Dictee - dictees [0588]
Oefendictee 825 (deel 1)
Dictee 825, alinea 1 t/m 3.
1. Er moet gede-islamiseerd worden. Het conceptdictee: een taalfreak heeft daar al een blik op geworpen en in eerste instantie geen problemen over opgeworpen. Die fytoftora blijft een groot probleem. In de whodunit droeg de hard-boiled detective een gabardine regenjas met holmespet (is die genoemd naar Sherlock? Ja!) Naar dat Geitje kun je alleen maar opkijken. Is gaultheria's kweken moeilijk? Hij moet zo nodig weer de shockjock uithangen met zijn gechoqueer. Een Maltezer leeuwtje is een maltezerhond. Een whippet is verwant aan de terriërs. Als mauwerik [kat] heeft zij een ocelot. Een kribbebijter verrinneweert de ruif. Een thar is een kleine, gracieuze himalayageit. Voorbeelden van een epitheton (meervoud: epitheta) ornans zijn 'de listige Odysseus' en 'de koeogige Hera'. Nu zullen we gauw een nijlgau [soort antilope] zien.
2. Een brahmapoetrakip heeft een driedubbele kam, hoenders kunnen buff (bruingeel) zijn en een lombards hoen is van origine Lombardisch. Voor nog geen honderdduizend markka [Finland, tot 1-1-2020, FIM] zou ik zo'n maka (bosmeester: Amerikaanse gifslang) willen houden. Zoek op, wat de nyala [antilope, koedoe], de oryx [paardantilope] en de wouwou [zilvergibbon] zijn. Niet te geloven: een sagoïentje [klauwaapje] op de rug van een steppezebra. Een Egyptische cobra is een uraeusslang. Die kutai [2020, hoogkijker] moet dat Veulen toch extra gemakkelijk kunnen zien? Een kongeraal komt niet uit Congo: het woord komt van het Latijnse '
3. Voor mij zijn toppers bij de vogeltjes: Blyths rietzanger, Cetti's zanger (bruine rietzanger), Dougalls stern, Kuhls pijlstaartvogel, het Numidisch juffertje (kraanvogel), Temmincks strandloper en de Vlaamse gaai. Reuze-interessant allemaal. Hoe schrijf je trouwens 'orpheusgrasmus', 'quelea' [kee-lee-jaa] en 'quetzal' [kèht-sahl]? Hier volgen wat woorden die interessant zijn i.v.m. de tussen-n: adenoïdenlijder, apelazarus, apotheosenachtig, apotheosenmoment, advocateborrel, advocatencollectief, bolleboos, bollenkweker, bullebak, bullenpees, dogemuts, dolleman, driefasemotor, drinkebroer, dronkenlap, ellepijp, ellenstok, gortepap, gortenteller, giraffennek, hellekind, kattebelletje (briefje), kattenbelletje (bel), kinnebak, klassewerk (erg goed), klassenwerk (met de hele klas), klereschool, klerenhanger, klotegevoel en klotenbibber.