zaterdag 8 juni 2019

1634 Dictee zaterdag 08 juni 2019 (1) dictee Oefendictee november 2016 (3) √

Dictee - dictees 1634]

Dictee 025 Oefendictee november 2016 (3)

1. In Nederland bestreed PvdA's defensiewoordvoerder wat de belse Defensiewoordvoerder (lid van de PVDA) daar gedebiteerd had.

2. Ondanks zijn myorrhexis (spierscheuring) kon hij de scriptie over mycorrhiza (zekere symbiose, ook: zwamwortel) toch voltooien. Met '*rex*' (een selectie): anorexia nervosa [ana, anorexia, boulimia nervosa, boulimie = eetbuienstoornis], bigorexia [lichaam niet genoeg gespierd vinden], brexit en grexit [Griekenland uit EU], citrex (in wasmiddelen), Doctor Extaticus (Dionysius de Kartuizer, Jan van Ruusbroec), grex venalium (een kudde huurlingen), imbrex (zekere bolle dakpan), lurex (zeker garen), megarexia [postuur te iel vinden], murexide (purperzuur), orthorexie (orthorexia nervosa = obsessieve drang om gezond te eten), par excellence [bij uitstek, uitnemendheid], par excellantiam [bij uitnemendheid], par exemple [bv., ook: wel nu nog mooier!], rex(konijn), rex apostolicus (Apostolische Majesteit), rex catholicus (mv.: reges catholici – titel Spaanse koningen), rex christianissimus (Zijne Allerchristelijkste Majesteit – Franse koningen), rex fidelissimus [Portugese koningen], stressorexia [anorexia door stress], superex-libris [in boekband ingeperst, supralibros], allerextreemst, Heideggerexegeet [existentiefilosofie], (Johannes) Vermeerexpositie en de tyrannosaurus rex [grote  vleesetende sauriër]. Verder niets met '*rhex*'.

3. Met de groeten uit de balletwereld: choreografie [ontwerpen balletten en dansfiguren], plié [knieën buigen], grand plié [idem tot gehurkte stand], demi-plié (idem: hielen op de grond, streepje: logisch toch?), (grand) battement [been gestrekt omhoog, grand: zo ver mogelijk], cambré [bovenlichaam naar voren, achteren of opzij], developpé [been opgetrokken naar voren, achteren of opzij], entr'acte [pauzenummer], fouetté (verlengde pirouette = draaiing om eigen as), KBvB (Koninklijk Ballet van Vlaanderen), prima ballerina [eerste danseres], relevé [lichaam op de tenen], retiré [voet langs standbeen naar de knie] en rond de jambe [met gestrekte voet cirkelbewegingen over de grond].

4. Met '*myc*' verder (zoek de betekenis maar op): actinomyceten [eencellig, verwant aan schimmels], adriamycine [antibioticum tegen kankercellen], antimycoticum [antischimmelmiddel], ascomyceten [zakjeszwammen = ascomycotina], aureomycine [oraal antibioticum], basidiomyceten [steeltjeszwammen = basidiomycotina], bleomycine [antibioticum tegen kankercellen], dermatomycose [huidschimmel], economyclass [goedkoopste rang in vliegtuig], economyclasssyndroom [vliegtuigtrombose, DVTdiepveneuze trombose, toeristenklassensyndroom], erytromycine [antibioticum tegen veteranenziekte], gasteromyceten [buikzwammen], helmmycena (!) [plaatjeszwam], lammycoat [bontjas, bont aan binnenkant], macromyceten [paddenstoelen], melksteelmycena [plaatjeszwam met wit sap], micromyceten [schimmels], mycelium [zwamvlok, schimmeldraden], mycena [zeker geslacht plaatjeszwammen], myceten [vero: zwammen], mycetisme [schimmelvergiftiging], mycetologie (mycologie: leer, studie van de schimmels en de paddenstoelen), mycofaag (bnw., znw. paddenstoeleneter/end), mycoplasma
[micro-organismen zonder celwand], mycose [schimmelinfectie], mycotoxine [gele regen, giftig product van schimmels], mycotroof [zich voedend via zwammen – symbiose – mycotrofie], myxomyceten [slijmzwammen], onychomycose [schimmelnagel], pyrenomyceet [kernzwam], rapamycine [sirolimus, tegen afstoting van transplantaten], schijfsteelmycena [kleine, witsporige plaatjeszwam], schizomyceten [splijtzwammen], schorsmycena [plaatjeszwammen op schors van bomen], streptomycine [vroeger: middel tegen tbc], terramycine [antibioticum tegen vele infecties, niet: tbc], vancomycine [tegen resistente bacteriën] en viomycine (tegen tbc).


5. Met '*myk*': a horse, a horse, my kingdom for a horse! (Shakespeare, Richard III), CMYKCyan, Magenta, Yellow, Key – zwart, black; vergelijk RGB = rood, geel, blauw en smiksem: boter (NL, Bargoens) – van het Friese 'smyksem' (smeersel).

6. De domstad Utrecht noemen ze (alleen!) aldaar Domstad. Hij peddelde een dory [open roeiboot] vol doreetjes [doré = bloemige aardappel] voort. "Je bent een ribbemoos van een vent" [sterke man, grote vent]. Daarmee wil je iemands naam niet graag bemosen [bevuilen, bezoedelen]. Ik heb een tijdlang gedacht: wat heeft de Eeoever wel, dat de IJ-oever niet heeft (of omgekeerd)? Ei zo na [bijna, op een haar na] had ik het eerdergenoemde 'laci' [eilaas, helaas] verkeerd geschreven. Welk verband is er tussen elleboog [gewricht], ellepijp [dikste been benedenarm aan de zijde van de pink] en ellenwaar of ellengoed [werd per el = 69 cm verkocht]? Gelovigen, bid tien weesgegroetjes en twintig ave mariaatjes. Die enkhuizer [bij touw] liet zich lastig ontwarren.

7. We eten vandaag een entrecoteje. Je moet dat in equatoriaal Afrika situeren. O ja, in Equatoriaal-Guinee dus? Meetkunde, meten maar: octogoon (achthoek), bis- en trisectrice [deellijn], conchoïde (schulplijn), epi- [baan van kleine cirkel die buitenom een grote cirkel rolt] en hypocycloïde [idem: binnen langs] , niet-euclidische meetkunde [niet: door 2 punten gaat één rechte (lijn)], piramide, parallellepipedum [scheef blok], polygoon [veelhoek], cosecans [secans van de complementaire hoek, secans is de reciproque van de cosinus], rico (richtingscoëfficiënt) en stereo(metrie) [= ruimtemeetkunde].

8. Je weet toch dat XXL extra extra large is? Heel simpel '*papier*': oud papier (wat zou GB's 'oudpapier' zijn?), calqueer- [voor overtrekken] en caoutchoucpapier [rubber in dunne vliezen: afsluiten tegen stof en vocht], eetpapier (ouwel), jezuspapier [Franse papiersoort], offsetpapier [voor offsetdruk, beetje ruw], papier collé [collage], papier-maché [papierafvaldeeg], rouwpapier [postpapier met zwarte rand],
presse-papier [papierdrukker], wc-papier en veloutépapier [voor het behangen].


9. Hoe schrijf je [cijfers]: '80-grams papier' [ook: tachtiggramspapier] en '80-grams A4-papier'?

10. Met '*zm*': AZM (Academisch Ziekenhuis Maastricht), azmari (Ethiopische griot), berlitzmethode [vreemde talen leren door spreken], boltzmannverdeling [equipartitie van energie], buzzmarketing [mond-tot-mondreclame] (ik buz, jij buzde, wij hebben gebuzd]), quizmaster, zmp'er [zelfstandige met personeel], EZ-minister (Economische Zaken), jazzmuziek (ook: acidjazzmuziek) en v.z.m. (voor zover mogelijk).

 
 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten