Dictee - dictees [0963]
Groot Harderwijks Dictee 2016
De Liefhebbers moesten de vetgedrukte
woorden invullen, de Specialisten de cursieve; sommige woorden golden voor
beide categorieën.
Een eenvoudige doch voedzame woordenbrij (auteur: René Dijkgraaf)
1. "De rillettehapjes
en de estouffade van vers geplukte [VD: versgeplukte] aagtappelen staan gereed in uw oud delfts, als ik u niet ontrief. Daarna
presenteer ik deventerkoek [ook wel: Deventer koek], alsook
een cachaçaatje als pousse-café, met uw welnemen."
2. Schrijver
dezes wil eerst even [de] biecht horen: kunt
u erachter
komen waar dit ad-hocdinertje
– bepaald niet vanuit nostalgie de la boue – plaatsvindt?
Vanzelfsprekend niet in een mobilhome, dat word je snel gewaar, noch
in een mesdjid. Het juiste antwoord wist
u vast allang: op slot Bommelstein! Als
u de architect van dit kasteel,
Marten Toonder, niet kent, gord u dan
aan om z.s.m. en zonder captie
te maken in deze pijnlijke leemte te voorzien. U gebruikt echt weleens een toonderisme, zoals 'grootgrutter', 'bovenbaas' of 'zielknijper', als
u dat ontkent, vind ik u een minkukel!
Toonders taalgebruik is fenomenaal. Als u leest: "een koude noordooster brulde over het landschap,
regen en ziektekiemen met zich meevoerend", gaat u toch onmiddellijk uw jas aantrekken? Nederlandsetaalverrijking is nochtans slechts
een minuscuul deel van zijn enorme
belang voor onze cultuur. Maar daarover
onder aan [Taaladvies: onderaan, voorzetsel] deze bladzijde meer, met
uw goedvinden.
3. Marten
Toonder wordt in 1912 geboren. Hij begint al jong te tekenen en hij werkt hard,
hetgeen in 1943 resulteert in de oprichting van de beroemde Toonder Studio's.
4. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog wordt hij lid van de nazistische
Kultuurkamer, wat hem op een veroordeling
wegens collaboratie komt te staan. Pas
veel later wordt duidelijk hoe het er echt aan
toeging: hij gebruikte zijn lidmaatschap als dekmantel voor verzetswerk,
zoals het drukken van het illegale blad Metro, het vervalsen van Duitse
stempels en het tekenen van anti-Duitse
spotprenten. Hij stelde ook onderduikers tewerk.
5. In 1964 verhuist Marten Toonder met
zijn innig geliefde vrouw Phiny naar Ierland. Niet ver van de Dáil Éireannlocatie genieten ze intens van
de Ierse mystiek en van de prachtige natuur en af en toe natuurlijk van Irish stew. (Madame-jeanettes of petits-beurres worden daar
betrekkelijk weinig gegeten, evenmin kun je je er dooddrinken aan gepetiotiseerdemoerproducten.)
In 1982 volgt eerherstel voor zijn TQM
avant la lettre met de toekenning van
het Verzetsherdenkingskruis.
6. Het noodlot
spaart hem echter niet: Phiny overlijdt in 1990 en zijn tweede grote liefde,
componiste Tera de Marez Oyens, sterft enkele maanden na hun huwelijk in 1996.
Hij verhuist kort nadien naar het Rosa
Spier Huis te Laren, waar bejaarde artiesten verwend worden – mits ze geen lid
zijn van 50Plus [VD: 50PLUS]. Hij verscheidt er in 2005 op drieënnegentigjarige leeftijd.
7. We moeten sindsdien verder zonder deze wijze man,
die met opgetrokken wenkbrauwen en een twinkeling in de ogen naar de wereld
keek en die zijn verwondering vormgaf
in kritische allegorieën. Hij
verrichtte zijn monnikenwerk aan de
Bommelsaga zonder zichzelf ook maar
een moment op de voorgrond te plaatsen. Het predicaat 'groots' is
hiervoor een understatement en de Nobelprijs
voor de Literatuur [GB ook: tt] ging onterecht zijn neus voorbij. Toonder is niet
meer, maar over blijven gelukkig zijn
zinnebeeldige, cockaynesyndroomachtige wezens. Mogen
ze het eeuwige leven hebben! Ze lijken omwille
van vermaak met een enkele prinsrobertsmetalenpennenstreek
te zijn neergezet, maar hun avonturen zijn een leidraad voor maatschappelijke
en morele kwesties. Wie kent niet de bietekwiet
commissaris Bas? ("Ik ga je
bekeuren, Bommel! ... Hoe is je naam?") en de schilder Terpen Tijn ("Mijn
vibrerend penseel legt de abstracte
trillingen van de geest op de eh ... dinges. Vat je, makker?")
8. En de heer
van stand zelf? Wie is die beer die nooit een hijood of een overhemd van chambray
of tarpaulin zou dragen, maar wel
immer een geel-rode geruite kamerjas? Dat is Toonder zelf, dat zijn u en ik! Te midden van al het wereldse tumult wil
Bommel, vooral tegenover Doddeltje – in zijn ogen geen chickie of potentiële spondengenoot
maar een toonbeeld van élégance – een
heer zijn. Zijn zelfkennis is echter ontoereikend.
Hij beweegt zich, niet op een reesplee,
maar in de Oude Schicht, onhandig door het zompige plasdrasgebied des levens, dat soms een onverwacht hoge brinellhardheidsgraad heeft, alsof de spetsnaz eraan te pas kwam. Ook de aanrijtijd
naar zijn slot onderschat hij stelselmatig. Tom Poes moet daarom vaak een list
verzinnen om hem zonder dyugudyugu uit
de puree te halen. Toch voelen we ons
aan Heer Ollie verwant, worstelen
wij zelf ook niet regelmatig met onze innerlijke beer?
9. Toonder kon
een iezegrim
zijn en hij was zeker van de familie van
kleef, maar bovenal was hij een visionair. Al in 1963 voorspelde hij de eenentwintigste-eeuwse kredietcrisis
in 'De bovenbazen', een goedgeschreven satire op het ongebreidelde kapitalisme met haar massaontslagen, haar Libor-fraude en haar [3x: zijn, kapitalisme is het-woord] milieuaantasting. Ook 'De liefdadiger'
was een voorspellend verhaal: zelfs zonder bhanggebruik
"zag hij glazen flats vol licht voor zich, met dunne wanden die een
gesprek van buur tot buur mogelijk maken. Verborgen camera's leggen de ruzies
vast, die rechtstreeks op televisietoestellen
worden uitgezonden". Let wel: dit was vijfendertig jaar voor de eerste Big
Brotheruitzending!
10. Toonders
archaïsche schrijf- en tekenstijl biedt
uitzicht op een vreemde en verre wereld, die desondanks sterk verbonden is met
het hier-en-nu [GB, maar VD: los!], want zijn tongue in cheek opgezette teksten lijken
pas kortgeleden geschreven te zijn. Zijn
historiën zijn diepgeworteld in onze literatuur [GB ook: tt] en schilderkunst, daarom zal
hij over honderd jaar – maar dan in giegs
hypertekst bij een onlinedienst – nog steeds gelezen
worden.
11. Ik weet het niet zeker, maar ik voel dat heel fijn aan.
12. PS
Ik hoop niet dat ik u maag-darmproblemen, hippopotomonstrosesquippedaliofobie
of een posttraumatische stressstoornis
bezorgd heb ...
Bronnen:
De Bommelsaga, Marten Toonder
Verzamelde poëmen,
Querulijn Xaverius Markies de Canteclaer van Barneveldt 1997
Autobiografie, Marten Toonder 1998
Bommelcitaten, Uitgeverij Ton Paauw 2006
Marten
Toonder Biografie, Wim Hazeu 2012
Zeg
nu zelf. Bevlogen uitspraken van een heer van stand, Pim Oosterheert 2012
Een
meesterwerk kan altijd kwaad, Jan Wolkers NRC 17 april 1992
Weinig
weten, alles voelen, Marcel Möhring
NRC 2 mei 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten