Dictee –
dictees [3377]
Vragen en
opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee
april 2019 (1), geheel herzien naar situatie 2023
Dictee
van de dag (1015)
Oefendictee
april 2019 (1)
1.
Zijn writer's blockprobleem(!)
liep uit de hand. Hij vluchtte op een oma's-fiets. De transcendente
meditatie wordt aangegeven met tm[zonder
punt!]. Geloof me maar: Rijnwater
is geen rein water. De afkorting a.u.s.
staat voor actum ut
supra: gedaan (verhandeld)
als boven. Een zeker nekletsel (zweepslag)
heet whiplash (mv.:
-es). Wist je echt dat
surf-and-turf een gerecht is (met
zeevruchten en rood vlees)? Mijn
buurjongen zit op een manabaopleiding
(master
na
bachelor,
de master-na-bacheloropleiding).
Een manxkat is een Manxe kat. Het 'mate'
[ee]
[scheidsrechter onderbreekt partij] bij
die judopartij was niet meer nodig, de make
[ee] [nederlaag]
was al een feit. Brooche mag dan wel mazzel zijn, de staande
uitdrukking is 'mazzel en broge' [tot
ziens en geluk, goede zaken!]. Op
de SR-menukaart stonden onder andere moksaleisi en moksimeti
[gerechten]. Is dat underdresste
kleding of is die overdressed? Hij
verwenste me naar Tanganyika.
2.
Telomerase is een eeuwigejeugdenzym. Toedeloe, toedeledokie, nou, tot
ziens dan, hè. Okido, okidoki, nou, tot befs
[bellen, e-mailen,
faxen,
sms’en –
het ww. beffen heeft ook nog twee andere betekenissen ...] dan
maar. In 1 en 2 Korintiërs komt het woord 'Korinthisch'
waarschijnlijk niet voor. Hij werd de laan uitgestuurd. De Vadsige
Koningen, dat zijn les rois fainéants
[nietsdoend
dus]. Zij is verslaafd aan
wordfeuten [uitspraak:
E: word + NL: feuten] of
wordfeuden [uitspraak:
E: word + E: fjoeden]. Een jappie
is een jonge, ambitieuze
professional: een yup(pie)
dus (young
urban professional).
Een absidiool is een kleine apsis
[nis of uitbouw kerkkoor]. Het
aed-apparaat [automatische
externe defibrillator,
hartstarter] werd in AED [VAE's
dirham –
Verenigde
Arabische
Emiraten]
betaald. Een alcarraza is een stenen kruik. In het woord 'zweet'
zitten een z'je, een w'tje, een t'tje en twee e'tjes. COPD
= chronic obstructive
pulmonary disease
[rokerslongen].
DNA = deoxyribonucleic
acid. Met galimatias wordt coq-à-l'âne
bedoeld (wartaal,
nonsens, gerabbel, gekal, hallucinatie, gebazel, gedaas,
ab(r)acadabra).
Allebei goed: ontegenzeg(ge)lijk.
Maar: gezeglijk en ongezeglijk.
3.
Zij gaat meestal in glunge [glamourus ogende
modecombinaties] gekleed. Toen we de haven inroeiden, moesten
we tegen de stroom in roeien (adverso
flumine niti, vergeefse moeite doen).
Heerlijk, die radicchio, die rode sla. Hij is in het land van de
rijzende zon geboren. De boerenwerkman droeg een schab(be)
[blauwe kiel].
Mijn ouders gaan scheên [scheiden]. De
boeboelaas [SR: boeman] verdreef de
biná's [hier: hert, niet: wijn] met een
bodhrán [bau-rahn,
Ierse handtrommel]. Vervolgens aten ze buní, tonijn.
De godsstad is de stad Gods, Jeruzalem. Dordt: katholicisme en
protestantisme [Hoe dichter bij Dordt, ...].
De Niobe [eig.: dochter van Tantalus – al
haar kinderen werden door de goden gedood] der natiën is Rome
[urbs aeterna,
Roma aeterna, het eeuwige Rome],
de Eeuwige stad, de Stad der Zeven Heuvelen. [Een
niobe is een van smart versteende moeder.]. Sommigen zeggen:
jacana [kaa],
anderen: jaçana [saa,
verschillende uitspraak dus].
Hoeveel kyat [tsjaht
– munt van Myanmar
– MMK] ben je kwijt bij zo'n
motyo [moh-tsjoo –
SR: prostituee]? En wat kost een gadotyo
[g van
goal: gaa-doh-tsjoo – let 3 x op
uitspraak! – godsvogeltje].
Doe dat ook bij: lamyai [lahm-jaaj] =
longan = een soort lychee
[ee/ie]. Parcimonie
(c,
cent – uitspraak s)
is zuinigheid en parsimonie (s,
simpel) is eenvoud.
4.
De Heilooër (Heilooënaar)
en de Heiloose bepleitten bij Heiloos burgemeester om niet de
heilloze weg te bewandelen om een bouwvergunning voor een Heiloos
huis in deze hei(de)loze
streek te weigeren. Quatten is met een quad rijden (GB
ook: quadden – VD
2023 ook!), squatten is squats
maken (fitness).
Venlo's burgemeester liet een Venloos huis onbewoond verklaren. B en
W hebben van een copieus dinertje genoten. Het college van B en W
heeft lekker gegeten. Burgemeester en schepenen namen het er goed
van: ze burgemeesterden [een royaal leven
leiden] vrij regelmatig. En soms namen ze een besluit, dat
beter galgt dan burgemeestert. Het moet galgen of burgemeesteren: het
is erop of eronder. Hij is zo'n flandrien [Vlaamse
wielrenner] van: erop en erover. Onderdak vinden, bieden,
hebben. Met *gedoe*: gedoen, gedoente (boerenbedrijf),
seksgedoe, circus(vertoning),
commiezerij, hij heeft gedoelpunt(!),
dyugudyugu [gedoe,
drukte, ophef], de herejee [het
gedoe], janklaassen [potsenmaker],
poppenkastvertoning, kokenage [kokerij, ook:
gedoe], larie [apekool],
spionagedoeleinden, poppenkast(erij),
veel vijven en zessen, met veel vieren en vijven, rimram [rompslomp]
en zottekesspel [dwaas, zinloos gedoe].
5. Ze
gingen op de tropen jagen in Siberië. Eerst Driekoningen, dan
koppermaandag (verzworen
– ook: verzworen – maandag)
en dan blikkendinsdag. Denk ook aan
Dolle Dinsdag en de derde dinsdag van september [Prinsjesdag].
Met Pinksteren hebben we eerste pinksterdag, tweede pinksterdag en
pinksterdinsdag. De NTU [Nederlandse
Taalunie]
meldt: originees is (hilarisch)
van Chinese makelij. Dat weten we ook weer ... Gebruik ze maar niet,
de bastaardvloeken van VD: bijlo (bilo),
corpo di bacco (goeie
hemel), deksels, doemetoch,
donderdag (vooruit,
voor den donderdag), (goeie)
genadigheid, gadverdamme (gatverdamme),
godbewaarme (God
beware me, God beware, God bewaar me – di meloria, Deus avertat),
goddomme (goddome,
gedomme, gedome, gedomie),
goddorie (gedorie),
godmiljaar, godsamme (gosamme,
godsammekrakepitte), gommenikke
(gossie, gompie),
gos (gossie),
gossiemijne, griet (wel
grote griet), grote griezel, grut
nog an toe, Here (krachtwoord
ook: Heer).
6.
Ook nog: wel heden [van:
Here] mijn tijd, herejee, wel
hier en ginder, jandomme (janstramme,
janverstramme), jeminee (jeminie,
jemenie, jemie, tjeminee, tjeempie),
jezusmina, (wel)
alle joden, miljaar, miljaardedju, nondeju (nondedju),
parbleu (drommels),
potdomme, potdorie (potdosie),
potje-met-blommen, potver (godver),
sacre-nom-de-Dieu (verkorting:
sacredieu), sansodemelatafel,
seldrement (drommels),
snotver, sodeju, sodemakreel, verdekke, verdikkeme (verdikke,
verdikkie), verdju
(verdomme,
verdraaid) en (god)verdomme.
Ook nog gevonden: jesses, jakkes (jak,
jakkie), allejezus, in
godsherejezusnaam (in
godsnaam, in hemelsnaam), jezus
(jezus-maria-jozef),
jezus christus, in jezusnaam, ajakkes (ajakkie,
ajasses), arrejakkes, jasses
marante, jee (jees,
jeetje), jemig, sjemig (jemig
de pemig) en mozes kriebel. Weeg
je woorden altijd op een goudschaaltje!
7.
Hij was bloedje-enthousiast. Een bijlander, een
platboomd vaartuig wordt, zoals je weet, getuigd als een snauw
[schip] ... Blijf maar herhalen:
COPD = chronic
obstructive pulmonary
disease [rokerslongen].
Een googol [goo-gohl]
(de, m.)
is tien tot de honderdste, een een met honderd nullen. Een googolplex
(de, m/v)
is een een met een googol aan nullen erachter. Hij heeft me honend
beledigd, geschokkeerd [vgl.
shockeren, choqueren]. Hij spreekt Serenan (Sranan(g)[tongo]).
Een serir is een grindwoestijn. In plaats van de siliconenborst kreeg
de baby een silicone [van silicon(e)
gemaakte] fopspeen. Een sitcom
is een situation comedy.
Vaak is een slagveld een waar slachtveld. De naam van zo'n grote
houten hamer is: slaraak. Ik liet het grootslemto(e)rnooi,
het grandslamto(e)rnooi, schieten voor
het meeslepende grand-prixgebeuren. Je bent een tuttebel,
een slettenbak. Die dieren zijn slibbewoners, sprak hij, en daarna
volgde die slippartij. Rij met slicks niet in het slik!
8. Wil
jij die tomaat even slijzen [in plakken
snijden, van: to slice]? De slobeend vloog op. Ik verheug me
op zijn bigsmilereactie. Op red snappers, rode snappers
[baarsachtige], wordt veel gevist. Hap
en snap [te hooi en te gras, op ongeregelde
tijden] namen ze de benen. Hij had nogal gesnibd [snauwen]
en gekijfd [ruziën].
Je weet dat zeaxanthien [ook:
-ine] in mais [BE:
maïs] voorkomt? Een (onbegrijpelijk)
dimmetje [dictee-ineenflansmethode]:
de bemanning van de snek [Vikingschip]
frequenteerde de snèk [Antillen: eettentje
langs de weg]. Een spies (spiets)
kwam ik tegen bij: de berelekkere berenklauw, een
groentebrochette, döner kebab, het middeleeuwse wapen hellebaard,
een lans (piek,
renspeer), pincho (tapa
op een stukje brood), een
rozenkrans: benige, knobbelige, ringvormige verdikking tussen spies
en rozenstok (bij
herten), een speer (lans,
spies), spieshout (schacht
van een spies), vleeslolly (ook
wel naam voor een je-weet-wel) en
werpwapen.