Dictee - dictees [0850]
Oefendictee
februari 2016
NB Uitleg in blogpost [0851]
Sjolem!
1.Wees welkom, wohltemperierte filosemieten! Mijn Joodse fiancee – haar vader was
vader-Jood en haar moeder ex-Aramese, doordesemd van het pan-Arabische gedachtegoed; zij had vrouwenoren en hij ook nog ander mansoir
(en hij woonde ooit in een manoir) – praktiseert het joodse geloof niet meer en
is dus klokvrij. Ze vertelde: ik ben wel joods opgevoed, mijn opa was
radicaalsjwarts (mét peies en talliet katan!) en mijn oma van moederszijde – ze
behoorde tot de Portugese Sefardim – werd aan hem gekoppeld – duidelijk geval
van sjidoech met ketoeba – via een sjadchen; daardoor werd ze kalle. Die bomma
en -pa waren uitgesproken commilitones in der jüdische Selbsthass.
2. Ze hebben WO II (herdacht op Jom Hasjoa) nog meegemaakt (maar ze waren geen klaagmuur) en weten alles van vernietigingscommando's, de Kristallnacht, het Neurenbergse proces, de Endlösung, de Holocaust (typisch geval van een shoah), david(s)ster en het antisemitisme. Maar ze zijn erdoorheen gekomen en haar ouders hebben een goede jeugd gehad. Ze waren zeker niet gesjmad en niet-Messiasbelijdend; op sjabbat hadden ze een sjikse en een sjabbesgoj, die het licht aandeden. Toen haar broer, typische dude, dertien af werd, was het bar mitswa. Besneden? Ja: door de moheel of mool! Gelukkig hoefde haar zus – een sjokkel, een echt kippetje van een chickie – nooit een clitoridectomie te ondergaan, wel vierde zij, toen ze dertien werd, bat mitswa.
3. Rituele feesten waren er te over: Pascha of Pesach: herdenking van de exodus uit Egypte, dat paasfeest werd begonnen met seideravond (lekker die blintses; fleisjige en milchige producten werden goed uiteengehouden – denk ook aan sjuchten, de hechsjeirem waren belangrijk!), Poerim of Hamansfeest, ook wel Lotenfeest genoemd, met gremzelisj of pesachgebak (dat ten onrechte, want dit hoort bij seideravond!) en kiesjeliesj of hamansoren en Chanoeka (Gannek, Hanukka, Inwijdingsfeest, Lichtfeest of chanoekafeest), waarbij de inwijding van de tempel herdacht werd (het Loofhuttenfeest, Soekot, blijft verder onbesproken).
4. Er werd wat afgedavvend en -geprakkeseerd tijdens die feesten! Ik heb een onbezorgd bestaan geleid met veel mij toegeroepen 'mazzeltof'. Ik was bemazzeld en voelde me begeind en was mijns inziens nooit de schlemiel. Als kind bezocht ik de cheider, later zat ik op de Talmoedhogeschool (jesjiva, jesjieve) met veel schriftgeleerden, maar daar ben ik afgehaakt, want zo'n monnikenbestaan als neofiet en novice was tenslotte niets voor mij (Ik was duidelijk in de war met het rooms-katholicisme!).
5. Zij is
daarna in de Jodenbuurt terechtgekomen en via de omgang met veel jehoedem,
waaronder een albertibasvertolker, heeft ze mij toen leren kennen. Voor het
sjachariet, mincha of maäriev moet u dus niet bij ons zijn, noch voor de mezoeza.
Wij eten nog wel moutses en matses en men zegt nog wel reb tegen mij; we zitten
zo nodig sjivve en steunen misjpooche met sjelosjiem, wij sjnoderen de Rode
Davidster, maar ten diepste zijn we nu echt gojim met splendida vitia.
PS
Volgens mij gaat mijn verhaal ergens de mist in, maar zonder complete stamboom
van mijn familie zal dat buitengewoon lastig te achterhalen zijn …