Hierbij het (tweede) vervolg (en dus: deel 3).
7. Liefde. Er is een eroscentrum en -boot. Sexy sekssextetten rijden af en aan. Menig teaser verleidt je tot een standje negenenzestig (soixante-neuf) of een standje Hollenkamp met zinnenprikkelende en diep gedecolleteerde prostitués-travestieten.
8. Taal-hbo. Daar leer je hoe je hoe je 'eschscholtzia' (goudpapaver), 'schnauzer' en 'toentertijd' [2020: ook toendertijd] schrijft, wat een zeispreuk (wellerisme) is, wat de usus loquendi is, wanneer je per se pre- en suffixen gebruikt, wat het product van reciproque getallen is (1), hoe je voor- en achter-pv's gebruikt en waar de langue d'oïl gesproken wordt.
9. Gesteentemuseum. Terra-sigillata-aardewerk is van zegelaarde (bolus) gemaakt. Het bijna-blauwgrauwe amaril dankt zijn naam aan het Byzantijns-Grieks. Brecciën zijn ontstaan uit brokken van andere gesteenten. Er is een lezing over gneis en graniet. Een piron is een stenen gedenkzuil. Het shungiet vind je ten noordoosten van
Sint-Petersburg. Het sueviet komt van de inslag van een planetoïde, het syeniet niet.
10. Scheikundefaculteit. Je weet dat diacetonalcohol
4-hydroxy-4-methyl-2-pentanon is. Zwitterion is betaïne. Die [bedoeld: de polymerisatie] van een alkeen doe je met de
ziegler-nattapolymerisatie. In groenblijvende planten komt catharanthusalkaloïde voor. Reologische verschijnselen kunnen bij thixotrope stoffen optreden. Bij het solvayprocedé heb je geen soxhletapparaat nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten