maandag 20 februari 2017

1069 Dictee maandag 20 feb 2017 (1): dictee Oefendictee februari 2017 (4) √

Dictee - dictees [1069]

Oefendictee februari 2017 (4)

1. Inwoners van Tietjerk zijn biezensnijders. Je kent het verhaal van Mozes in het biezenmandje (biezenkistje)? Zelfs de bekende Mexicaanse plant
mozes-in-het-biezen-mandje staat in VD. Bifurqueren is een bifurcatie [GB: Y-splitsing] vormen. In een bigbrothermaatschappij zou een big bazooka
[dras­ti­sche fi­nan­cië­le of eco­no­mi­sche maat­re­gel] niet nodig moeten zijn. Een bigfoot is een yeti [volksgeloof: sneeuwman]. Een bigot [oht/oo] lijdt aan bigotterie. Ik zweer bij mijn rode bijbel, de Michelingids. Altijd lastig: 'epididymis' schrijven
(mv. epididymides)! De Bijbel van deux aes is de
Deux-aesbijbel. Het Bijbellezen gebeurde vanaf een bijbellezenaar. Wat is klistervorming [bolknop] bij planten? Onderschat dat bijdehante bijdehandje niet. Een bijker heeft een imkerij. De apidologie [bijenkunde] bestudeert ook apitoxine [bijengif] en de apicultuur [bijenteelt]. Een bijenorchis [orchidee] heeft rozerode of bleekroze bloemen. Ik heb hem uit zijn flauwte bijgeholpen, dat leidde tot zijn bijkomen. Lopen moeder- en dochterklok altijd gelijk? Een snauw [lang en laag klein schip] is geen prauw
[vrij groot schip, Indonesië]. Was die del bijna-bloot of bijna bloot? Is het niet zo, dat een bijzit ligt? Meestal wel. Kijk: een bijzige [tochtige] koe.


 2. Bikramyoga is een heet gebeuren. We gaan met Jan Bil z'n wagen [lopend]. Wat zijn bilboquetten [vangbekertje - koord - bal]? Wij biljarten elke week in dat café billard. Het was daar kontschudden [bij dans of stripnummer]; ik moest er wel kond van doen. Ze hadden veel van Billie en Bessie Turf. Op deze locatie waren de locals oververtegenwoordigd. Een birmaan is een burmees [kat]. Iemand een wedgie geven is birren [broek in reet]. In BE staat BIS voor Begeleid Individueel Studeren. Heerlijk, die biryani [stoofschotel], hoeveel birr [Ethiopië - ETB] kost die? De nizam [ti­tel van de vorst van Hai­de­ra­bad] verorberde graag een bisam [muskusrat]. Een biscuit buste (biscuitbuste) [biscuit: aardewerk, rauwbrand] kun je niet eten. Met biscotti di Prato worden cantuccini [knap­pe­ri­ge, twee­maal ge­bak­ken
Tos­caan­se bit­ter­zoe­te aman­del­koek­jes
] bedoeld. Een bisectrix (VD) wordt ook bissectrice genoemd. De Arabier had zojuist biest gegeten en trok bij het weggaan een mooie bisht (overjas) aan. Hij wist overigens niets af van een Papoease bisjpaal
[voor dodenritueel]. In BE betreft de biv de belasting op de inverkeerstelling. Hoe zat het met de cuisson [gaarheid] van dat bizongerecht?


3. [20-02-2017] Pas volgende week te zien in het online-GB: athomegevoel. Je moet maar net willen weten dat bl de internetextensie is van
Saint-Barthélemy. Laten we eens even '*mozes*' onderzoeken (een selectie): mozes kriebel (verzwakte krachtterm), een kalf Mozes is een echte goedzak, een goeie sul, Mozes en de profeten (= geld!, naar (Bargoens) moos = geld), mozesboom = stekelige mispelboom, vuurdoorn, mozestraan = traangas, mosen = knoeien, prutsen, (geld) verprutsen (ook: vermosen), Sam en Moos zijn twee stereotiepe Joden, die in moppen worden opgevoerd, jatmoos = jatmous = handgeld, ook: dief, zwendelaar, Bargoens: het is een ribbemoos van een vent = een grote, ruwe kerel, bemosen = bevuilen, bezoedelen, Mozes en Aäron (fig.: staat en kerk - vgl. Kerk en Staat), de baard van Mozes = (de plant) slaapkamergeluk, daar kom ik met de boeken van Mozes (aangesjouwd met zware en oude boeken), de vijf boeken Mozes = (schertsend) vijf oude ongetrouwde zusters of vrijsters, zo dom als 't kalfke Mozes (zeer dom) en het wetboek van Mozes =
de Pentateuch.


4. Nog een paar dingetjes, gevonden via 'SR': aguma (bladgroente), ajinomoto = ve-tsin, alakondre (i) = zekere ketting, alatapepre (ie) = kleine rode chilipeper, angalampu = Chinese roos, anyumara (zoetwaterroofvis), aytkanti (lederschildpad), baithak gana = muziek, bakru = bosgeest, basya =
assistent-dorpskapitein, boyo = ovengerecht, cellshop = telefoonwinkel, is een buru [blan­ke Su­ri­na­mer, af­stam­mend van im­mi­gran­ten uit Ne­der­land] ook een bakra [blanke Nederlander]? - ongeveer, de coming-out werd met een cook-out [uitje met
bui­tens­huis be­rei­de maal­tijd
] gevierd, mag je doksen [(muskus)eend] zomaar afschieten?, dyarpesi (groente), dyompofutu (hinkelspel), dyugudyugu (gedoe, drukte, ophef), fayalobi (sierheester), fyofyo [bedwants]. = (ook:) magische ziekte (in het wintigeloof), gadodede (ie) = commelina (onkruid), gropesi (ie) = taugé, handicraft = kunstnijverheid, kawai: zekere zaden, krawkraw = chips van de cassave, krobiya (zekere zoetwatervis), kukaleisi (ie) = snelkookrijst, kutai = hoogkijker, motyo = prostituee, obia = voorwerp met magische kracht, ograi = boze oog, oloysiketi (ie) = halsketting, owrukuku = uil of landpuntslang, piaiman = indiaanse sjamaan, popsicle = waterijsje, ijslolly, rakhi (katoenen armband) [raki = Turkse brandewijn], rowti (dikbekje met een oranje buik), sangrafu (kruidachtige plant), siksiyuru = een soort van zingende cicade, tarateyketting (ee) [zekere halsketting], tayer (groente), tyuku (steekpenning), tyuri (smakkend geluid als verachting), wiper (ruitenwisser), yarabaka (zeemeerval) en yorka (geest overledene).

 

 

 
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten