in zijn uitspraak: "Slechte muziek is
wat onze kinderen graag horen, goede muziek is wat wij als kinderen graag
hoorden." Zelf luister ik al een halve eeuw naar Van Morrison, ook al komt
het normen-en-waardenpatroon van die man
allerminst met het mijne overeen. Ook de tex-mexklanken
van Ry Cooder klinken nog geregeld in mijn studio. De muziek van Jethro
Tull of J.J. Cale heeft hetzelfde effect op mij als een blonde vrouw met patchoeliolie in haar hals en een Afghaanse jas aan: bij
de eerste klanken wandel ik in een wibbussie de sturm-und-drang van mijn puberteit
binnen, inclusief acne, ludduvuddu en het
blokje afghaan in de afgesloten la van mijn jongensbureautje.
Maar verreweg de meeste muziek na pakweg de jaren 90
van de vorige eeuw beschouw ik als inferieur. Geblaat van twerkende [uh] meiden met gesteild kroeshaar
en collageenlippen of luidruchtig gebabbel van jongetjes op lichtgevende
sneakers … poeh, geweldig hoor. Zouden de
twintigers van nu – en dan denk ik vooral aan de nieuwkomers die dankzij de Wi [Wet inburgering] hun plaatsje in Nederland veroverd hebben – over
dertig jaar ook een uurtje qualitytime weemoedig
doorbrengen met hun rap, psytrance of gnawa? Mwah. Ik vraag
het u af.
6. Nochtans
is het de moeite waard na die vormende jaren je favoriete repertoire te
vergroten, zoals een ontwikkeld mens zijn woordenschat aanvult. Nieuwsgierig blijven
luisteren, dat is het hele eiereten [ook: eiereneten]. Daarmee
breid je als het ware je muziektalenkennis uit. De
musicienne die dagelijks Bach oefent, doet er
goed aan de allerpoppyste nederpop te
beluisteren; de rocker kan zijn wahwahgitaar eens
laten klinken in een uptempo paso doble. Waarom
zou de bhangraster [ster!] zich niet verdiepen in het oeuvre
van Famke Louise, (bonus: schrijf de naam correct – Nederlands vlogger, model en
zangeres) of waarom zou de jazzdrummer zijn hihat
[bekkens, onderdeel drumstel] niet eens afstemmen op de boenkeboenkemuziek van
Status Quo?
7. Kortom,
muziek is allerminst een universele taal. Wel is zij voor ons allen wel een
prachtige tweede taal, die wij hanteren als woorden tekortschieten.
Zoals de geniale schrijver-componist E.T.A. Hoffmann zei: "Waar de spraak
ophoudt, begint de muziek."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten