Dictee - dictees [1317]
De herziening van de oude oefendictees zit in de serie 501-550.
Als willekeurig voorbeeld het oude dictee 508.
Oefendictee oud 508 (DVIII) Specialistendictee (8)
1. De sonateschrijver produceerde veel. Sotto voce is met zachte,
ingehouden stem. Ik slaap op een springveren matras. De spookgestalteverschijning was angstaanjagend. De spreekgestoeltelezenaar stond te hoog. Het meervoud van 'spondee' [versvoet van 2 beklemde of lange lettergrepen] is
'spondeeën', dat van 'spondeus' [hetzelfde!]
'spondei'. Met spleen
[ie/ee] [weltschmerz,
taedium vitae, soort depressie] hing ze haar spitzen [balletschoenen] aan de wilgen. De kat spinde, de spinster
spon (er goed garen bij). De spindenvoorraad [provisiekast]
was meer dan voldoende. Spiccato wil zeggen: iedere toon apart aanstrijken. De
spelersselectie is te groot. De spektakelfilm was spectaculair.
De speelweidetoestellen moeten onderhouden worden.
Dat was een speelfilmlange intrige. De speechschrijver had veel werk. Zijn
specialismenopsomming mocht er zijn. Hij had
weer een spasmeaanval [kramp].
Het spanwijdtebereik was groot. Hij was nog maar
één spadesteek van de schat verwijderd. In het
stemlokaal stem je plaatselijk, lokaal, op locatie.
2. Een
kleptomaan is een stelebroer. Het steenlawinegevaar is groot. Zij spraken Stadsfries. De
stapelloop verliep vlot. Geef die stamijnen [van
zeefdoek om vloeistoffen te zeven] doek eens aan. De stafchefs [enige mv., bij chef-staf twee: chef-stafs of chefs van
staven] hadden een vergadering. Ook stadstaten hebben stadsscholen. De steengravureafbeelding
is nogal flets. 'Staak het vuren', dat was het parool [voor
een staakt-het-vuren]. Het GB kiest voor 'Sranan(tongo)'
(zonder tweede g – voor de t – VD heeft beide
vormen). Hij woont aan een stationsstraat.
Voor het steengrillen heb je steengrills nodig. Het brandwondencentrum was overbelast. Het steengroevegebied vertoonde een grillig verloop. Hij is ervaren
en wijs, streetwise, straatwijs. De straatbendeleden
gingen op pad. Het straatlengteaantal was drie.
Stores zijn zonnegordijnen. Een stommeknecht is een bijzettafeltje, een stomme
knecht is niet slim. De stootse ram ging stoutweg en stootsgewijs als een
stormram tekeer. De stokebrand had gelukkig geen
vuur. De stinsenflora (VD ook: stinzenplant) tierde welig [GB en VD allebei: stins, stinsen, stinzen]. De
steppehond droogde uit.
3. Stilstand
van veetransporten is standstill. Ze werden in hun overmoed gestijfd en hun
overhemden werden gesteven. De Stier [sterrenbeeld]
hing wel heel ver boven de koe. Hoeveel stifttanden heb je? Hij is
anabolesteroïdengebruiker [GB; VD n/s: zonder
tussen-n]. De stèrehoeveelheid (wissenhoeveelheid)
bedroeg drie. Het strakgespannen, strakgetrokken koord stond op breken. Vandaag
behandelen we sulfiden en sulfieten. Zit niet te suizebollen.
Wordt Amsterdam gesurinamiseerd? Hij surplacete langdurig. Koop je die SUV-wagen
(sport – GB + s – utility vehicle) nog? De
synagogedeur stond open. De synontologie is de
leer van de opeenvolging der vegetaties. Een syrahtje
is een soort van wijnstok. Bij sudden death is één doelpunt dodelijk. De substituut-griffier
nam waar. Hij vertelde het sub rosa [in vertrouwen,
off the record]. Het stuudje was blij met zijn nieuwe stylo [balpen]. Sturm und Drang is een literaire (GB ook: tt)
stijlperiode. Wat is juist: de stuf of het stuff? Geen
van beide: het stuf is een gummetje, de stuff is hasj (ook wel: drugs). De
strofebouw is heel verzorgd.
4.
Strijk-en-zet komt hij te laat. Met de dosimeter [ook
dosismeter: straling] maten we driehonderd millisievert [eenheid van dosis straling]. De ADHD'ers (ADHD-kinderen, attention deficit hyperactivity disorder,
ook: alle dagen heel druk, ook wel adhd) gebruikten ritalin (werkzame stof: methylfenidaat, BE: rilatine). De
QR-code (Quick Response Code) kun je via je
mobiele telefoon gebruiken. 'Notoir' [oo/waa] kun je op twee manieren uitspreken. Het
Elysée vind je in Parijs. Hij kent alle ins en outs van het dicteewezen. Onder
de Kleine Beer liep een grote beer [deze zin
luistert nauw en kan niet andersom …]. Bij VD lusten ze wittekool (GB ook: witte kool) en rodekool (GB ook: rode kool, beide sluitkool, bewaarkool).
Een syllogisme is een sluitrede, een sofisme een valse sluitrede. Hang-en-sluitwerk:
oké (OK). Een slummy
mummy [ah]
is een ploetermoeder. Slurry is schlamm [kolenslik].
De afkorting Sm is van samarium [62, een lanthanoïde].
Een smatje [ah]
of smaatje [aa]
is in het Sranan(g)(tongo) een grietje.
5. Er zijn
kleur- en smaakstoffen toegevoegd. Het voormalige Nederlands-Indië wordt ook
gordel van smaragd genoemd. Doelstellingen moeten 'smart' zijn: specifiek,
meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden. De Man van Smarten was de zoon
van de Moeder der Zeven Smarten: zoek die zeven smarten van Maria op [voorzegging van het lijden door Simeon, de vlucht naar
Egypte, het verlies van Christus in de tempel, de ontmoeting bij de kruisdraging,
onder het kruis, de ontvangst van de gestorven Christus en de graflegging].
Smeedstaal heeft de eigenschappen van vloei-ijzer en staal. De smelenplukker [zekere grassen]
werd teruggeroepen. Smeltglas is email. Lycopodium is smetpoeder. De SMI is de
Swiss Market Index (beursindex van Zürich).
De smicha is de rabbinale bevoegdheid. Een tray is verpakkingsmateriaal, een
tree [treeën, trees, trede(n), treetje] een
opstapje.
6. Hij is
echt zo'n ouderwetse herenboer. Meten is weten:
xylometer (kubieke inhoud van hout),
weeënmeter (baarmoedercontracties),
watturenmeter (elektrische energie),
wattmeter (vermogen), votometer (stemmachine), vouwmeter [van
een beitel, ook: faas], vacuümmeter, udometer (regen),
taximeter [in de taxi], taludmeter [voor het talud], tactometer (gevoeligheid huid), tachymeter (voor landmeters), tachometer (ook: tacheometer – snelheid, toerental),
spirometer (ademhaling), spectrometer [brekingsindex], solarimeter (zonnestraling), sixthermometer, sfygmomanometer [bloeddruk, met kwikkolom], sclerometer (hardheid), sacharometer (ook:
sacharimeter (van Soleil) – suikergehalte), roombutyrometer [vetgehalte room], reometer of fluviometer [stroomsnelheid rivieren], rafactiemeter [korting wegens mindere kwaliteit], pyrheliometer [zonnestraling op aarde], pyranometer [aard- of hemelstraling], pulsoxymeter [zuurstofgehalte in
bloed], psychrometer [relatieve vochtigheid],
pithometer (inhoud
van vaten), piëzometer [samendrukbaarheid
vloeistoffen], perimeter (omtrek),
oxymeter (zuurstof), opiumeter (!), oligochronometer (kleine
tijdsdelen), ohmmeter (weerstand; en tante
dan?), nivometer (sneeuw), pH-meter [zuurgraad] en nattebolthermometer.
7. We zijn
er nog niet: niveaumeter (niveaus),
machmeter (snelheid in Ma; mag het een meter meer
zijn?), lysimeter (waterbalans planten),
lux- of lucimeter [verlichtingssterkte],
lactodensimeter [melkweger], kathetometer [hoogteverschil vloeistofniveaus], hyeto- [regenmeter], hygro- ((relatieve) vochtigheid)
en hydrometer [vochtweger],
holostericbarometer [luchtdruk –aneroïdebarometer,
doosbarometer, metaalbarometer], gyrometer (draaisnelheid
assen; nee, niet de Ronde van Italië, de Giro!), groottemeter [= megameter, 1 miljoen meter], gravi- [verschillen zwaartekracht] en grafometer [astrolabium, hoekmeter], glooiingsmeter [helling], gazometer (gas),
gatsometer (snelheid), frequentiemeter [wisselspanning], fluxmeter (magnetische flux; die doet het snel = fluks!),
fit-o-meter [trimbaan], fabriek-landmeter (technisch ambtenaar polderbestuur), eudiometer [volumeverandering], esthesiometer [gevoeligheid tastzin], dynamometer [kracht], drosometer [dauw],
Demeter (de echte man? Nee, net als Isis:
moedergodin), dasymeter (veranderingen
luchtdichtheid), cyclometer (afstand),
cyanometer (blauwheid hemel), curvimeter (lengte), cryometer (lage
temperaturen), craniometer (schedels),
coulombmeter [= voltameter, niet: voltmeter],
clinometer (helling of diepgang), cirometer (sterkte wolvezels), chordometer (snaren), calorimeter (voor
calorieën) en bathometer [diepte].
8. Het
laatste staartje: azotometer (ammoniak),
axiometer (richting roer), auxometer (vergroting verrekijker), auxanometer (groei planten), aspirant-landmeter, areometer (vocht), applausmeter, aneroïdebarometer [zie boven], aleurometer (geschiktheid
meel voor brood, zo e-mailde men mij), actino-fotometer (ook: actinometer), acribometer (soort van passer), acidimeter (zuurte, wel letterlijk), acetometer (azijn). Een mondvol! Daar lopen een stel
halfnaakte, half blote dames. Tussen Hamas en Israël vonden over en weer
beschietingen plaats (er was sprake van een aantal
over-en-weerbeschietingen). In Breskens kennen ze alleen maar de
niet-lullen-maar-poetsenmentaliteit. Is er verband tussen contraremonstranten (gomaristen) en het contraseign [medeondertekening wet door verantwoordelijk minister]?
Nee. Zanglijsters zijn smidsenwerkers (GB, VD: smidsewerkers – n/s).
Schransen schranzen of schransen (smiezen, smullen).
Een smiley vertoont meestal een big smile. Ze hebben gesmirt [uh] [flirten bij
buiten roken].
9. Leden van
de orde der montfortanen voeren S.M.M. achter hun naam. Een smoddekop [schaap] draagt
als regel geen smodden [n uitspreken] [slabbetjes]. Trekkebekken is
smoelen trekken. Een bekkentrekker zal bekken trekken. Haar smokey eyes [donker opgemaakte ogen, zwoel en verleidelijk] bedwelmden
hem. Het bebloede dinnerjacket diende als smoking gun [onweerlegbaar
bewijsmateriaal]. Als je iemand de smoor injaagt [pesten], moet die wel de smoor [pest]
inhebben. Ik ben je smoesjes beu: ik wil nu een smoothie [drankje]. Er was smörrebröd (GB ook smørrebrød – plakje roggebrood, etc.) bij
het smörgåsbord [koud buffet]. Een Joodse
politieagent is een soort dubbelsmous. Met Jiddisj (Jiddisch)
spreek je de smousentaal. De reparatricenzusters
behoren tot de orde (congregatie) van Maria
Eerherstel (reparatricen, Latijnse afkorting:
S.M.R. = Societas Mariae Reparatricis). Waar ligt het smeltpunt (smp) van koper? Hij smult van de Playboy en loopt
achter bunny's [serveerster nachtclub van 'Playboy']
aan. Die Smyrnioot woont in Smyrna (thans Izmir)
en handelt in smyrnatapijten. Een poelie is een snaarschijf. Rostraal is
snavelvormig.
10. Hapsnap,
is dat in een hap en een snap? Zelfs hij heeft het nu gesnopen. Een schneidig
optreden is Duits-militair en scherp afgebeten. Ook het schobbenvolk kan schobbejakken.
Als je haveloos bent, ben je een havenot. De
SNCB [Société Nationale des Chemins de Fer Belges]
is de NMBS [Nationale Maatschappij der Belgische
Spoorwegen]. De snebbenschoenen glommen.
Het doorsnedevlak is verticaal. Die plank is
gegild [schuin afgezaagd]. Dat boek is
verguld op snee (goud op snee). Hij zal een
goede snee aan hebben [flink dronken zijn].
Kijk: de sneeuwen bloesem der jasmijn. Een sneeuwklokje heet ook wel naakt
mannetje of vastenavondzotje (beide niet meer in
VD). De sneeuwmaand is nivôse.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten