Presentatie GB (deel 3)
Specifiek voor Nederland
1. Ook in
het Nederlandse deel van het taalgebied zijn er de afgelopen jaren veel woorden
in de woordenlijst opgezocht die er nog niet in stonden, maar waar duidelijk wel
behoefte aan was. Nieuw geïntroduceerd werden in de periode vanaf 2005 woorden als
bhv ‘bedrijfshulpverlening; hulp die wordt verleend bij ongewenste
gebeurtenissen in een organisatie, die de veiligheid en/of gezondheid van de
werknemers en andere aanwezigen bedreigen (zoals brand en ongevallen)’ en bhv’er
‘iemand die dergelijke hulp binnen een bedrijf kan en mag verlenen’. Na de
troonswisseling maakten de Nederlanders kennis met de functie van commissaris
van de Koning die de eerdere commissaris van de Koningin verving en
werd de Koningsdag, ingevoerd op 27 april, ter vervanging van de tot dan
toe op 30 april gevierde Koninginnedag.
2. Voorbeelden
van al langer bestaande woorden die tot nog toe in de woordenlijst ontbraken,
zijn
AOW-leeftijd ‘leeftijd waarop men in Nederland een basispensioen krijgt’, buitenschoolse opvang [VD, GB: bso] ‘opvang van schoolkinderen buiten de schooluren’, ov-chipkaart ‘kaart voor reizen in het openbaar vervoer’ en takkeweer ‘heel slecht weer’.
Specifiek voor Suriname
AOW-leeftijd ‘leeftijd waarop men in Nederland een basispensioen krijgt’, buitenschoolse opvang [VD, GB: bso] ‘opvang van schoolkinderen buiten de schooluren’, ov-chipkaart ‘kaart voor reizen in het openbaar vervoer’ en takkeweer ‘heel slecht weer’.
Specifiek voor Suriname
3. Suriname
trad in 2005 toe tot de Taalunie. Meteen dat jaar werden enkele honderden
woorden uit het Nederlands dat in Suriname gesproken wordt toegevoegd aan de in
dat jaar verschenen editie van het Groene Boekje. Voor de huidige editie van de
woordenlijst heeft het Instituut voor Nederlandse Lexicologie een corpus van
Surinaamse teksten samengesteld en op basis van de woorden die daarin
voorkwamen heeft een commissie van Surinaamse deskundigen ruim 1800 woorden
geselecteerd die in aanmerking kwamen voor opname in de woordenlijst.
4. Het
Nederlands in Suriname bevat relatief veel leenwoorden uit de inheemse talen,
zoals akanswari ‘hongerlap’ en alakondre ‘allesomvattend’, maar
ook uit het Engels, zoals djoinen ’meedoen’ en wiper
‘ruitenwisser’. Daarnaast zijn er veel woorden die helemaal Nederlands van
vorming zijn, maar toch heel specifiek zijn voor Suriname. Dat geldt
bijvoorbeeld voor de Surinaamse flora en fauna en voor de Surinaamse keuken,
die de woordenlijst verrijken met woorden als deklandschap, kaaimansaté,
leguanensoep, schaafijsman en zwampvis. Ook vinden we wel woorden
voor zaken die we in Nederland en Vlaanderen ook hebben, maar waar we hier geen
apart woord voor hebben, bijvoorbeeld eigendomsbeker of eigendomstrofee
voor een beker die je als prijs krijgt en die je ook echt mag houden, en okselmouw
voor een mouwloos T-shirt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten