Dictee - dictees [1273]
4e Groot Roois Dictee 2018
Een kapel voor Martinus
[auteur: Mia van Boxtel]
1. De godvruchtige Martinus
van Tours [vgl. de stof gros-de-Tours, geen s
uitspreken] stamde uit een militaire dynastie in de onder Romeins
imperiaal gezag ressorterende (èh, resort [ie] is iets anders) provincie Pannonia [telde niet mee – ook Pannonië (internet)], thans (West-)Hongarije, ver van het epicentrum van de reële
staatsmacht in het kolossale imperium, die [de
staatsmacht, niet het imperium!] in Rome resideerde.
2. Het is zonneklaar, dat de
nadien gecanoniseerde [heilig verklaarde]
Martinus, plichtmatig in het voetspoor van de pater familias [huisvader, vader des huizes] tredend, vooreerst
legionair [legioensoldaat] werd bij de
roemruchte krijgsmacht die toentertijd [GB, VD ook:
toendertijd] onverdroten opmarcheerde om met toe-eigening van regio's de
topografie van de oudheid [GB, VD, geen O]
te modificeren [wijzigen].
3. Een confrontatie met een
deerniswekkende bedelaar in Amiens [bij de
stadspoort], bracht een aha-erlebnis teweeg, die uitmondde in een acute [plotselinge] transformatie van Martinus'
existentie als conventionele plebejische [plebs =
het grauw, het gepeupel (*)] vechtjas: dit effect werd bewerkstelligd
door een dotatie [schenking] van het
privédeel van zijn lederen schoudercape, waarbij het residu [rest] de possessie [het
bezit] bleef van het Romeinse Rijk.
* Auteur Mia:
- plebejisch = van plebejer en dan kom je inderdaad uit op plebs en dat
betekent nu: het grauw, het gepeupel. Maar in het oude Rome had je drie klassen
van mensen: de patriciërs, de plebejers en de proletariërs, waarbij de
patriciërs rijk, van adel en stemgerechtigd waren, de plebejers boeren en
middenstanders die wel bezit (grond, huizen) hadden en de proletariërs de
bezitlozen [VD], niet veel meer waren dan slaven of wat hier indertijd
lijfeigenen heette (en later, bij Marx, de uitgebuite arbeiders). Plebs in de
betekenis van gepeupel komt qua gevoel voor mij dichter bij de historische
proletariërs dan bij de historische plebejers. Maar voor de patriciërs was
alles beneden hun 'stand' (families die al dan niet afstamden van Romulus en
Remus) natuurlijk gewoon gepeupel, die zullen vast geen onderscheid hebben
gemaakt.
4. Na zijn bekering en catechese werd hij achtereenvolgens heremiet [kluizenaar, ook: eremiet, andere uitspraak],
beoefenaar van het exorcisme [duiveluitbanning],
abt en ten slotte [aan het eind] bisschop
van Tours, een Gallische [Gallië] stad met
een luisterrijke basiliek vol glas-in-loodramen en religieuze sculpturen,
alwaar hij in Kerklatijn [GB, VD] de
zondagsmis opdroeg tot hij op 81-jarige (eenentachtigjarige)
leeftijd stierf, waarna de negotie [handel]
in relikwieën [overblijfselen van een gestorvene]
van het bisschoppelijk skelet prompt [ook: pront – maar in deze betekenis met VD-label 'niet algemeen' – met vrijwel gelijke uitspraak] losbrandde.
5. Als naamgever van
bedehuizen gaf Martinus in Sint-Oedenrode frequent acte de présence;
recentelijk nog stelde hij zijn naam beschikbaar aan een spiksplinternieuw
veldkapelletje in het Everse [Everse is een
buurtschap, men zegt: het Everse, mogelijk ook: Het Everse - op internet ook wel: 't Everse], dat 's
zomers tussen onzelievevrouwebedstro, jakobskruiskruid
[GB, VD] en sint-janskruid als een exotische
bloem opbloeit [beeldspraak].
6. Het waren [n niet uitgesproken, let op context] de confrères
[s niet uitgesproken] (eigenlijk: ambtgenoten, bij advocaten) van
carnavalsclub De Plekkers [eigennaam],
gerstenataficionado's [bierliefhebbers] van
de Lage Landen pur sang [van het zuiverste water],
die De Deurdouwers ['De' hoort ook bij eigennaam,
anders zou het gewoon weg moeten] hun amices van weleer, aanspoorden tot
het institueren van een kapel [muziek !],
terwijl laatstgenoemden noch a capella [zonder
begeleiding] noch anderszins enige mate van muzikaliteit aan de ['den' is in VD 2018 uitgebannen!] dag legden,
hetgeen zij zichzelf terdege realiseerden.
7. Edoch [= doch] de [hier:
'de' wegens tussenvoeging] enthousiaste Deurdouwers, niet voor één [ook 'uhn' zou immers kunnen] gat te vangen,
hadden een lucide [heldere] brainwave [lumineus idee] en na consultatie [raadpleging] van het synoniemenlexicon [woordenboek] concipieerden [ontwierpen] ze een plan de campagne [eigenlijk: plan voor een veldtocht] voor een
andersoortige kapel [gebouw dus], zo een (*) waar bij
(!!!) de constructie ervan geen toonladder
te pas kwam, al kwam het wel tot judicieel [rechterlijk]
gekrakeel [gekibbel] in velerlei toonaarden.
* Dit leidde
tot ampele overwegingen: VD schrijft altijd 'zo een' en dan moet dus uit de
context maar duidelijk zijn of 'zoo-uhn' of 'zoo-één' bedoeld is, en wat je dus
moet voorlezen. Gezocht in eVD 2005, in de oVD 2015 krijg je bij 'zo een' veel
te veel ... Verder valt nog op te merken dat zo'n alleen voor 'zo een'
[zoo-uhn] gebruikt wordt. Ten slotte heb ik in VD (2015) nog wel één (!) keer
'zo één' gevonden, bij lemma 'volstaan' (ook nog in 2018): zo één volstaat voor
twee – dat lijkt me dus in de visie van VD fout!
8. Nadat het architectonische
ontwerp minutieus was gefinetuned [de details
vastleggen], werd in mei 2003 het grondwerk getackeld en kon de
eerstesteenlegging plaatsvinden; stukadoors en aanverwante professionals, ook
geen luiwammesen, konden binnen een tijdsspanne [GB ook: tijdspanne, VD alleen dat laatste] van luttele maanden de bouw
completeren, waarna de kapel werd geconsacreerd [gewijd,
GB ook: consecreren – andere uitspraak, VD alleen consacreren, maar weer wel:
consecratie] en wetenswaardigheden aangaande het bouwproces
gedetailleerd en in fullcolourdruk [ook
'full colour druk' zou kunnen] werden gepubliceerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten