Dictee - dictees [1159]
Oefendictee
september 2017 (10)
1. De
refugiee, zij werd goed geholpen. De worst werd in slijsjes geslijsd. De sloeharing
en de noordzeegarnaal zijn geen Middellandsezeevissen. Hij liep over een haarbouclé
tapijt (of was het: haar bouclétapijt?).
Een slij(tje) is een zeelt, een ankh is een
sleutelkruis. Eindelijk is tenslotte ten slotte (of
omgekeerd!). Dit is gedrukt in lettertype elzevier. De Memisa was de
Medische Missiesamenwerking. Daar moet een circumflexje op. Het is ont-hiv'en
of onthivven, afhankelijk van de uitspraak. Een shop-in-shop is een zelfstandige
winkel binnen een warenhuis. Een documentaire-theater speelt ware
gebeurtenissen na. Is dat nou kort- of lang geleden? Een hemlockspar behoort
tot de dennenfamilie. De twee kekuléstructuren van benzeen vormen een
grensstructuur. Zij hebben een conto a metà. Blakaipesi (mv.) zijn eetbare
zaden. Het ADP (adenosinedifosfaat) is een
fosforylerend (veresterend) en energie
leverend reagens in biochemische reacties. Brønstedzuren kunnen een proton
afstaan aan een base. De oersted (Oe) is een
niet-SI-eenheid van magnetische veldsterkte. Prieeltje, priëlen, financieel,
financiële.
2. Shanghaaien
is overhalen tot onaangenaam werk. Atimie is eerloosheid. Een loodslab vindt
men in een schoorsteen. De oldskool staat tegenover de newskool. Vonkelwijn
komt uit Zuid-Afrika en is mousserend. Een oudgelovige geloofde nog. Drie slag
is uit (bij honkbal), bij dammen kennen we
de dubbel- en drieslag. Met een slag- of valflouw vang je vogels. Bijgegoten
koffie is slappe daan. Hij kneippte regelmatig. Je kunt in de knijp zitten. Met
een klizeerschaaf schaaf je lijsten. Het OSAS is een obstructief slaapapneusyndroom.
De baard van Mozes is het slaapkamergeluk. Je kunt iemand slaapwel wensen. Met sjok
wordt chocolademelk bedoeld. Niet elke skiër is een skiester. SkijjØring is het zich
laten voorttrekken op ski's. Aceetaldehyde is ethanal. Hij was alom bekend. De
speeltijd is al om. Zijn rafblauwe ogen vertederden me. Noem orangeade gerust
verfrissend. In de gelagkamer hing een lachspiegel. Hij leefde van uit Zweden
aangevoerd wittebrood. De jager heeft geschoten: de kauw is uit de lucht.
3. Hij
gaf het commando: staak het vuren! Daarna werd een
staakt-het-vuren overeengekomen.
Heerlijk, die gazeuze drank. Ze speelden op flügelhorn en bugel. Beschikbaar
was patchoeli- en kajapoet(ih)olie. Een seú is
een oogstfeest op Curaçao. Shaolin kungfu werd oorspronkelijk beoefend door
monniken. Scheeliet is een mineraal. Hij is schat- en schatrijk. Lapalissades
zijn vérités de Monsieur de la Palisse (waarheden
als een koe). Sero sed serio: eerst met tegenzin, maar, eenmaal begonnen,
met hart en ziel. Als je een droge, witte loirewijn, bereid (!) uit sauvignon blanc wilt, moet je dat
aangeven. Zijn er nog veel café billards? Hands-on bezig zijn is praktisch. De
overvaller riep: "Hands up!". Dat heb ik al
ik-weet-niet-hoe-vaak
gezegd. Een relâche betekent: geen opvoering. Ik was 3 seconden lang in beeld.
Vomeronasaal betreft feromonen. Vroeger schortten zij hun lange gewaden.
4. Een grande
bouffe is een schranspartij. Hij heeft geschwalbd. Zij volgt de cesartherapie.
Een calorimeter meet calorieën. Eolisch is met of door de wind. Een
schotel-op-steeltje is een schotelkluifzwam. Ik deed hbs B. Hij is mijn behuwdzoon.
Schoorsteenvegen is de schoorsteen vegen. Waar is het dossier-Dutroux? Hij
reedt mee aan dat schip. Schoentje lap is slofje-onder (slofke
jagen, een kinderspel). Een schismaticus is een scheurmaker in de kerk.
Een scheveninger hoeft bij weer verliezen niet opnieuw een rondje te betalen.
De schicksalsstunde is het noodlotsuur. Een sembah is in Indië een gebaar van
aanbiddende verering. Ze aten scheepsspek, maar het leek wel scheepspek. Een
conchylioloog bestudeert schelpen. Conchiglie [uitspraak!]
is schelpjespasta. Is wolframaat sterk? In de woestijn kun je je richten op het
Scheepskompas. Een hippopotamus is een nijlpaard of log persoon. De
hypothalamus zit onder de thalamus. Hij jammerde aan één stuk door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten