Dictee - dictees [1775]
Groot dictee der Leuvense studenten 2019 [19-11, Pieter De Someraula]
(Geen titel, auteur: prof. dr. Geert Claassens, professor in middeleeuwse
letterkunde)
1. In koekoekseieren zit een onomatopee [klanknabootsing]
verscholen, bedacht hij, terwijl hij met weidse gebaren een heilzaam crèmepje
aanbracht op het craquelé [kleine barstjes] van
zijn gewelfde voorhoofd. Het is gênant hoezeer huidverzorging soms lijkt op
papier-macheeën, maar de heersende ideologieën van viriliteit [mannelijkheid] en vitaliteit [levenskracht, energie] schrijven voor dat de man
niet op een orang-oetan [ook: +g, andere uitspraak]
mag lijken en evenmin op een stuk bruschetta [zeker
geroosterd brood] dat is gebarbecued. Dat de juveniele [jeugdig] glans middelerwijl het veld moet ruimen
voor het mond-en-klauwzeer van de voortschrijdende jaren is helaas geen
broodjeaapverhaal. Het is een naakte waarheid die maar matig wordt
geapprecieerd, net zomin als [VD - discussie over 'zo min' mogelijk!] het woord
'caleidoscoop' [2 tekens op zich terecht – woord! –
maar niet voorgelezen] in een verneukeratief dictee.
2. In hink-stap-sprong verplaatste onze secessionist [scheidt zich af, m.n. Amerikaanse burgeroorlog] zich
van de sanitaire voorziening op de bel-etage naar de keuken, even pauzerend
voor het schuttersstuk in de vestibule. Het clair-obscur [chiaroscuro, licht en donker] verrukte hem, maar
de penseelvoering in de bosschages en het lijnenspel van het minutieus
gekonterfeite [afgebeeld] bevloeiingssysteem
reveleerden [openbaren] de
zeventiende-eeuwse schilder als een bourgeoistje [burgerman]
en een gemankeerd [mislukt] zondagsschilder.
Maar daar kondigde het a-capellakoor van de keukenbrigade unisono [eensluidend] het pièce de résistance [hoofdschotel] van de brunch al aan: een carpaccio
van kalfszwezeriken met ravigotesaus, gegarneerd met bloesems van de Oost-Indische
kers. Met twaalfduizend hertz bleef het koor, conform de hofetiquette, netjes
binnen de oorvaam [de totale waarnemingsbreedte van
ons gehoorzintuig (15-20.000 hertz *)] van onze protagonist. *
Let op: hier is 15 en niet 15.000 bedoeld!
3. Om zijn zuurverdiende royalty's te kunnen incasseren moest hij de cheque
endosseren [overdragen]. Enig nattevingeronderzoek
maakte duidelijk dat de incassoprovisie exorbitant [buitensporig]
was. Banken zijn geen charitatieve [ook:
caritatief, andere uitspraak] instellingen, maar pernicieus [verderfelijk] gequoteerde [bekendstaande] parcimonieuze [gierige]
dievenrotten [rot: bende] . In zijn
diëncefalon [tussenhersenen] ontsproot een
exquisiete [uitgelezen, voortreffelijk] gedachte:
schrijf een pasquinade [libel, schotschrift,
smaadschrift] over een guerrillabeweging, aangevoerd door een kookaburra
[lachvogel] die de reveille blaast op een
piccolootje [fluit]. Dat zou de valetudinaire
[ziekelijk] bancaire boekheidenen per cohort
[groep individuen – variant: cohorte, andere
uitspraak] een koutje doen vatten waartegen hun resusfactor geen
resistentie [weerstand] bood. En dan dat
schotschrift laten stencilen en als prodromus [voorloper]
pro Deo [gratis] uitdelen. Heel zijn wezen
applaudisseerde: het zou het nessushemd [veroorzaakt
pijn, je kunt je er niet van ontdoen] van het falderappes en het
rapaille [beide: gepeupel, gespuis] worden.
4. Uitermate tevreden over zijn exploten betrad hij de rez-de-chaussee [benedenwoning] van zijn hartenlap [lieveling], die op het terrazzoaanrecht [aan elkaar, terrazzo: znw.] Moskovisch [Moskovië = Rusland] gebak prepareerde. De
irrecusabele [onwraakbaar] geur van
bloeiende hyacinten evoceerde [oproepen] reminiscenties
[herinneringen] aan zowel lubrieke [geil], voluptueuze [wellustig,
wulps] rêverieën [dromerijen] als
reviaanse [Reve] somberheid, maar hij zou
zich tot het een noch het ander prêteren [laten
gebruiken]. Met een vleugje bergamotolie [etherische]
leukte zijn mamzel [opgedirkte vrouw] voor
hem een parfait-amour [rode likeur] op.
Samen eten, drinken en ouwehoeren is het tripartiete passe-partout [toegangskaart] voor al 's levens obstructieve
obstakels en debacles [mislukkingen]. Na
deze hendiadys [zekere stijlfiguur] had hij
genoeg gejeremieerd. Zijn volgende sinecure [baantje
met weinig werk] zou niets te maken hebben met didotpunten [typografische maat, 1/12 cicero] of cicero's, hij
zou meer dan quitte spelen in de outillage [uitrusting]
van een hemeltechnicus of een ecclesiarch [hoofd
van een kerk].
5. Coda [slot]:
Met een onomatopee of twee
eindigt nu ook dit dictee:
tararaboemdijee, tararaboemdijee [klanknabootsing
fanfare]!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten