dinsdag 27 november 2018

1440 Dictee dinsdag 27 november 2018 (1): dictee Is het 'Sint' of 'sint'? √

Dictee - dictees [1440]

Is het 'Sint' of 'sint'?

Hoe hoort (hoor je) het op 5 december?
Maar vooral: hoe schrijf je het?

Bij een doorwrochte analyse hoort vooralsnog een gedegen bronnenonderzoek (en bij dictees zijn die alleen GB en VD). Bij een goed artikel staan de (voet)noten onderaan het verhaal, in dit geval worden het kop- of hoofdnoten (rondgestrooid door de hoofdpiet).

1. (online) VD (online-VD), zoeken op *sint*.
Dat geeft 275 treffers, maar ik wil absoluut niks missen, dus ga ik ze allemaal na.
a) hulpsinterklaas en hulpsint
b) sint 1, znw.: heilige 1 (3) = vroom iemand, de goede sint = Sinterklaas, en uitdrukking: het is een afgezette sint = een vroeger invloedrijk iemand, om wie zich thans niemand meer bekommert
c) sint 2, voorzetsel = sedert
d) Sint- of St. zoals in Sint-Pieter (hoho, niet Zwarte Piet!) of St.-Pieter. Ook: Sinte-Margriet
e) sinterklaasaanbieding, -lied, -pak, -optocht en -show
f) sinterklaasachtig en sinterklaasavond of sint-nicolaasavond
g) sinterklaascadeau en sinterklaasdag (een Sint-Niklazenaar komt uit Sint-Niklaas, bnw. Sint-Niklaas of verbogen: Sint-Niklase)
h) sinterklaasgebak en sint-nicolaasgebak
i) sinterklaasgedrag, -geschenk, -stoet en -uitmonstering
j) sinterkerst = periode waarin sinterklaas- en kerstinkopen worden gedaan
k) sinterklaas = de persoon of het feest
l) Sinterklaas = heilige met geschenken, Sinterklaas en Zwarte Piet, de zak van Sinterklaas, voor Sinterklaas spelen, Sinterklaas heeft goed gereden, zo droog als Sinterklaas z'n achterste (gezegd van gebak en brood), en Sinterklaas staat metonymisch voor de naam- en feestdag van Sint-Nicolaas (6 december) of de vooravond daarvan
m) sinterklaasavond, -feest, -gedicht, -koek, -mutsenkruid, -pop, -prent, -rijm, -tijd, -vermomming, -verrassing, -vers, -viering en -weer
n) sinterklazen = voor Sinterklaas spelen, het sinterklaasfeest vieren of erg vrijgevig zijn van andermans geld
o) sinterklazerij = vrijgevigheid met andermans geld, m.n. overheidsgeld
p) sinterklaasversnapering en -weekend
q) Sint-Nicolaas = Sinterklaas
r) versinterklazen = onoordeelkundig besteden = verjubelen

Bij de voorbeeldzinnen (55) vinden we nog: Sinterklaas, goedheilig man [GB nu ook: goedheiligman], Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, Sint-Niklaas (!) is jarig, o wat zijn we blij, lootjes trekken voor sinterklaas [twijfelachtig], Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, met Sinterklaas (!) geef je elkaar surprises, met sinterklaas (?) wordt er gestrooid. Binnen artikelen (371) laat ik even zitten, anders wordt het te gek.

2. En dan nu *piet*. Lijkt onbegonnen werk, valt mee. Lemmata (106), waaronder:
a) hulppiet (helper van Zwarte Piet)
b) kleuren- en regenboogpiet
c) bij 'piet' niets wat naar het decemberfeest verwijst
d) bij 'Piet' Zwarte Piet, elk (!) van de zwartgeschminkte helpers van Sinterklaas = Piet (2) = Zwarte Piet, Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, Pieterbaas, vergelijk zwartepiet [dat gaat alleen over een kaartspel en de zondebok]
e) pietenpak en pietenpet
f) zwartepietenprotest
g) regenboogpiet, roetpiet = schoorsteenpiet en veegpiet
h) zwartepieten = kaartspel of elkaar de schuld geven = elkaar de zwartepiet toespelen – dat is het zogenaamde zwartepietenspel

Bij de voorbeeldzinnen (72): Zwarte Piet werd in korte tijd ontkleurd en ontkroesd en stoute kinderen gaan in de zak van Zwarte Piet. Binnen artikelen (206) laat ik verder buiten beschouwing.

3. Dan naar GB met *sint*: sint, hulpsinterklaas – verder kom ik niet in het online-GB, in de papieren versie nauwelijks nieuwe gezichtspunten en met alleen sint* nog sintfeest (= sinterklaasfeest) en een sinterklaas is iemand die voor Sinterklaas c.q. Sint-Nicolaas speelt (!) en nog allerlei samenstellingen met sinterklaas- die bij VD al genoemd zijn.

4. Vervolgens naar *piet*: piet (is ook bv. een kanariepietje), weinig nieuwe gezichtspunten.

5. Mijn analyse
Ik vind geen redenen om 'piet' in de betekenis van 'Zwarte Piet' met een kleine letter te schrijven. Daarvoor geven GB en VD geen handreiking. Wel erken ik 'Piet' (met hoofdletter) ook als verkorting van Zwarte Piet. Bij 'sint' is dat wat subtieler, maar voor de/een sint in GB zonder betekenisaanduiding kom ik niet verder dan de betekenis in VD: een sint = een heilige. Om tot Sinterklaas gebombardeerd te worden, moet je een goede sint, een goede heilige zijn. Volgens mij moet Sint als verkorting van Sinterklaas dus gewoon met een hoofdletter geschreven worden.

6. In december geschiedt dus – voor zolang het nog duurt – het volgende.
Op pakjesavond, sinterklaasavond gaat de goedheilig( )man, Sinterklaas, Sint-Nicolaas, de Sint, Sint-Niklaas, in een razend tempo Nederland rond. Hij is vergezeld van Pieterbaas, (Zwarte) Piet [Sint en Piet] – en bij grote drukte ook wel van zijn Pieten [Sinterklaas en zijn Pieten].
 



 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten