zondag 14 april 2013

0079 Dictee woensdag 24 april 2013 (3): Dictee Breskens - tekst Beginners √

Woensdag 24 april 2013 (3): Dictee Breskens - tekst Beginners

Talencursus voor beginners

(In de invultekst moesten de 50 onderstreepte woorden worden ingevuld.)

1. Taal is communicatie. De zender van een boodschap zendt die en de ontvanger ervan ontvangt en decodeert die. Bij spraak heb je geen kennis van wel of niet aaneenschrijven nodig. En ook gedachtestreepjes komen bij praten niet aan de orde.
 

2. Sommigen maken veel dt-fouten: hij noodde ons gisteren al, houd goede moed, wordt je dat aangeraden, en wordt je moeder al 67?

3. Verkleinwoordjes kunnen heel wat problemen opleveren: cafeetje, campinkje, jockeytje, sudoku'tje en deux-chevauxtje.

4. In het Nederlands zijn er heel wat leenwoorden: balalaika (Russisch: snaarinstrument), lev (Bulgaarse munteenheid), krill (walvisaas, uit het Noors), piripiri (Portugees: gerecht met kip) en knäckebröd (uit het Zweeds).

5. Wanneer gebruik je de tussen-n? Hoe schrijf je paddenstoel, fluitenkruid, tarweoogst en op apegapen liggen?

6. Voltooide deelwoorden hebben zo weer hun eigen problemen: beklede stoelen en geleden schade, ge-e-mailde of ge-sms'te berichten en geëxcommuniceerde priesters.

7. Hoe zit het met de zogenaamde klinkerbotsing? Hoe schrijf je
mini-interview, buiig, gala-avond, zijuitgang en choco-ijsje?


8. Eigenlijk mogen afkortingen niet in een dictee, maar ik doe er stiekem toch een paar. Zo staat a.u.b. voor alstublieft, horeca voor hotel-café-restaurant, en VUT voor vervroegde uittreding.

9. U hebt allemaal op school gezeten. De mavo? Of was u ooit gymnasiast? Anders toch wel havo 4-leerling, dus havoër en anders vwo'er?

10. We besluiten deze spellingproef met hoofdletters (of niet): balkenendenorm, Koninginnedag, godgeklaagd, en ten slotte het Groene Boekje.
 
 
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten