Dictee - dictees [1061]
Groot
Dictee van Kampen 2017
Clowneske
carnavalisering (auteur: Leo Schelhaas)
1.
Schoon [hoewel] niet per se [voortvloeiend uit het wezen van de zaak], ipso
facto [noodzakelijkerwijs] nochtans stamt
carnaval, zij het enigszins gekerstend, uit een mix van libidineuze [wellustige] orgiastische [wulpse]
seizoenvieringen, zoals onder andere de losbandige Latijnse bacchanalen met
bandeloze, sans gêne schranzende (ook: schransende),
brassende, sjansende en lascief [wellustig]
dansende mensenmassa's.
2.
Ondanks anticarnavalistische tendenzen (ook:
tendensen) floreren deze ecclesiastische [kerkelijke]
zottenfeesten, getypeerd door uitzinnigheid, vermomming, rolverwisseling en
omkering der hiërarchische pikorde, in het oerkuise rooms-katholicisme in Zuid- en ten slotte ook in het dito [evenzo: oerkuis dus] preutse calvinisme in
Noord-Nederland.
3.
De hieruit emanerende [voortvloeiende] carnavaliseringsmanie
neemt thans allengs groteske vormen aan. althans op Koningsdag, waar niet
zozeer de [cijfers] 49-jarige vorst, maar
vooral folklore, volksspelen, vrij- oftewel rommelmarkten en geordend, gerijd [in rijen], gearmd of solitair reiend [een rei vormen, een reidans uitvoeren] gehos gek
genoeg centraal staan [mv.!].
4.
Prinsjesdag, symbool der monarchale democratie is het carnaval van het elitaire
politiek establishment: een potsierlijke en peperdure poppenkast, één groot
staatscircus met glazen koets en kabinets- en Kamerleden in jacquet [nadruk:] óf de bijzonderste en bizarste
concurrentiële hoofdtooisels showend.
5.
Even eclatant als die megalomanie is de trivialiseringsdrang in de presentatie
van 's rijks (wel: het Rijk, maar in alle samenstellingen een kleine letter: VD) tot in detail uitgelekte begroting, in een koffertje als uniek
decorstuk zonder ceremoniële omlijsting, met [afko]
NB een premier, die aan stuivertje-wisselen deed met een onderdaan: het lek in
levenden lijve.
6.
Bij de [cijfers] 4 meiherdenking van bovenal
de doden in de Tweede Wereldoorlog ontbreekt te onzent veelal, anders dan in
andere landen, een focus op de verzetshelden, van wie er een zelfs is geëerd
met een te zijner nagedachtenis opgericht standbeeld vanjewelste (GB in toelichting ook: van jewelste, van je welste): een
omgevallen boom in brons.
7.
Mede door staatsruiveniersclubjes [zie: staatsruif]
versjteert een sectaire [BE,
uit Frans: sektarisch,
van sekte!] polychromeringspolemiek [pennenstrijd over de veelkleurigheid] het feest
van Sint-Nicolaas en Zwarte Piet, dat niettemin spirituele gezinshygiëne
sanctioneert door met het alloniem [de naam van
iemand anders gebruikt] 'De Sint' [dat zet je immers onder de rijmelarijen - dan moet je wel de aanhalingstekens meelezen!; voor wie meende
'van' gehoord te hebben, lijkt ook 'van de sint (GB)' denkbaar!] gesigneerde
correctieve rijmpjes alle met dezelfde teneur: doe maar gewoon!
8.
Hollands carnavalesk is het minutieus gelijkwaardigheidsstreven door
transitoire ecartering [verwijdering] van
het beschavingsvernisje in concessies aan stiekeme wensdromen als uitlaatklep
in status quo affirmerende [bevestigende] carnavalsrituelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten