Dictee - dictees [1852]
Oefendictee april
2020 (1)
1.
Ze bespraken het entre
la poire et le fromage (bij
het dessert, terloops).
Een sepschijter is een opschepper. Die scheit kan behoorlijk
schijten. De
VS hebben veel weg van een kakistocratie. Een
kalamansi
is een calamondin
(kruising
mandarijn, kumquat).
Bij ons is de kalant koning. Kale is boerenkool. Een kales is een
calèche. De Kalevala is een Fins volksepos. De
kalfde koe bracht voor het eerst een nuka voort en werd later een
tweede kalfkoe. Kalfspoelet
gaat in de soep.
Best riskant om een blanket, een blanc-seing, af te geven. Blanquette
de veau is kalfsblanquette, kalfsragout. Een kalfszwezerik is een ris
de veau. In Noord-Suriname spreken ze Kalina. De afkorting kas
staat voor kalkammonsalpeter.
Dat kalken is een calque maken (ook:
calqueren). We
gebruiken de koudekalkoenmethode (cold
turkey).
2. Een kalmaar is een
calamaris. Van een kalkoentje jenever zul je toch niet dronken
worden? Onder stress gaat hij kalmweg, kalmpjes aan, maar vooral
langzaamaan zijn gang. Een kamado is een barbecue-ei. Kameelkleurig
is camel. Een kameez [uitspraak!]
is een lange, ruime
bloes van rijkversierd
katoen. De kamelenhoest
is MERS,
Middle
East
respiratory
syndrome
(besmettelijke,
ernstige longziekte).
Een kamerjapon voor heren is een sjamberloek, een robe de chambre. De
kamerpalm is de van Lord Howe-eiland afkomstige palmboom. Niet te
filmen: een kamervol gekken. Ze noemen kamfer ook wel kamfort. Ik
moest wel lachen om die Kamper ui (kamperui
– bij kampersteur ook: Kamper steur, lemma ‘steur).
Een campionissimo is
kampioen der kampioenen. De kamrat (toekotoeko)
werd geplet in het kamrad. Kamut is khorasan(tarwe).
Djenghis Khan heerste in zijn kanaat (zoals
een kalief in zijn kalifaat en
een markies in zijn markizaat).
3.
Eenmaal thuis, zal die Kanaalzwemmer weer gaan kanaalzwemmen. In de
Kanaalhaven aan de Kanaalkust voerden de Kanaalvissers met hun
kanaalschip de kanaalharing(en)
aan. De Kanaalster producten komen uit Stadskanaal. Hij
haalde zijn kandidaatsexamen, zijn kandjes. De kandora is een
Noord-Afrikaans mannengewaad. De kandratiki is een zilvergrijze
ombervis. De wereld is een pijpkaneel (stofnaam
– kaneelbast,
kaneelstokje, kaneelpijp),
elk zuigt eraan en krijgt zijn deel. VD heeft ook nog: pijpje kaneel,
stokje kaneel en pijp
kaneel. De
Kanaken huisden in Nieuw-Caledonië. Kanefas,
kanevas: canvas. Kangkung
is Indonesische waterspinazie. Grappig, dat kangoojumpen! Een
kanjellijst is een gootlijst. Dat is nog eens een joekel
van een knoeperd. Een kannenkijker is een drinkebroer. Het kanon
stond op een barbette (kanonbank).
De fakbar is er voor de
faculteitsstudenten.
4. KANS,
CANS, RSI: klachten
aan arm,
nek
en/of schouder.
In Engeland heb je Lord Kanselier, Otto van Bismarck was de ijzeren kanselier. Hij zit nu op
een kansenschool, een prepkamp. Kant van Alençon is alençonkant.
Een apostil is een kantbeschikking, een apostille een kantbrief.
Mooi, die kantelemuziek! Een
kantharos
is een drinkbeker met twee oren. Kantielje is cantille(werk).
In het Israëlische
leger beoefenen
ze het kapap. Die kapel
is een cupel. Een (logaritme)wijzer
wordt ook wel karakteristiek genoemd. Normaal is grondtal 10. De
10log
(die
10 wordt meestal weggelaten, zoals je ook niet x1,
maar x schrijft)
van 200 is 2,3010...,
d.w.z. 10 tot de macht 2,3010…
is 200. De (10)log
van 2 is 0,3010…
Het getal voor de komma (2
resp. 0)
is de wijzer, het getal achter de komma 0,3010...
heet de mantisse. Vroeger zocht je zo’n logaritme op in een
logaritmetafel, nu met de rekenmachine. Neem je bv. grondtal 2, dan
is 2log
64 gelijk aan 6, want 2^6 =64 (^
= tot de macht).
Een (bij
wiskundigen) ook
bekend grondtal is (zonder
uitleg) e =
2,1828…
5. Zo is de ln (elog,
natuurlijke logaritme, logarithmus naturalis, ook:
neperiaanse logaritme)
van 100 = 4,6052 (geen
verdere uitleg, wel dus: e4,6052
= 100). Wat
heeft VD op dit gebied nog meer? Voegt de 10log
aan 1.000.000 het getal 6 toe, de zogenaamde antilogaritme is de
omgekeerde, reciproque bewerking van de (gewone,
met grondtal 10, ook
wel geheten: briggse)
logaritme en voegt dus aan 3
toe het getal 10^3 = 1.000. Met
NAH
wordt niet-aangeboren
hersenletsel
aangeduid. Een karaktermoord is een rufmord. Met de karbovanets
betaalde je tot 1996 in de Oekraïne. Een
kardinaalgetal [kardinale]
is een hoofdtelwoord (drie),
een ordinaalgetal [ordinale]
een rangtelwoord (derde).
Hij houdt kardinalen (vogels)
en drinkt kardinalen (likeur). Wie
mag
dat wel zijn?
Karitéboter is
galamboter.
6.
Karmisch gezien
droeg hij een heel
karma mee. De man met de karpatenkop had de karpattenziekte. Het geld
ging er daar met karrenvrachten uit. Het
kartuizenbegrip omvat kartuizer kloosters
[ook:
kartuizerkloosters].
Een karyocyt produceert bloedplaatjes en karyofylleen is humuleen,
toch? De reciproque van
[letters]
drie vierde is vier derde. Ik heb zojuist het laatste lootje [lotje]
verkocht. Overigens wogen de laatste loodjes best zwaar. Hij zou dat
voorstel onder het loodje (de presse-papier)
leggen: vergeet het dus
maar. Trouwens, ik heb het al eerder gezegd: de (gewone,
grondtal
10) log
log van [cijfers]
10.000.000.000 (tien
miljard, een een met tien nullen)
is gewoon een (1).
Die
eigenogige eerstehandsconstatering na die tweedehandsaankoop is me
altijd bijgebleven. Ik word hier beslist niet epris
van, wel depri.
Alleen Gedeputeerde Staten van Limburg kennen de deputé,
net als heel BE.
7.
Die kerel als Kas is
toch naar kapitein Jas gegaan. Smaken die kasausies
[uitspraak:
z]
lekker? Kasgeld is argent comptant. De kasjmiergeit komt voor in
Kasjmir (en
Tibet). De
kasjoeboom produceert kasjoes, cashewnoten. Kaskoe: cashcow (en
cashflow: kasstroom).
Herken je in ‘kasmonisysteem’ de money? ‘Kassakassa’
riep hij na het zien van de laatste beurskoersen.
Een kasseikoers gaat over een ongelijk parcours. Kastrol: kasserol,
casserole. Kassian Piet! Aan een kassieboom (kassia)
groeien trommelstokken. Kasterolie
is castorolie. Wanneer
gebruik je de kastlijn-gedachtestreep? De apotheker keek naar de
kateker (eekhoorn).
Op de honds- volgen de
drie katjesdagen. Katteklieken zitten niet op kattenbak. Een
voorbeeld van een kattengat is het Kattegat. Een
qatkauwer consumeert een kauwdrug. De
kawai komt uit SR, de kawaii uit Japan.
8. Kasten zijn de elk
van de door godsdienstige wetten
streng van elkaar (af)gescheiden
volksgroepen of standen in de hindoemaatschappij (bv.
in het brahmanisme de ‘brahmanen’ of priesters en geleerden, 'kschatirya's' of vorsten en militairen, 'vaçja's' of de gemeente (landbouwers,
handelaars en ambachtslui)
en 'soendra's' of dienstbaren en slaven).
De Kazachse munteenheid is de tenge (KZT).
Een kazike
[z]
is een cacique
[s].
En een kazoo [kaa-zoe]
is een soort mirliton. De kazuifel is een deel van het katholieke
misgewaad. Prefereer je katjang tjina, tanah of dito
goreng [pinda,
olienoot, apennootje]?
De poes met
kattenbelletje smokkelde een kattebelletje de belegerde stad uit. De
Tsjadiër betaalde met Tsjaadse CFA-franken. Met *cw*: ABC-wapens,
abc-werk, nordic walken
en nordic walking, stucwerk, languedoc- (hoe
schrijf je dat in de langue d'oc?),
medoc(-)
en malbecwijn, wc-wand, mic- en macwaarde, centweight
(cwt)
en CWI
(NL:
Centrum
voor Werk
en Inkomen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten