Dictee – dictees [3611]
(geschreven door Mieke en Ellen Deckwitz)
(geen titel)
1. Er was eens een Borns wicht dat met weemoed terugdacht aan de laatste twee decennia van de twintigste eeuw waarin zij, naar verluidt gespeend van elke vorm van chagrijn [sacherijn], frequent vertoefde in de Hengelose bibliotheek.
2. Daar gedijde zij als een spons in het Groot Barrièrerif en zoog literaire [ook: tt, GB] klassiekers en poëzie op als waren het delicieuze voedselbronnen en steroïden [organische verbindingen] voor zowel eloquentie [welsprekendheid] als esprit [geestigheid, vernuft].
3. Toen zij echter op haar dertiende haar eerste Jan Wolkers las, geraakte zij in een shock en bijna had er een defibrillator aan te pas moeten komen.
4. Maar
de uitgebalanceerde sensibiliteit van dit nieuwetijdskind vereiste geen
proactieve
cardio-oefeningen en zij racete voor een verrukkelijke portie spekkoek naar de
pasar malam [Indische markt] in het
toentertijd nog functionerende Expo Center [eigennaam].
5. Dat zei ze althans tegen haar moeder die, hoewel geen negen-tot-vijftype, haar geloofde; in werkelijkheid was het wicht geoccupeerd met het teasen [prikkelen, verleiden] van de fine fleur der Hengelose adolescenten.
6. Hierna
gloeiden haar wangen als die van een antivaxer en sjeesde ze naar huis,
bewerkte onmiddellijk haar hals met een concealer [camouflagecrème]
en dook in de
25-delige Winkler Prins Encyclopedie [als eigennaam
beschouwd].
7. Dat was een heerlijk elixir [elixer] tegen de carnale [vleselijke] beslommeringen en een opmaat voor haar poëticale ontboezemingen op een A4’tje.
8. Ach, dat waren nog eens tijden: je kon lekker ‘heanig an doon’ [dialect: rustig aan doen], werd niet gehinderd door het AI-model ChatGPT en tikte zelf het millennium op de achtergrond weg als eenentwintigste-eeuwer in spe.
9. En zij leefde nog lang en gelukkig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten