Dictee - dictees [2391]
Oefendictee sep 2021 (1)
1. Een
sequoia is een reuzenpijnboom (en
de ouguiya
de munteenheid van Mauretanië,
historisch MRO,
thans MRU).
Het was takke-, zeg maar: pokkenweer [znw.]. Ze wilden hem koud maken. Een
cryogeen mengsel is een koudmakend mengsel (t.b.v.
lage temperaturen).
Tai-chiën: al dat getai-chi leidt tot niets (dit
betreft: tai chi).
Een gevolmachtigde of zaakgelastigde is een chargé [mv. s] d’affaires.
Waar blijft die tompoucetraktatie (ook
tompoestraktatie - gebakje)?
Hou vol: het is nog een pokkeneind
[znw.] en dus berever.
Hij zit in de driver’s seat. De apenkop verkocht apekool. Schrijf
je dat wel goed: his master’s voice, for heaven’s sake, for God’s
sake,
McDonald’s(-maaltijd),
baby’s, beauty’s, bull’s eye en captain’s dinner?
2. Ken je
de volgende uitdrukkingen: God’s own country, runner’s high,
Ockham’s razor, life’s little ironies, collector’s item,
hell’s angels, white man’s burden, bird’s eye viewjournalist,
citizen’s band, Malmö’s bezienswaardigheden, journey’s end,
Lady Chatterley’s lover, prisoner's dilemma en writer's
blockprobleem? De woorden jawel’ en ‘jazeker(s)’
schrijf je aaneen. Dat is opletten geblazen: (filet)
americain
[in
Belgisch-Frans wel é niet in dictee!],
mal américain (dysthymie)
en stock américain (dump).
En denk erom: geen woorden, maar daden, facta non verba. Bij crème
[nee,
niet: crêpe]
fraîche moet ik altijd aan fraîcheur denken. Na het spelletje
croquet kregen ze allemaal een overheerlijke delicieuze kaaskroket. Nee
joh, geen delicieuses
[bnw. delicieuze], dat zijn fijne gebakjes!
3. In het
uur entre chien et loup (inter
canem et lupum - in de avondschemering)
werd de loepzuivere hattrick onder de loep
[loupe
= alleen Frans]
genomen. Hij behaalde (letters)
een zesplusresultaat (anders:
6 plusresultaat, 6+-resultaat).
Hij keek naar het bloemenaartje [aar] en had overigens een ontstoken
aârtje [ader]. Met ‘Anton’ de letter ‘a’ aangeven is een vorm van
acrofonie. Acrofobie is hoogtevrees. Addenoi of addenom is attenoje,
ook: ottenoje, ottelenojeheine (uitroep
van verbazing).
In allerijl, in aller haast is halsoverkop, à corps perdu,
overhaast, pardoes, vierklauwens, als de donder, halje travalje, hol
over bol, holderdebolder of plompverloren. Het is alom bekend dat
zo’n monster allesvernietigend is. Ik heb een allriskdekking. ik
ben allrisk verzekerd.
4.
Schrijf je ‘amishjongen’ inderdaad (idd - sms- en chattaal)
met een hoofdletter? Die apollo [toonbeeld mannelijke schoonheid] doet me aan Apollo denken. Bami is
een gerecht van mie. Een bekkentrekker is goed in bekken trekken. Het
Italum acetum (Italische
azijn – zure opmerking)
werd door Horatius gesteld t.o. (t.g.o.v.)
Attisch zout
(sal
atticum, verfijnde geestigheid).
Een attische opmerking kun je ook maken in het Attische dialect. Met
aceto balsamico wordt trouwens [welriekende]
balsamicoazijn aangeduid. Zijn werk was à quatre épingles [om door een ringetje te halen]. Is dat
nou een cajon
[k
ch] (Spanje)
of een bodhrán
(bau-rahn
–
Ierland,
beide: handtrommel)?
Ze wilden me opleiden in mensen de Calvarieberg
op leiden. Cellulite, cellulitis is peau d’orange oftewel
een sinaasappelhuid.
5. Een combinatie van vertigo (draaiduizeligheid) en tinnitus (oorsuizen) kan duiden op ménière (de ziekte van Ménière). Bij sarcoïdose ontstaan spontaan ontstekingen, bv. in de longen. Wat chryselefantien (bnw.) is, is vervaardigd uit goud en ivoor (om een houten kern). Die robinsonade ging over citronnade en limonade. Ook Pepsi Cola runt een coca-colafabriek. De groene nachtorchis behoort tot het geslacht Coeloglossum. Dat cd’tje kreeg bij de beoordeling een [cijfers] 6’je [zesje]. Het woord ‘conclaaf’ heeft mv. ‘conclaven’, maar ‘conclave’ (alleen GB) n/s. Het is daar altijd couleur de rose, rozengeur en maneschijn. Boeken in/ad usum Delphini zijn gekuist, gecastigeerd. We kennen a-, micro-, meso- en macrocefaal, maar ook brachycefaal.
6. We moesten een tijdlang, wel een uur lang wachten! Een galantuomo verzamelt vrouwen, een galantofiel sneeuwklokjes. Een giclee maak je met piëzografie. Geef de reinetteschaal [n/s - vgl. renet(ten)] eens aan, wil je? Op het IJ-meer kun je een ijbot vangen. Het KIvI is het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Malle- is gekkenpraat, dollemanspraat, dollepraat, zotteklap. Een mebibyte (afko: MiB) heette vroeger (en ook nu nog wel) megabyte (afko: MB). Een miek (microscoop) is nu eenmaal geen mike (microfoon). Dat duurt nu al decennialang: drie decennia lang. Mysofobie is infectievrees, misofonie is geluidshaat. De myoloog is er voor de spieren, de mycoloog voor de schimmels.
7. De
taaislijmziekte, zeg het maar: CF,
cystische
fibrose,
mucoviscidose,
cystic
fibrosis.
De Cito’er [letterwoord met hoofdletter] maakte het de havoërs lastig. Een obstetrica [verloskundige] is dat een
dieveggetje met verlos, die diefje-met-verlos speelt? De
‘en/en-generatie’ mag je ook schrijven als ‘en-engeneratie’.
Waarin verschillen pidgin en Pidginengels (de
hoofdletter!)
De Surinaamse zong een poku'tje [oe liedje] voor mij. Hij was de poshte [luxueus] van de
drie. In
statu
nascendi
(i.s.n.)
is in wording en in statu pupillari is als, in de toestand van een
onmondige. Een common rail zit in dieselmotoren. Spondei [mv.] zijn
spondeïsch. Een stoepier
[pjee]
doet zijn werk op een stoepie. Luetisch, dat is gewoon syfilitisch.
Een
uchi-mata [judo] besliste de partij. Vast staat, hoe je ‘als vaststaat
dat …’ moet schrijven.
8. Brachycefaal is kortschedelig en longo- of dolichocefaal langschedelig. Een hydrocefaal/falus is een waterhoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten