Dictee - dictees [1781]
Viaans Dictee 2019
De vermetele Brederode, heer *
van Vianen (auteur: Nicole Harmsen)
* Ook Heer denkbaar [VD: Heer van
Zuilichem]
1. De patriarch [stamvader]
van de dynastie [regerend vorstenhuis] Brederode,
ontegenzeggelijk een van de aanzienlijkste adellijke geslachten, confisqueerde [in beslag nemen] het Viaanse land niet, maar kreeg
het, na gelobbyd te hebben bij de Hollandse graven, in de late middeleeuwen met
brede roeden * toegemeten.
* De landmaat 'roede' is 14 m2.
2. Diep vanbinnen was Brederode een
usurpator [overweldiger]: als notoir [berucht] soeverein [vorst,
heerser] maakte hij van Vianen in de zestiende eeuw een stadstaat [stad met omliggend gebied] waar het recht van
vrijgeleide * – tevens vrij reces genoemd –
vigeerde [gelden, van kracht zijn], hetgeen
ipso facto [noodzakelijkerwijs] protectie [bescherming] van delinquenten [bedrijver van strafbaar feit] betekende.
* garantie van de landsheer aan een
voortvluchtige beschuldigde waardoor hij, als hij zich bij de rechter meldde,
beschermd was tegen de wraak van de aanklager.
3. Vianen ontpopte zich tot een
gerenommeerd [van naam] refuge [toevluchtsoord] voor asielzoekers van uiteenlopend
allooi [peil], waardoor het de discutabele [voor discussie vatbare] reputatie verwierf een
oord te zijn waar rapaille [gespuis] vertoefde.
4. Desalniettemin werd ten tijde van de ongeëvenaard
desastreuze [rampzalige] windhandel [speculatiegolf in effecten] de erudiete [uitgebreide kennis met smaak en kritische zin] schrijver-schilder
Weyerman resoluut uitgeleverd, hetgeen geenszins vergoelijkt werd door de
Vianezen, die weliswaar ongelimiteerd trots waren op hun pittoreske stad met
het fameuze Batenstein [Hof van Batenstein, nu
zorgcentrum] en prestigieuze stadhuis met de markante kantelen [getande bovenzijde van oude stads- en burchtmuren],
maar Brederode non-stop [onafgebroken] kritisch
volgden.
5. De recognitie [heffing, recht]
die het 'schorriemorrie' [gespuis] tenslotte
[per slot van rekening] betaalde, kwam ten
faveure [gunste] van de grootgrondbezitter-kasteelheer. Nochtans ging het niet om het futiele bedrag
dat een vrijbrief opleverde, maar om ordinaire macht; het was geen privilege doch
een recht dat Brederode zich had toegeëigend, aangezien zijn opinie was dat hij
alleen aan God verantwoording hoefde af te leggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten