Dictee,
dictees [1439]
Groot Dictee der Leuvense studenten 2018
Rood was fout in de tekst, blauw is toelichting.
(Geen titel, auteur: Geert Claessens)
1. Als een buitenissige neanderthaler ramde hij op de touchscreenmonitor. Moest hij zijn computer nu van promiscuïteit (vrij seksueel verkeer) of van lasciviteit (wulpsheid) beschuldigen, of zat er gewoon een relaistje (elektronisch schakelelement) verkeerd? Als 60+'er (ook: zestigplusser of 60-plusser) met buddyhollybril had hij meer fiducie in boeddhisme dan in booleaanse (wiskunde, logica) operatoren, hoewel hij elektricien van professie was. Anciënniteit had er hoegenaamd niets mee te maken, maar papier-macheeën (vgl. macrameeën) of een lidmaatschap van de kynologenclub (hondenkenner of -liefhebber) ware allicht een betere hobby voor hem dan de digitale carrousel waaraan hij nu participeerde. Had hij de helpdesk al ge-e-maild of was dat voornemen in het labyrint van zijn gedachten verdwenen? De werking van een vandegraaffgenerator (soortnaam. vgl. dieselgenerator – Robert van de Graaff, begin 20e eeuw) was voor hem geenszins enigmatisch (raadselachtig), voor het digitale nirwana (boeddhisme: toestand van volkomen rust) moest hij nog geüpgraded worden.
2. Het riep reminiscenties (gedachte(n) aan iets uit het verleden) op aan zijn catechisatie, van jaren her, in het souterrain van de parochiezaal in Scheldegotiek (VD, Scheldestreek, hoofdletter twijfelachtig). De laag-bij-de-grondse kapelaan met zijn missaal (misboek) in marokijnen (marokijnleer) band stond hem nog helder voor de geest. Zijn expositie op de tekst van het Paternoster (naam, Onzevader) was even gênant als de man chagrijnig (sacherijnig, andere uitspraak) was, een didascalische (m.b.t. de didascalia, een zeker theologisch geschrift uit de 3e eeuw) zelateur (ijveraar, kerkelijk) en gedebaucheerde (ontuchtig) proselietenmaker (bekeerlingen) met een predilectie (voorliefde, voorkeur) voor proskynese (voetval of de bodem aanraken), dat was hij. Wel herinnerde hij zich dat onderweg daarheen de ketting van zijn derailleur (versnelling fiets) was gelopen toen hij zijn lodderig oog op een schaatsster liet vallen, wier kek (vlot, modern) pardessustje (overjas) in turquoise (zeker weefsel) een ravissante (betoverend) verfraaiing had gekregen met een broche in de vorm van een rembrandtieke (à la Rembrandt) tamboerijn (rinkelbom, kleine handtrom). Zij was een gecertificeerde wilhelmina-vooruit (met grote boezem), maar hij belandde tussen het look-zonder-look (knoflookkruid), de herfstasters en het guichelheil (lijkt op de plant muur). Fietsen en flirten is belabberd voor de oxygenatie (verzadiging met zuurstof) en leidt zelden tot de consummatie (door geslachtsdaad) van het huwelijk.
3. Maar rumineren (herkauwen) over de vergane glorie lost geen intricate (moeilijk, netelig) puzzels (puzzles is beslist fout) op. Het guetteren (beloeren, bespieden) van cohabiterende (geslachtsgemeenschap hebben) jan-van-gents (ook: jan-van-genten, andere uitspraak) evenmin. Hij greep zijn overjas, die leek op Sinterklaas' tabberd (ook: tabbaard, andere uitspraak, toga) opgedirkt met japonaiserieën (japannerie: Japanse snuisterijen) en voorzien van guipures (soort van reliëfkant), en nam zijn stalen ros (de fiets). Hij had liever gecarpoold, maar het rapaille (gepeupel) van het supplementaire (aanvullend, extra) comiteit (comité) had een abjecte (volstrekt verachtelijk), lamentabele (ellendig, beklagenswaardig) attitude (houding), niet zijn pakkie-an (zorg). De contiguïteiten (het in samenhang zijn met elkaar) van zijn computerconfiguratie baarden hem zorgen, hij begreep er geen yottabyte (voorheen 10^24 byte, YB, tegenwoordig yobibyte, YiB, 2^80 byte, thans ook wel – VD – yobibyte = yottabyte is dus 1.208.925.819.614.629.174.706.176 bytes) van. Had hij zich maar tot de prerafaëlitische (van voor Raphaël) periëgetische (m.b.t. rondreizen) literatuur (tt mag ook!) beperkt, aleatoir [onzeker, wisselvallig] van aard, maar minder dubieus als het debacle dat nu zijn precaire (onzekere) existentie (bestaan) bedreigde. Axillaire (m.b.t. de oksels) exsudatie (uitzweten) en zijn opspelende presbyopie (ouderdomsverziendheid) escaleerden (verergerden) zijn perturbatie (stoornis, verwarring) extraordinair (buitengewoon).
4. Achteraf bleek het diagnosticeren van de obstructie in zijn spreeuwenkist (hilarisch voor radio, pc of tv: herrie, geluid) een fluitje van een cent te zijn: het correct appliceren van de netvoedingsadapter (VD ook: adaptor) bespoedigde de convalescentie (herstel) van het mechaniek en bracht de flux de bouche (radheid van tong) billijkerwijs terug in zijn peccadilles (kleine zonden) online. Bij terugkeer op de horst (nest van grote roofvogels), in zijn vertrouwde ommekreits (= omkreits, kring, omgeving), keek hij reikhalzend uit naar enige alimentatie. Geen fysieke exercitie zonder culinaire gratificatie. Een kaassouffleetje als hors-d'oeuvre zou er wel ingaan, gevolgd door tagliatelle met truffel en een tournedostje. En als dessert een tiramisu'tje of toch liever iets met mascarpone (Italiaanse roomkaas) en gemengde bosbeziën (bosbessen)? Maar zijn eigen table d'hôte (open tafel) moest niet dionysisch (Dionysos, god van de wijn, Romeins: Bacchus), exuberant (overdadig) of somptueus (weelderig) worden, excessieve lucullische (overdadig van voedsel en drank) uitspattingen leiden tot periculeuze (gevaarlijk, hachelijk – perikuleuze is beslist fout) antiperistaltiek (tegengestelde van de darmen voortstuwende bewegingen). Afronden met een jan-in-de-zak (au bain-marie bereid meelgerecht) is zonder meer een raisonnabele (redelijk) en exquise (uitgelezen, voortreffelijk) slotscène van een remarquabele (merkwaardige) dag.
Groot Dictee der Leuvense studenten 2018
Rood was fout in de tekst, blauw is toelichting.
(Geen titel, auteur: Geert Claessens)
1. Als een buitenissige neanderthaler ramde hij op de touchscreenmonitor. Moest hij zijn computer nu van promiscuïteit (vrij seksueel verkeer) of van lasciviteit (wulpsheid) beschuldigen, of zat er gewoon een relaistje (elektronisch schakelelement) verkeerd? Als 60+'er (ook: zestigplusser of 60-plusser) met buddyhollybril had hij meer fiducie in boeddhisme dan in booleaanse (wiskunde, logica) operatoren, hoewel hij elektricien van professie was. Anciënniteit had er hoegenaamd niets mee te maken, maar papier-macheeën (vgl. macrameeën) of een lidmaatschap van de kynologenclub (hondenkenner of -liefhebber) ware allicht een betere hobby voor hem dan de digitale carrousel waaraan hij nu participeerde. Had hij de helpdesk al ge-e-maild of was dat voornemen in het labyrint van zijn gedachten verdwenen? De werking van een vandegraaffgenerator (soortnaam. vgl. dieselgenerator – Robert van de Graaff, begin 20e eeuw) was voor hem geenszins enigmatisch (raadselachtig), voor het digitale nirwana (boeddhisme: toestand van volkomen rust) moest hij nog geüpgraded worden.
2. Het riep reminiscenties (gedachte(n) aan iets uit het verleden) op aan zijn catechisatie, van jaren her, in het souterrain van de parochiezaal in Scheldegotiek (VD, Scheldestreek, hoofdletter twijfelachtig). De laag-bij-de-grondse kapelaan met zijn missaal (misboek) in marokijnen (marokijnleer) band stond hem nog helder voor de geest. Zijn expositie op de tekst van het Paternoster (naam, Onzevader) was even gênant als de man chagrijnig (sacherijnig, andere uitspraak) was, een didascalische (m.b.t. de didascalia, een zeker theologisch geschrift uit de 3e eeuw) zelateur (ijveraar, kerkelijk) en gedebaucheerde (ontuchtig) proselietenmaker (bekeerlingen) met een predilectie (voorliefde, voorkeur) voor proskynese (voetval of de bodem aanraken), dat was hij. Wel herinnerde hij zich dat onderweg daarheen de ketting van zijn derailleur (versnelling fiets) was gelopen toen hij zijn lodderig oog op een schaatsster liet vallen, wier kek (vlot, modern) pardessustje (overjas) in turquoise (zeker weefsel) een ravissante (betoverend) verfraaiing had gekregen met een broche in de vorm van een rembrandtieke (à la Rembrandt) tamboerijn (rinkelbom, kleine handtrom). Zij was een gecertificeerde wilhelmina-vooruit (met grote boezem), maar hij belandde tussen het look-zonder-look (knoflookkruid), de herfstasters en het guichelheil (lijkt op de plant muur). Fietsen en flirten is belabberd voor de oxygenatie (verzadiging met zuurstof) en leidt zelden tot de consummatie (door geslachtsdaad) van het huwelijk.
3. Maar rumineren (herkauwen) over de vergane glorie lost geen intricate (moeilijk, netelig) puzzels (puzzles is beslist fout) op. Het guetteren (beloeren, bespieden) van cohabiterende (geslachtsgemeenschap hebben) jan-van-gents (ook: jan-van-genten, andere uitspraak) evenmin. Hij greep zijn overjas, die leek op Sinterklaas' tabberd (ook: tabbaard, andere uitspraak, toga) opgedirkt met japonaiserieën (japannerie: Japanse snuisterijen) en voorzien van guipures (soort van reliëfkant), en nam zijn stalen ros (de fiets). Hij had liever gecarpoold, maar het rapaille (gepeupel) van het supplementaire (aanvullend, extra) comiteit (comité) had een abjecte (volstrekt verachtelijk), lamentabele (ellendig, beklagenswaardig) attitude (houding), niet zijn pakkie-an (zorg). De contiguïteiten (het in samenhang zijn met elkaar) van zijn computerconfiguratie baarden hem zorgen, hij begreep er geen yottabyte (voorheen 10^24 byte, YB, tegenwoordig yobibyte, YiB, 2^80 byte, thans ook wel – VD – yobibyte = yottabyte is dus 1.208.925.819.614.629.174.706.176 bytes) van. Had hij zich maar tot de prerafaëlitische (van voor Raphaël) periëgetische (m.b.t. rondreizen) literatuur (tt mag ook!) beperkt, aleatoir [onzeker, wisselvallig] van aard, maar minder dubieus als het debacle dat nu zijn precaire (onzekere) existentie (bestaan) bedreigde. Axillaire (m.b.t. de oksels) exsudatie (uitzweten) en zijn opspelende presbyopie (ouderdomsverziendheid) escaleerden (verergerden) zijn perturbatie (stoornis, verwarring) extraordinair (buitengewoon).
4. Achteraf bleek het diagnosticeren van de obstructie in zijn spreeuwenkist (hilarisch voor radio, pc of tv: herrie, geluid) een fluitje van een cent te zijn: het correct appliceren van de netvoedingsadapter (VD ook: adaptor) bespoedigde de convalescentie (herstel) van het mechaniek en bracht de flux de bouche (radheid van tong) billijkerwijs terug in zijn peccadilles (kleine zonden) online. Bij terugkeer op de horst (nest van grote roofvogels), in zijn vertrouwde ommekreits (= omkreits, kring, omgeving), keek hij reikhalzend uit naar enige alimentatie. Geen fysieke exercitie zonder culinaire gratificatie. Een kaassouffleetje als hors-d'oeuvre zou er wel ingaan, gevolgd door tagliatelle met truffel en een tournedostje. En als dessert een tiramisu'tje of toch liever iets met mascarpone (Italiaanse roomkaas) en gemengde bosbeziën (bosbessen)? Maar zijn eigen table d'hôte (open tafel) moest niet dionysisch (Dionysos, god van de wijn, Romeins: Bacchus), exuberant (overdadig) of somptueus (weelderig) worden, excessieve lucullische (overdadig van voedsel en drank) uitspattingen leiden tot periculeuze (gevaarlijk, hachelijk – perikuleuze is beslist fout) antiperistaltiek (tegengestelde van de darmen voortstuwende bewegingen). Afronden met een jan-in-de-zak (au bain-marie bereid meelgerecht) is zonder meer een raisonnabele (redelijk) en exquise (uitgelezen, voortreffelijk) slotscène van een remarquabele (merkwaardige) dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten