zondag 12 mei 2019

1594 Dictee zondag 12 mei 2019 (3) dictee BeNeDictee 4 Bussum 2019 √

Dictee - dictees [1594]

BeNeDictee 2019 Bussum nummer 4

Alle 80 vetgedrukte en onderstreepte woorden moesten worden ingevuld!

Wilhelm II (auteur: Bert Jansen)

1. De komende tien minuten of daaromtrent wil ik in dit exposé met u verwijlen bij Wilhelm II, de in 1918, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog – die affreuze guerre à outrance [oorlog op leven of dood] die veel weg had van een armageddon [wereldbrand] – werd afgezet. Sinds twee en een half jaar ben ik gids in het huis waar de in exil [ballingschap] gestuurde keizer de laatste twintig jaar van zijn leven sleet.

2. Al bij zijn geboorte, op 27 januari 1859, ging het mis: hij kwam in het geboortekanaal vast te zitten door cervixinsufficiëntie [(baarmoeder)hals]; het gevolg was een parese [motorische verlamming] van zijn linkerarm. Zijn hele leven stond in het teken van het camoufleren van zijn gehandicapte hand. Zijn moeder beschouwde zijn gebrek als schandelijk en zum Kotzen, en onderwierp de kleine Wilhelm aan een keihard regime van fysieke en intellectuele oefeningen, inclusief elektroshocktherapie. Als aristocraat moest hij leren paardrijden, niet op een suffe arabier, maar op een sanguinische lipizzaner. Als hij van zijn paard viel, kreeg hij straf. Maar oefening baarde kunst: op den duur was hij zelfs in reining [dressuur in western style] bedreven. Na het gymnasium ging hij in Bonn politicologie studeren. Zijn onzekerheid verborg hij achter een façade van machismo [tsj - hanigheid – t.o. vrouwen].

3. Hij trouwde op 22-jarige leeftijd met Augusta Victoria, een radicaalnationalistische adellijke dame. Bij hun huwelijk slibden de straten in Berlijn, die met guirlandes en vlaggen rijkversierd waren, dicht met belangstellenden. Hoewel het aanvankelijk een politiek huwelijk was, ontwikkelde dit zich later tot een relatie waarin wederzijds respect en genegenheid de boventoon voerden. Een en ander nam niet weg dat de roddels over zijn homoseksuele geaardheid hardnekkig waren. Ja, menigeen was er zeker van dat de keizer van Nigtevegt kwam. Zijn vakanties naar de Noorse scherenkust zonder vrouwen droeg daar ook aan bij. Kwatongen beweerden zelfs getuige te zijn geweest van een standje Hollenkamp van de keizer met Bülow en een derde, ongeïdentificeerde persoon. De keizer leed aan een sterke amoureuze veroveringsdrang en van caligynaecofobie [niet in wdb., dat co hoort er m.i. niet bij – internet: angst voor mooie vrouwen] kon de keizer evenmin beticht worden. Er zijn ook sterke bewijzen voor zijn amoureuze tête-à-têtes met motyo's [uitspraak: moht-sjoo – prostituee]. Tijdens de oorlog was de keizer officieel opperbevelhebber, maar door zijn onverantwoordelijke alles-of-nietshouding zorgde zijn generale staf ervoor dat hij geen werkelijk belangrijke beslissingen kon nemen. Mene tekels [dreigende waarschuwing, Bijbel, Daniël 5:25] werden door Wilhelm niet gezien of genegeerd. Sommige hovelingen waren ervan overtuigd dat hij van zijn kabas was [niet goed bij het hoofd]. Hij kon dan ook op den duur niet meer rekenen op de byzantijnse ophemeling die voor hem een conditio sine qua non [noodzakelijke voorwaarde] was. Zijn predilectie [voorkeur, voorliefde] voor uiterlijk vertoon was extreem te noemen. Zo verkleedde de ijdeltuit zich soms wel zes keer per dag!

4. Toen de keizer op 9 november 1918 zijn hoofdkwartier in Spa bezocht, werd de revolutie uitgeroepen; hij kon niet meer terug naar Duitsland en hem werd politiek asiel verleend in Nederland. Anders dan de heden ten dage voor veel vluchtelingen geldende
bed-bad-broodregeling werd onze Wilhelm riant gehuisvest in het kasteeltje van graaf Godard van Aldenburg Bentinck in het idyllische Amerongen.  Op de dag dat hij daar arriveert, op 11 november 1918, zwijgen de kanonnen en gaat het staakt-het-vuren in. Langs de zwaar gegalonneerde portier trad de keizer de rijk gestoffeerde hal binnen, waarna hij naar zijn historische, gelambriseerde, vertrek, waar ooit nog Lodewijk XIV had geslapen, geleid wordt. De wanden waren bekleed met pompadoer, een bont geweven stof uit de Vogezen, in de ebbenhouten kasten waardevolle bibelots [snuisterijen].


 5. Aanvankelijk zou de keizer drie dagen gastvrijheid krijgen op het kasteel van de vicomte [burggraaf], maar dat werd uiteindelijk anderhalf jaar. In die periode zijn er verscheidene pogingen ondernomen de keizer te ontvoeren dan wel te vermoorden. Alle zonder resultaat. Op 28 november voegde zijn gemalin zich bij hem en abdiceerde [ook: abdiqueerde, andere uitspraak] de gevallen keizer, op aandrang van zijn vleugeladjudant Von Ilsemann. Het drong nu ten volle tot hem door dat een terugkeer naar Duitsland ten enenmale een gepasseerd station was en dat hij serieus naar een permanente huisvesting moest gaan omzien. Hij googelde daartoe niet, zoals wij dat in de 21ste eeuw gewoon zijn, evenmin werd er door hem gewhatsappt of ge-sms't. Maar hij had wél zijn personeel, en na zes maanden nijver zoekwerk vond hij Huis Doorn, een statig herenhuis met 50 hectare grond. Voor een half miljoen Hollandse guldens verwisselde het van eigenaar. Een halfjaar [oGB: 'half jaar' is niet fout] werd er gerenoveerd: er kwam een cv-installatie, de plafonds werden opnieuw gestuukt en hij liet een bordestrap bouwen om zijn nieuwe kruip-in wat meer allure te geven. Daartoe liet hij uit Waals-Brabant quenast [soort porfier = fijnkorrelige granietsoort] komen, uit het land dus dat mede op zijn bevel door francs-tireurs [gewapende burgers] en yperiet [ook: ypriet, andere uitspraak] in een woestenij was veranderd.

6. In mei 1920 betrok hij zijn nieuwe onderkomen. Hij richtte het in met de goederen uit zijn paleizen, die met het beroemde transport van 59 wagonladingen naar Doorn waren vervoerd. De hofetiquette was verstikkend. Als de keizer zijn entree maakte, sprong iedereen stante pede overeind en maakten de dames een reverence, terwijl de heren met hun hielen klakten. De tuin had hij laten inrichten met rododendrons, eschscholtzia's en nipa's, een moeraspalm die ook wel atappalm genoemd wordt. Als buitenmens vertoefde hij daar graag. Hij hield zich het liefst onledig met houthakken. Ook zat hij graag op zijn zadel in zijn studeerkamer, schrijvend aan zijn stipo [schrijfmeubel]. In zijn bibliotheek stonden boeken over uiteenlopende wetenschappelijke onderwerpen, maar ook lichtere kost, zoals spyfi's [fictie met spionage als thema] en scifi's [sciencefiction, sf]. Op Huis Doorn kwam tussen 1920 en 1941 een gemêleerd gezelschap over de vloer. De gasten werden ontvangen op de bel-etage, waar zich ook de mooiste kamer van het huis bevindt: het met scagliola [de g hoor je niet] beklede cenakel [zaal voor avondmaal, formeel: Laatste Avondmaal]. De dinertjes werden steevast muzikaal omlijst met fumu [= muzak, achtergrondmuziek] en de maaltijden werden opgediend in famille-roseserviesgoed. Er kwamen dan ook exquisiete gerechten op tafel, zoals gekaramelliseerde siepels [ui] met yuzu [Japanse citrusvrucht] en pikant gekruide kolbaszworstjes. Erbij werd geregeld kweepeereau-de-vie geserveerd. Als dessert was croquembouche [toren van soesjes] favoriet. De keizer, kat' exochen [bij uitstek, per definitie] een epicurist, gezeten aan het hoofd van de tafel, was steevast gekleed in tenue de soirée [avondkleding]. Behalve deze eetzaal zijn er nog elf andere kamers in Huis Doorn te bezoeken. Ik zal er graag eens jullie gids zijn.
 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten