maandag 21 oktober 2024

3684 Dictee maandag 21-10-2024 (1) – dictee BeNeDictee 2024-07 (volgnummer 87) Jeroen √

Dictee – dictees [3684]

BeNeDictee 2024-07 (volgnummer 87)

De 80 genummerde rode en vetgedrukte items moesten worden ingevuld.

Commentaar in blauw.

Rien 12 fout, Rein 16 (waarvan 6 mogelijk te voorkomen waren geweest, de andere niet), de rest meer

Een Goois 01 mini-epyllion [klein epos] (auteur: Jeroen Van Heemskerck Düker)

1. Geschiedenis is soms opmerkelijk saai. Neem nou Hilversum, het onderwerp van dit wikiverhaaltje. 02 600 jaar geleden kreeg Hilversum een eigen rechtbank, waarmee de inwoners verlost waren van de 03 jan-moeials [bemoeit zich met alle zaken] in het naburige Laren. Vervolgens gebeurde er 450 jaar lang niets in het bucolische dorpje op de Gooise ruigte. Akkerbouwers wijdden zich aan de aanplant van boekweit,
04
greidboeren [grasland] 05 weidden [v.t. van weiden] hun 06 texelaars [schapen] of Schoonebeeker heideschapen en brachten de wol dwars door de drassige
07
wijers [moeras] naar de textielwerkers in Naarden.
08
Gepeigerde [peigeren = doodgaan] ooien, bezweken aan 09 mond-en-klauwzeer [MKZ] of 10 blein [draaiziekte bij schapen], waren nog altijd goed voor
11
catgut [schapendarmen, hechtdraad bij operatie – verteert].

2. Het enige wat de aard van het dorp enigszins veranderde, was de 12 vroegzeventiende-eeuwse aanleg van de Gooise Vaart. Dankzij die waterverbinding kwam de textielindustrie tot bloei. Rond 1850 bevolkten arbeiders al tientallen weverijen, waar de 13 paleien [onderdeel weefgetouw] dag en nacht door de
14
jacquardmachines [toestel aan een weefgetouw voor het weven van patronen – aan een klok kan een jaquemart zitten …] schoten voor de productie van 15 ripszij [zijden rips, zeker weefsel] en 16 gros de Tours [zekere stof]. Met 17 afgetobd gelaat maakten de wevers 18 orleansen [van de stof orleans – plaats is Orléans] beddengoed en
19
biaisband [in de schuinte geknipte, smalle strook als garnering voor kledingstukken – uitspraak bie-jèh] voor de beter bedeelden. De meesten waren katholiek, al hadden nazaten van straatarme Poolse 20 borsjtsjschnorrers [dikke rodebietensoep met zure room – bedelaar] zich verenigd in een kleine kille. Het hielp niet bij hun integratie dat zij alle niet-Joodse collega’s, ook
21
Bussumers of arbeiders uit Loosdrecht, steevast
22
hilversummers [niet-Joden, goj] bleven noemen.
23
Terzelfder tijd [ook tezelfdertijd – andere uitspraak] raakte de gemeente dankzij de rust en de ruimte in trek bij welgestelden die het 24 sodom en gomorra [verdorven stad, niet het Bijbelse Sodom en Gomorra!] waar zij woonden, wilden vermijden. De 25 douairières [adellijke weduwe] en heren 26 in bonis [in goeden doen, welgesteld] trokken in 27 pakkie-deftig [in deftig kostuum] naar het Gooi, waar zij ’s zomers elegante villa’s betrokken rondom de dorpskern. Daar 28 vermeiden
[
v.t. vermeien, zich vermaken] zij zich in anacreontische [van poëzie: wijn en liefde bezingend] sfeer aan de dis met 29 steekannen [die zijn geijkt] 30 müller-thurgau
[
witte wijn], 31 orloffgebraad [in plakjes gesneden (kalfs)gebraad met ham en kaas ertussen – de persoon heet Orlov, een zekere diamant is een orlow] in 32 duglérésaus [zekere vissaus] en 33 pommes dauphine [alleen mv.: pommes duchesse of hertoginnenaardappelen].

3. Alles werd anders op 10 juni 1874. Toen opende burgemeester Schook met een feestelijke toost het imposante station, waarmee het kanaal werd gereduceerd tot 34 rootvaart [roten van bv. vlas] en Hilversum
35
pats-boem een knooppunt werd in de nationale bedrijvigheid. De Amsterdamse 36 croesussen [weldoeners] maakten van hun buitenhuis hun residentie, de tapijt- en stoffenfabrieken groeiden uit hun jasje, het inwonertal verdubbelde in twee decennia. Recent geëmancipeerde geloofsgroepen, de 37 rooms- en oudkatholieken [oud-katholieken vormen geen geloofsgroep] voorop, zagen hun kans schoon. Ze bouwden kolossale gebedshuizen, die ze allebei
Sint-Vituskerk noemden. De meeste Hilversummers kennen alleen het opvallende roomse bouwsel aan de Emmastraat, waar nog altijd dagelijks de 38
engelse groet [engel! – het Ave Maria] te horen is. De kerk met de hoogste neogotische toren in Nederland werd opgetrokken in de stijl van de 39 Neder-Rijnse gotiek, compleet met
40
spijers [(water)spuwers] en driepasvensters. Architect Pierre Cuypers liet niets aan het toeval over: de bogen hebben de juiste 41 pijlverhouding [term uit de bouwkunde, vorm van een pijl], het 42 jubee [verbindingsbalk tussen de zijwanden van een kerk] is
43
rijkversierd en het 44 chi-rho [Christusmonogram, P en X dooreen] prijkt levensgroot op de 45 exonarthex [buitenste van 2 voorportalen gebedshuis, binnenste is eso-]. Ook de Joodse sjoel stroomde vol in die
46
belle-époquejaren [belle époque 1890-1910
West-Europa
], waarin Hilversum even de snelst groeiende [wel: snelgroeiend! *] gemeente van Nederland was. Handige ondernemers stelden Mokumse diamantslijpers 47 tewerk
[ww. tewerkstellen] in ateliers die overal in het dorp
48
pop-upten [pop-uppen – opduiken]. Die hardwerkende 49 Asjkenazim [Sefardische Joden, Midden- en
Oost-Europa
], vaklieden die moeiteloos een 50 marquise [diamant] van een 51 naat [dubbelkristal] konden onderscheiden en altijd de exacte plaats van het 52 collet [kleine vlakke onderkant van een briljant] wisten te bepalen, verdienden wel wat frisse lucht – en de ondernemers wel wat belastingvoordeel. Het duurde niet lang of de vloeren vol 53 boort [diamantafval] van al die 54 20-karaatse [wel: 20 karaat] 55 tofferiken [Bargoens voor goede diamant, ook: toffe kerel] hadden de longen van de slijpers aangetast. Logisch, diamant bezet de hoogste plaats op de 56 mohsschaal [schaal van Mohs: hardheid materialen]. Pas vanaf 1931 konden de tbc’ers terecht in sanatorium Zonnestraal, 57 midden in de bossen bij Loosdrecht.

* Correct lijkt: snelgroeiend - snelgroeiender - snelgroeiendst, maar snelst groeiend is ook correct ...

4. Laten we maar 58 voorbijgaan aan de oorlogsjaren, met 59 quislings [collaborateurs] op de burgemeesterszetel en marcherende 60 nationaalsocialisten [NSB, NSB’er] op straat. Na de bevrijding herstelde het dorp zich snel, zij het zonder de Joodse kehila. De complete 61 misjpooche [familie, bij elkaar horende groep personen] was
62
asjeweine [kassiewijle, etc. – Jiddisch = Jiddisj],
63
rücksichtslos [meedogenloos] vermoord door de wrede bezetter. In de twee decennia na de oorlog groeide het inwonertal van Hilversum tot meer dan honderdduizend, een record dat daarna niet meer geëvenaard is.

5. Desondanks is het dorp, 600 jaar na de verzelfstandiging, andermaal aan het groeien dankzij de magneetwerking die de televisie-industrie schijnt te hebben op tal van 64 would-beacteurs [op iemand willen lijken die je niet bent], poenscheppers en tegenwoordig ook 65 momfluencers [moeder als opiniemaker op sociale media]. In massa’s bevolken die geïmporteerde
66
affluenzalijders [problemen bij plotseling rijk worden] inmiddels ‘Hillywood’ en aanpalende gehuchten als Blaricum. Ze trekken fantasieloze villa’s op in
67
wabi-sabistijl [kunstopvatting zenboeddhisme, sobere vormen], waar zij hun gasten fêteren op een
68
walkingdinner [lopend buffet]. Aan simpele
69
kolbaszworstjes [Hongaars] en 70 koekeboterhammen [koekebrood is van de fijnste bloem] doen die lui niet, er staan 71 pokébowls [maaltijdsalade] met 72 uchiki kuri [Japanse pompoen] en de gastvrouw deelt fruitige
73
A.O.C.’tjes [appellation d’origine contrôlée] rond. Daarna is er natuurlijk 74 caffè corretto [espresso met een scheutje grappa, sambuca of cognac].

6. ’s Zomers strijken de nouveaux riches neer op de terrassen aan de Groest [winkelstraat Hilversum]. Aan hun 75 faryngale [farynx: neus-keelholte] 76 gebrouw en gebrij [brouwen en brijen: spreken met huig-r] is niet te ontkomen. Daar ontpoppen zij zich als zelfbenoemde
77
zytho- en oenologen [bier- en wijnkenners] die hun
78
gamays [wijn] onverwijld terugsturen omdat zij
79
brettanomyces [wilde gisten die aan wijn een ongewenste aardesmaak geven] menen te proeven. Het enige wat nog aan het Hilversum van weleer herinnert, is de 80 manouri [kaas] in hun salade, geleverd door de onverstoorbare schapen op de Westerheide.

7. Hopelijk blijft mijn geboortedorp verdere gentrificatie bespaard en kunnen we tot in lengte van dagen genieten van de lommerrijke lanen en uitgestrekte heidevelden die Hilversum beter karakteriseren dan het klatergouden Mediapark aan de Insulindelaan.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten