Bestek
1. Bij bestek denk ik aan lepels, messen en vorken.
2. We starten met '*lepel*'. Omdat eten een levensbehoefte is,
levert dat veel treffers op, een selectie: apostellepels = stel van dertien
lepels waarvan er twaalf een afbeelding van een apostel op de steel hebben,
terwijl de dertiende een afbeelding van Christus draagt, geboortelepel = zilveren
lepel met toepasselijke versiering die vroeger vaak aan een jonggeborene (resp.
zijn moeder) ten geschenke werd gegeven, klepel (!), etc., lepelexcavateur
(graafmachine), lepels-en-vorken (het herderstasje), ze zijn lepeltje-lepeltje:
ze passen goed bij elkaar (o.a. in bed), lepeltje liggen: als twee lepeltjes
tegen elkaar in bed liggen, lepelbal (lob of lobbal), hotel de Houten Lepel
(gevangenis) en lepeltjesheide (cranberry, Amerikaanse veenbes).
3. Vervolgens zoeken naar '*mes*' geeft een nog royaler aanbod,
we doen een greep: all the perfumes(!) of Arabia (een hyperbolische formule
met de waarde ‘niets ter wereld’), argumentum e silentio (argument ontleend aan
het stilzwijgen van de wet of overeenkomst over een bepaalde kwestie), armes
parlantes (familiewapen waarvan de voorstelling zinspeelt op de familienaam,
bv. een os voor Van Os), auri sacra fames (de vervloekte honger naar goud),
bouts rimés (alleen mv. - verzen op opgegeven rijmen), chimes (mv. - tsjaajms - klokkenspel), des histoires
(mv.) de femmes (vrouwenpraatjes), eau des carmes (geen mv. - karmelietenwater),
hartritmestoornis(!), kermesschildluis, kermesse [mv. + s] d'été, land of war and crimes
(land van oorlog en misdaden), les extrêmes se touchent (de uitersten raken
elkaar), limes (Romeinse rijksgrens), Mesopotamië, mesozoïcum (de middelste era
van het fanerozoïcum), messbediende, messtin (etensbakje van een soldaat te
velde), ME'ster (vrouwelijk lid van de mobiele eenheid), mestster (een vrouw
die mest), Mmes (mesdames, de dames), Nemesis (godin van de wraak), place aux
dames (maak plaats voor de dames), pommes(!) frites, Sherlock Holmes
(speurder), stanleymes, the medium is the message (het gaat niet om de inhoud
van de boodschap, maar om hoe die overkomt) en verdikkemes (krachtterm).
4. We besluiten met '*vork*': boelmansvorke (driedelig tandzaad),
neptunusvork (drietand als attribuut van Neptunus), pitchvork (tweetandig
werktuig om een pitchmark (bij golf - deukje in de green) te herstellen), vorkanker (vorkvormig
muuranker, geen kanker …) en een wiedvorkje is er niet voor de weed of wiet (marihuana - maar om te wieden).
5. Ten slotte: the proof of the pudding is in the
eating: alleen in de praktische toepassing kan de kwaliteit van iets blijken
(spreekwoord).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten