Dictee - dictees [1244]
Nou vooruit, dan Oefendictee 300 ook maar als voorproefje ...
Dictee 300 (CCC) Jubileumallegaartje
1. Half. De halfgare halvegare (halvezool, mafkees, mafjanus, etc.) had om
halftwee [GB ook: half twee (!)] een
afspraak met zijn halfbroer. Hij had er half en half (GB,
bijwoord) op gerekend met hem een broodje half-om-half (niet te verwarren met een broodje halfom) te eten
en een curaçaotje te drinken. Zijn peettante bespeelde naast de halve viool ook
de driekwartviool. Anderhalve cent en twee halve centen (halvecenten) maken samen een halve stuiver: daar kon je een
halvestuiversbroodje mee kopen (een zevend'halfje
is trouwens zes en een halve stuiver, een pietje). Anderhalve man en een
paardenkop zagen dat het halvemaan [GB ook: halve maan] was. De winnaars van de
kwartfinales komen in de halve finale. Een halvemaantje [croissant] kun je eten, bijvoorbeeld op het halve-eeuwfeest.
De Maagdenburgse halve bollen kreeg je nauwelijks uiteen. De Rode Halvemaan is in Iran wat het Rode Kruis bij ons
is. Alles went, behalve hangen en een vent. De rechts- en de linksback trainden
tweeënhalf uur samen. Met een twee-en-een-halvecentstuk kon je twee en een
halve cent verrekenen. Een halfopen deur is een halfgesloten deur. Een halfvol
glas is een halfleeg glas. Halfbegrepen wijsheid is geen wijsheid (bij halfbeschaafde volkeren). Het boek (met halfmarokijn) had een halfmarokijnen band. Half beneveld
rakelde hij die halfvergeten historie weer op in het halfvrijstaande huis. Zijn
halfbroer en -zuster waren geen bloedverwanten van hem. Een
twaalf-en-een-halfjarig huwelijk hield al twaalf en een half jaar, dus
langdurig stand.
2. Brugge. In de handel is een beurs
een openbaar gebouw waar de kooplieden op bepaalde uren bijeenkomen om te
handelen of over handelszaken te spreken (genoemd
naar het huis de Beurs [Huis Ter Beurze] in
Brugge). In de Bloedprocessie wordt het Heilig Bloed rondgedragen. Een
Bruggelinge is een inwoonster van Brugge of van Brugse afkomst. Een bepaalde kapel
te Brugge heet het Heilig Bloed. Aldaar is het hoed (4
maten of een halve hectoliter) een oude inhoudsmaat [voor graan]. De volksopstand tegen het Franse
bewind te Brugge op 18 mei 1302 wordt Brugse metten genoemd. Brugge had de
stapel [= stapelplaats, opslagplaats van goederen]
van al de goederen die in de haven van Sluis aankwamen. Brugge is het Venetië
van het Noorden; ook Amsterdam en Giethoorn zijn dat. De orde van het Gulden
Vlies is door Filips van Bourgondië ingesteld (te
Brugge in 1429).
3.
Amsterdam. Heel bekend was veilinggebouw De Zon in Amsterdam. Wall Street geldt
als symbool van het Amerikaanse kapitalisme en ontstond toen New York nog Nieuw
Amsterdam heette. Tijdens de vrijmarkt op Koninginnedag was Amsterdam afgeladen
vol. De Vondelparkjeugd frequenteerde in de jaren zeventig (70) het Vondelpark. Vroeger had je in Amsterdam
het Paleis voor Volksvlijt. De Sociale Verzekeringsbank (SVB, zie de betreffende website) is een rijksinstelling te Amsterdam.
Amsterdam is het Venetië van het Noorden. Veense bonen komen uit Veenstad (tuinbouwgebied tussen Amsterdam en Leiden). De
UvA is de universiteit van Amsterdam. De naam 'Stopera' is een samentrekking
van 'stadhuis' en 'opera'. In het internationale spellingsalfabet staat
Amsterdam voor de a. De Satisfactie van Amsterdam was het verdrag waarbij deze
stad het gezag der Staten van Holland erkende (1578).
Provo's waren provocerend en ludiek. De Portugese Joden (Sefarden, Sefardim; GB ook: Sefardiem) zijn omstreeks 1600 uit
Portugal gekomen en vonden te Amsterdam een wijkplaats. Vroeger had je het AP (Amsterdams Peil); dat is nu het NAP (Normaal Amsterdams Peil). De uitdrukking 'voor
pampus liggen' dankt zijn naam aan een zandbank (Pampus)
in het IJsselmeer ten oosten van Amsterdam.
4. Het
Palingoproer vond in 1886 plaats. Een over-'t-ij-kijkertje is een zeer vol glas
jenever. Wat in Rotterdam een openluchtboekhouder is, is in Amsterdam een
boekjesgast (een tallyman dus). Het
Noordzeekanaal loopt van Amsterdam naar IJmuiden. Het Rijksmuseum in Amsterdam
heeft neogotische en neorenaissancistische stijlkenmerken. Bezoek vooral de
Munt in Amsterdam. Groot-Mokum (Mokum) is Amsterdam. De
midkapindex is een beursindex in Amsterdam. De Maagdenhuisbezetting vond plaats
in 1969 (een maagdenhuis was een weeshuis voor
meisjes). Het (Amsterdamse) Lieverdje
is de beeltenis van een Amsterdams straatjochie
op het Spui in Amsterdam en was gelieerd aan de provobeweging.
5. De Lastage was een buurt waar
vroeger werven waren. Een (groene) krul was
een openbaar straattoilet. Een spotnaam voor de inwoners van Amsterdam en
Zaandam is koeketers. Koperen knopen waren lagere ambtenaren. Het KIT is het
Koninklijk Instituut voor de Tropen. De tegenspeler van Katrijn was Jan
Klaassen. Het hoed is een oude inhoudsmaat (ca. 10
hl.). Hoever bent u met de vraag, hoe ver Amsterdam van Parijs ligt? Het
groene hart van Holland ligt tussen vier steden in (wel
– zonder toevoeging: – het Groene Hart). Was Amsterdam eerst paaps,
later werd het geus. De zinspreuk van een maatschappij van beoefenaars en
beminnaars der wetenschappen en kunsten te Amsterdam luidde 'felix meritis'
oftewel 'gelukkig door verdiensten'. De Februaristaking was een protest tegen anti-Joodse
maatregelen van de Duitse bezettingsmacht. Een drijfsijs is een Amsterdamse
eend.
6. De naam van de groep Cobra staat
voor Copenhagen, Brussels, Amsterdam. Het Blauwhoedenveem zou volgens het
donorprincipe een extra 'a' krijgen (Blaauwhoedenveem).
De naam 'Artis' is een verkorting van 'natura artis magistra' oftewel 'de
natuur is de meesteres van de kunst'. Een van de betekenissen van
'amsterdammertje' is parkeerpaaltje. Het AMC is het Amsterdams Medisch Centrum.
De verandering in de regering van Amsterdam door de calvinisten op 26 mei 1578
wordt Alteratie genoemd. De AEX is de Amsterdam Exchanges Index (een beursindex van Amsterdam). Een aapje was voor
de Tweede Wereldoorlog een huurrijtuig in Amsterdam. Het Aansprekers- of
Biddersoproer vond plaats in 1696 (omdat alleen de
gemeente nog mocht begraven).
7. Brussel. Het wetstratees is het
politiek jargon, genoemd naar de Wetstraat in Brussel. Zijn Waterloo (VD) vinden is definitief verslagen worden. De VUB
is de Vrije Universiteit Brussel (ook: ULB,
Université Libre de Bruxelles). De Brusselse olievlek is de steeds
veldwinnende (maar: veld winnen!)
verfransing die van Brussel uitgaat. De verbrusseling is de verschuiving van
politieke beslissingen en beleid van nationale overheden naar de Europese
Commissie. De Marollen is een volksbuurt in Brussel. Het land van Bruegel is het Pajottenland, ten zuidwesten van Brussel.
De Gordel is een jaarlijks wandel- en fietsevenement rondom Brussel. Reed de
couponnetjestrein [Belgische beleggers op weg naar
Luxemburg] vaak? Brussels lof, Brusselse spruitjes en Brusselse kermis (let wel: geen Vlaamse kermis, maar bepaald soort
biscuit!) zijn allemaal te eten. De geuzelambiek is een zwaar soort
bier.
8. Antwerpen. De drie zustersteden
zijn: Antwerpen, Brugge en Gent. Het Steen te Antwerpen is de gevangenis. De
bijnaam van Antwerpen is sinjorenstad. Antwerpen is de belangrijkste
Scheldestad. Het poesjenellentheater (de
poesjenellenkelder) is een marionettentheater in Antwerpen. Een
pagaddertoren is een uitkijktoren uit de Spaanse tijd in Antwerpen en omgeving.
Antwerpen is het Jeruzalem van het noorden. De hel van Deurne vind je bij
Antwerpen. De Franse furie was een aanval op onder andere Antwerpen.
9. Gent. UG of UGent staat voor
Universiteit Gent (vroeger: RUG, Rijksuniversiteit
Gent). De Pacificatie van Gent (1576)
zou alle Spaanse troepen moeten verdrijven. De witte kaproenen van Gent vormden
de burgerpolitie die witte kaproenen droeg en een rol speelde bij verschillende
opstanden. De jan-van-gent (meervoud: jan-van-genten of jan-van-gents) is de bassaangans (genoemd naar Bass Rock). Hou en trouw (of getrouw) is getrouw onder alle omstandigheden;
dat is de leus van de stad Gent (Fides et Amor).
Een Gentenaar woont in Gent. De bijnaam van Hendrik van Gent (Henricus Gandaversis) is 'Doctor Solemnis' (letterlijk: verheven doctor).
10. Mechelen. Het Opsinjoorken is de
naam voor een pop die vroeger in processies werd rondgedragen en waarvan het
ontstaan teruggaat op een oud Vlaams volksgebruik om mannen die hun vrouw
mishandelen, te bespotten. Uit Mechelen kennen we het Mechels hoen, de Mechelse
herder, Mechelse kant en Mechelse was. Een mechelaar ten slotte is een zekere
munt.