Dictee - dictees [0871]
4e
Armoededictee Kruibeke 2016
Roodkapje
(auteur: Luc Devoldere)
0. Zeer
geëerde dilettanten en hobbyisten van de woordenbrij (tot zover de captatio
benevolentiae),
1. De
protagoniste van dit narratief (? = bnw. - verhalend, vertellend) is een
levend zijnde (= wezen?) dat tot de feminiene
sekse behoort, deel uitmaakt van de jongere leeftijdscategorie en uitgerust is
met een robijnrood hoofddeksel. De vrouw, die haar in barensweeën op deze
aardkloot heeft achtergelaten, stuurt haar op een queeste door een obscuur woud
met een korfje vol exquise lekkernijen naar het lieve omaatje. Tijdens haar
peregrinatie [omzwerving in den vreemde] besluit het sympathieke meisje een variëteit aan gracieuze en
verrukkelijke bloemen te plukken voor haar grootmoeder.
2. Een
malafide creatuur, behorend tot de species van de carnivore wolfachtigen,
begeeft zich intussen naar de het domicilie
van de mature [rijp, volwassen] vrouw, peuzelt haar op met huid en haar, trekt gevleid haar
kleren aan en vlijt zich neer in haar ledikant. De afloop en epiloog van deze
lugubere tragedie, hoewel behorend tot de culturele competentie van de
geletterde en geïnstrueerde studax, klinken het stupiedst voor
pietje-preciezerige dierenrechtenactivisten.
3. Semiotici
[m.b.t. de tekenleer] beweren weleens dat het gênante itinerarium [reisboek] van het roodgekapte (rood gekapte) vrouwtje haar rite de
passage [overgangsrite] naar volwassenheid symboliseert en dat met name dat hoofddeksel, dat
men mutatis mutandis een chador, nikab of boerka zou kunnen noemen, niet meer
of minder representeert dan de menstruatie.
4. Barragezin:
"Laat
ons de lof der contingentie [toevalligheid] zingen vanuit ons idiosyncratisch [individuele eigenaardigheid taalgebruik] perspectief",
zei de idolate scepticus die aan noctambulisme [slaapwandelen] lijdt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten