Dictee – dictees [2396]
Groot Hillegoms Dictee 2021
De vetgedrukte woorden moesten worden ingevuld.
Toelichting in blauw.
Genealogie of sibbenkunde [stamboomonderzoek – sibbe + n]
(auteur: Bram Rietveld)
1.
In een grijs verleden ging ik met mijn blocnoteje naar het
archief om daar de registers en de retroacta [registers,
voorgeschiedenis van een zaak] van de burgerlijke
stand te raadplegen. Daar hoopte ik tenminste [althans]
te vinden wat ik zocht. Was de doop van mijn voorvader door de
Nederlands-hervormde clerus
[geestelijkheid,
r.-k.,
clergé] ingeschreven in de doopregisters en zou ik kunnen
nagaan wie de ware jakob van zijn
zuster was?
2. Later leerde ik de notariële en rechterlijke archieven kennen en raakte ik vertrouwd met woorden als renvooieren [in handen stellen van], rekwestreren [rekesteren, een verzoekschrift indienen] en rauwelijks [zonder speciale voorbereiding]. Ik wilde weten of mijn voorvaderen brave hendriken waren, echte jongens van Jan de Witt of sneue zielenpoten, die zich bezighielden met onoorbare [onbehoorlijk] praktijken.
3. Ik hoopte dat er ergens in mijn stamboom een mesalliance [huwelijk beneden de stand] was geweest, zodat ik via de geprivilegieerde [bevoorrecht] klasse bij adellijke families uit zou komen, bij de Brederodes of bij belangrijke figuren uit het markizaat [wel: markies] van Bergen op Zoom of anders bij de Bataafse intelligentsia [de gezamenlijke intellectuelen]. Eerst leek dat een beetje krankjorum [gek, dwaas] of op voor-de-gek-houderij, maar uiteindelijk bleek het allesbehalve [volstrekt niet] moeilijk.
4. Nog later wilde ik iets te weten komen over de beroepen in mijn voorgeslacht. Was een voorvader koddebeier [veldwachter], hannekemaaier [seizoen(s)arbeider – GB/VD – uit Westfalen, gras] of maître d’hôtel [chef bedienend personeel] geweest of had hij bij de marechaussee gezeten? Als het een armoedzaaier was kon hij terecht bij de heiligegeestmeesters [armbestuur], die verantwoordelijk waren voor de tafel van de Heilige Geest [niet in wdb.], de toenmalige armenzorg.
5. Archieven waren een soort gewijde plaatsen, waar een vredige stilte strijk-en-zet was en waar zelfs een secondelange stilte eeuwig leek te duren. Tegenwoordig kun je er na authenticatie [vaststelling van iemands identiteit] inloggen in het systeem en digitale documenten raadplegen. Dat is het hele eiereneten [dat is de clou, daar komt het op neer]. Nou ja, je hebt wel een cursus paleografie [studie middeleeuwse handschriften] nodig om de hanenpoten uit vroeger eeuwen te lezen. Gelukkig is er in de pauze cappuccino.
6. Tenslotte wil je alles weten: droeg mijn betovergrootmoeder fichuutjes [driekantige halsdoek – bedekt schouders] over haar cup C-bh/beha, hing haar rok wel eens op halfzeven [vaste uitdrukking, verder: halftien = half tien - toelichting GB, niet in dictee, etc.], zag haar huis er spic en span [helemaal schoon] uit, werd ze gekoeioneerd [plagerig de baas spelen] door haar man, at ze copieuze [rijkelijk, overvloedig] maaltijden en hoe florissant was haar leven eigenlijk? Heeft ze zich hierover wel eens geuit [zonder trema]? En wanneer gaf ze de pijp aan Maarten [het opgeven, sterven]?
7. Genealogie kent een aantal hulpwetenschappen, waaronder de sfragistiek of sigillografie [zegelkunde]. Meer bekend is de heraldiek, die zich bezighoudt met wapenschilden e.d. Sinopel [groen] en keel [rood] zijn twee van de heraldische kleuren. Verder is er het pelswerk, een patroon van een kleur op een metaal of omgekeerd. Hiervan bestaan twee basisvormen: vair [= vaar: klokvormige vakjes] en hermelijn [veld bezaaid met zwarte hermelijnstaartjes of -vlokjes].
8. Een nieuwe vorm van genealogie is de genetische genealogie. Via het Y-chromosoom, dat onveranderd van vader op zoon wordt doorgegeven kan een haplogroep [groep personen, verwant via haploïd(e) DNA] van genetisch verwante personen gedefinieerd [definiëren] worden. Door middel van onderzoek naar het mitochondriale DNA [mtDNA – vgl. cDNA], dat alleen via de vrouw vererft, kan de matrilineaire [matrilineaal = volgens de vrouwelijke lijn] afstamming bepaald worden. Of je zo ook etniciteit [etnische groep = etnie] kunt bepalen is discutabel.
9. Sommige mensen maken het zich wel heel gemakkelijk en schrijven als quasimiddeleeuwse kopiisten alles in groten getale over van internetsites en klaar is Kees. Quick-and-dirty [snel en goedkoop, van mindere kwaliteit] natuurlijk, maar ook nogal gênant [pijnlijk, beschamend], want zo krijg je met kunst-en-vliegwerk [2024] genealogieën met de nodige apocriefe [niet-authentiek] voorouders en broodjeaapverhalen [stadslegende = broodje aap] en is alle betrouwbaarheid asjeweine [weg, verdwenen, dood]. Vaak zijn deze mensen ook nog Oost-Indisch [doen alsof je het niet hoort] doof voor kritiek.
10. Je moet je genealogische nalatenschap uiteraard wel goed regelen. Als je dat niet doet heb je kans dat je levenswerk, de hele santenkraam [de hele rommel], achter de bosschages [bosjes] verdwijnt en je software gede-installeerd wordt. Bewaar in ieder geval ten minste [op z’n minst] twee back-ups, dus drie bestanden, dan zullen die niet alle drie [wel: allebei] naar de filistijnen gaan [onbruikbaar worden, kapotgaan] en hoef je je niet postuum [na je dood] nog te generen [maar: gêne, gênant].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten