Dictee - dictees [1229]
Zie ook: 1228 en 1230!
Groot
Dictee Mechelen 2017 – woordenspel
Het
volgende dictee werd nu in zijn geheel voorgelezen. Op 20 plaatsen klonk er na
een voorgelezen woord een belletje. Er kwam dan op het scherm een
meerkeuzevraag (2 – 5 mogelijkheden), waaruit je kon kiezen. Achter elke
mogelijkheid stond een letter. De juiste spelling is hieronder vet en onderstreept weergegeven.
Twee voorbeelden met 2 keuzen: bijbel/Bijbel en ovalen/ovale.
Zo
vergaarde je 20 letters, waarna je 10 minuten de tijd kreeg om ermee een zo
lang mogelijk woord te maken. Omdat onderaan dit dictee de oplossing staat (er
was waarachtig iemand die dit twintigletterwoord binnen die tijd vond – klasse!),
vermeld ik hier de twintig letters, dan mag je het zelf ook proberen (10
minuten, hè?).
D
K H R E E G R B J C I E V E S J U N O
God
woont in een bibliotheek (auteur: Sander Hobin)
(In
den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.)
1. Grootvader
Jakob, oud-korvetkapitein, was een excentriek man, dat wisten velen van ons. Elke
zaterdag ging hij als het enigszins kon naar de bibliotheek om zijn
descendenten 's middags een verhaal voor te lezen. Maar hij las nooit wat er
reëel in het boek stond. Hij verzon de meest bizarre histories terwijl hij ze
las. En op een herfstige zaterdagvoormiddag, schoof hij zijn kapiteinhaddockpet
naar achteren en las de (1) Bijbel.
2. Hij
vertelde:
3. "Nadat
God Adam en Eva had geschapen, was Hij eigenlijk van plan ons met rust te
laten, dat weten jullie, maar zoals verwacht maakten we er een (2) zootje van.
4. In
die tijd waren er nog geen bibliotheken en geen boeken, zoals nu, en de mensen
waren dom en bang. Zo reden er wel treinen tussen Brussel en Mechelen, en ook
tussen Mechelen en Gent, maar dan zonder (3) passagiers. En fabrieken zoemden en gromden, net zoals ze
dat nu nog doen, maar er waren geen werknemers om hun honger te stillen. Alle
straten en pleinen waren leeg.
5. God
voelde zich eenzaam door zo weinig bedrijvigheid. Hij hield (4) ervan om naar ons te kijken, en
daarom ging Hij naar de huizen van de mensen om te zien wat er scheelde.
6. Achter
de muren van appartementswoningen, (5) villaatjes
en herenhuizen, zag Hij hoe hele families samenhokten. De mensen aten taart en
dronken koffie. Soms las iemand luidop het etiket van zijn trui voor of speelde
iemand anders piano, er werd zelfs even(6) gedart.
Maar (7) buitenkomen, dat
deed niemand. Als iemand een luchtje wilde scheppen, gebeurde dit via de tochtklep
van de brievenbus.
7. Aan
een haardvuur fantaseerden de mensen 's avonds over wat er voorbij de muren van
hun huis kon liggen. (8) Een voor een
voerden ze een monoloog. Maar omdat ze nooit buiten waren geweest, konden ze
niet bevroeden wat er in werkelijkheid was. En hun fantasie (9) reikte niet verder dan wat ze al
kenden. 'Ik denk dat er buiten, voorbij onze deur, een grote (10) keramieken kookplaat ligt,"
zeiden ze dan. Of: 'Als je het mij vraagt, ligt het daar vol met haarspelden.
Maar dan wel erg groot.' Of: 'Er zijn allemaal (11) ovale spiegels waar je jezelf in kan zien.'
8. Verdrietig
over zoveel gebrek aan fantasie en nieuwsgierigheid, en ook wel jaloers op het
functionele aspect van zo'n huis, besloot God actie te ondernemen: Hij schiep
een eigen huis. Een (12)
zeventiende-eeuws
klooster met pas gerestaureerde dakkapellen en ecologische verwarming. En de
zolders (13) spic en span opgeruimd.
9. Dat
was de eerste dag.
10. De
tweede dag schiep God boeken. (14) Kijk-
en leesboeken, pockets en bibliofiele uitgaven, romans en
poëziebundels, (15) middeleeuwse
ridderverhalen, die Hij met geduld (16) kalligrafeerde.
En zelfs strips en [17] sciencefictionliteratuur [GB
ook: tt]. Hij schiep ze opdat de mens ze later zelf zou kunnen verzinnen.
Hij begon braaf: zijn eerste verhaal ging over een (18) frêle middagzonnetje dat op een dag een sneeuwpop liet
smelten. Maar algauw ging Hij er helemaal in op, Hij schreef verhalen over
onzichtbare wezens die, als ze voor je neus dansen, je laten dagdromen. En hij
schreef een filmscript over de (19) reumatische
pijnen van een octopus.
11. Toen
het hele gebouw eindelijk af was, de (20) steigers
waren afgebroken en alle boeken netjes in een kast waren gezet, zei God: 'En
God zei dat er lezers waren.'
12. En
ja hoor, daar waren ze."
13. Grootvader
Jakob legde het boek weg en keek ons lang en indringend aan: "En dat was
nog maar het begin."
********************************************************************************
OPLOSSING:
[Let
wel: bij de Vlamingen telt de IJ voor 2 letters – zie bijv. het spelprogramma
Blokken!, bij ons meestal voor 1!]
J
E U G D B O E K E N S C H R I J V E R !!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten