woensdag 9 mei 2018

1327 Dictee woensdag 09 mei 2018 (1): dictee Het grote BE-dictee √

Dictee - dictees [1327]

Het grote BE-dictee

1. Vooraf: be = België (internet), be- is een voorvoegsel, Be is beryllium (atoomnummer: 4), BE (ISO-landcode België), Bé (schaal van Baumé: concentraties van oplossingen) en bè (geluid van een schaap). Ik maakte de volgende (beperkte) selectie: groen nummer
(0800-nummer)
, 100 dagenfeest (Chrysostomos), 11 novemberviering [Wapenstilstand], 1e korporaal-chef, 1e meester, 1e soldaat, etc., 1 euromaaltijd [lagereschoolkinderen], 3V [Veilig Verkeer Vlaanderen], 2pk (deux-chevaux, 2cv [VD: 2CV]), AAP (onderwijs: assisterend academisch personeel), adjudant-chef en -majoor, etc., een ad fundum (studententaal), ajuinenstad (Aalst), a.l. (alternerend leren), allee (komaan, vooruit), alpijns skiën (alpineskiën), amai (tjongejonge, nounou), ambetanterik (vervelend persoon), ambras (drukte, ophef).


2. Verder: ancien (oudgediende), APA (algemeen plan van aanpak – ro, ruimtelijke ordening), apenjaren [pubertijd – ook puberteit], ARAB (Arbowet), Arbitragehof (nu: Grondwettelijk Hof), Arteveldestad (Gent), asbo (aanvullend secundair beroepsonderwijs), aso (algemeen secundair onderwijs), assisenhof (hof van assisen), asv (algemene en sociale vorming), bgv (beroepsgerichte vorming), awoert (boe), een babelse spraakverwarring, babelutte(n) (karamelachtig snoepje – 'te' niet uitspreken), Bachten [achter] de Kupe: het tussen de IJzer en de Franse grens gelegen deel van West-Vlaanderen, bain de soleil (zonnejurk), ballodroom (kaatsbaan), Bankcommissie, bao (basisonderwijs), BAP (bijzonder academisch personeel), bavet [slabbetje], bbo (buitengewoon basisonderwijs), BD (Bestendige Deputatie), begot (in hemelsnaam, verdorie), belgicist (unitarist), bepijlen (bewegwijzeren), bevak (beleggingsfonds met vast kapitaal), bib (bieb), bibi (ik), bic (balpen), bilan (balans), bin (buurtinformatienetwerk), BIS (Begeleid Individueel Studeren) en biv (belasting op inverkeerstelling). Die vrouw is een vreselijke blètster.

3. Ook nog: bobonne (oma), BOB (Bewakings- en Opsporingsbrigade, vgl. GDA –gerechtelijke dienst van het arrondissement), bo (bijzonder onderwijs), buo (buitengewoon onderwijs), Bloso (vero: Bestuur Lichamelijke Opvoeding en Sport in de Openlucht), boeleke (baby), boni (batig slot, antoniem: mali), bolwassing (schrobbering), bomma en bompa (oma en opa), boulet (gehaktbal), BPA (bijzonder plan van aanleg), Bretoen (NL: Breton), bruis(water) (spa rood), brosse (broskuif), bs (basisschool), bsbo (basisschool voor buitengewoon onderwijs), bso (bijzonder secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs), bubao (buitengewoon basisonderwijs), bulo (buitengewoon lager onderwijs), busbo (buitengewoon secundair en beroepsonderwijs), buso (buitengewoon secundair onderwijs), bvl (beroepsvoorbereidend leerjaar), bw (beschutte werkplaats) en C4 (ontslagbrief).

4. Vervolgens: canapébenoeming (na omhoogneuken), capot (motorkap), caractériel [een rechtlijnig figuur], carrément (ronduit), cassant (scherp), cc (cultureel centrum), cbo (cursorisch beroepsonderwijs), cecemel (chocoladedrank, VD, GB; cécémel!), chouchou (lieveling), chipoteren (dwarsliggen), chichi (bekakt), chape (ondervloer, slijtlaag), cic (crisisinterventiecentrum), cité (woonwijk werknemers), civisme (burgerzin), CM (Christelijke Mutualiteit), cob (centrale openbare bibliotheek), colère (woede), constatatie (constatering), corbillard (lijkwagen), cornichon (augurk), corrida (stratenloop), covaartest (cognitieve vaardigheidstest), crapuul (gespuis), cumulard (heeft veel cumuls, nevenfuncties), curieuzeneus, curieuzeneuzemosterdpot, cutiproef [krasjestest], dactylo (typiste), daim (suède) en damar (dame de la marine).

5. Daarnaast: dbso (deeltijds beroepssecundair onderwijs), decujus (erflater), dekenij (decanaat), denkpiste (denkspoor), deputé (gedeputeerde – NL: Limburg), derde-betaler (in sociale wetgeving), derdenationaler (sportploeg), dirco (directeur-coördinator), dirju (directeur judiciaire), DIV (Dienst Inschrijvingen Voertuigen), dko (deeltijds kunstonderwijs), d'office (vanzelf, automatisch), dopgeld (werklozensteun), druivelaar (wijnstok), duimspijker (punaise), duts (onnozel mens, doetje, sukkel), eau de javel (bleekwater), edito (hoofdartikel), echel (bloedzuiger), eba of evba (eenmansvennootschap met beperkte aansprakelijkheid), efkes (eventjes), ejt (eindejaarstoelage), enkwest (enquête), eot (echtscheiding door onderlinge toestemming), fakbar [café van een faculteitskring (verkorting fak)], deca (decafeïné), fijnkost (charcuterie), fit-o-meter (trimbaan), flou artistique (vaagheid), fluostift (markeerstift), fond de teint (foundation), fouille (fouillering), een Fransonkundige Engelsman en GAS-boete (gemeentelijke administratieve sanctie).

6. Ook nog: gazet (krant), hij komt van Geel (is gek), gejost en gesjareld (te grazen genomen), gelule (capsule), genster (vonk), geco en gesco (gesubsidieerde contractueel), giscorrectie (bij meerkeuzevragen), goesting (zin, lust), hij lijdt aan het griepaal syndroom, guimauve (gekleurd snoepje in vorm madonna), handelaarsplaat (Z-plaat), hbso (hoger beroepssecundair onderwijs), helaba (hé, jij daar), Pietje de Dood (Magere Hein), herval (na ziekte), hobu (hoger onderwijs buiten de universiteit), hob (halfopen bebouwing), hokt en holt (hoger onderwijs van het korte (lange) type), de hoofdvogel afschieten (hoofdprijs winnen), hso (hoger secundair onderwijs), icc (internationaal cultureel centrum), inox (roestvrij staal), insz (identificatienummer sociale zekerheid), isomo (piepschuim), Blijde Intrede (Blijde Inkomst), je-m'en-foutisme (onverschilligheid), join de culasse (koppakking), k.a. (koninklijk atheneum), kafkatoets (naar bureaucratie) en kasseienslijper (straatslijper).

7. En ken je deze: ketje [Brusselaar], kine (kinesitherapie), op de koffieklets gaan, kortteken (paraaf), kotstudent (woont op kamers), Krijgshof (vero, thans Militair Gerechtshof), kwatong (lasteraar), KWB (Katholieke Werkliedenbond), labo (laboratorium), lait russe [koffie verkeerd], LEIF-kaart (LevensEinde InformatieForum – plastic kaartje inzake euthanasie, uitvaart, orgaandonatie), LIM (Limburg), loyauteit (loyaliteit), Manoesj (lid van de Sinti – vs. Roma), MAP (mestactieplan), mazout (stookolie), min 18-jarige (18-minner), moto (motorfiets), mughelikopter, naverkoopdienst, nefast (funest), nieuwkuis (stomerij), niknakje (klein koekje), nobiljon (notabele), nonkel (oom), occasie (koopje) en oostfrontstrijder.

8. Ten slotte: optieker (opticien), ok (operatiekwartier), oxo (spel, vgl.boter-kaas-en-eieren), pagaddertoren (Antwerpen), peda (tehuis voor (meisjes)studenten), pedalo (waterfiets), rapte (gauwte), pillamp (zaklamp), recup (inhaalrust), Rijksregister (bevolking), sacoche (tas), niemand is sant (profeet) in eigen land, de snel-Belgwet, sparadrap (hechtpleister), stiel (vak, beroep), stock américain (dump), teleferiek (kabelbaan), tew (toegepaste economische wetenschappen), tjeven [christendemocraten] vertonen tjeverij, toile ciré (wasdoek), Unizo [Unie van Zelfstandige Ondernemers], vake (vader), vei (zeer vruchtbaar), velo (fiets), wgc (wijkgezondheidscentrum), ZAP (zelfstandig academisch personeel), zona (gordelroos), zo zat als een zwitser (erg dronken, beledigend), zwartzak (WO II – collaborateur), zondagpastoor (GB, VD: helpt in het weekend), ZIV (Ziekte en Invaliditeitsverzekering) en patati en patata (= enzovoort, enzovoort).

 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten