De muzikante (uitleg)
1. Burkina Faso staat wel in de wdb., zijn hoofdstad Ouagadougou niet.
2. Bratsch: driesnarige altviool met een vlakke kam, waardoor de snaren tegelijk kunnen worden aangestreken (contra, zigeunerviool).
3. Caixa: Braziliaanse snaredrum.
4. C-klarinet: niet-transponerende klarinet met een buislengte van 52,5 cm. Van transponerende instrumenten is de partituur in een andere toonhoogte genoteerd dan die wordt gehoord, bv. de altsaxofoon en de besklarinet.
5. Cornet-à-pistons: ook wel piston (verkorting), koperen blaasinstrument met ventielen.
6. Guiro: klein slaginstrument.
7. Buza-maffia: Ministerie (instelling, niet het gebouw) van Buitenlandse Zaken. Wegens de verkorting (én de hoofdletter(s)) komt er een koppelteken.
8. Refugié, man, refugiee, vrouw; betekenis: vluchteling(e).
9. Expatriate: expat (langere tijd werkzaam in buitenland) of vluchteling.
10. Dp: displaced person = persoon die (ten gevolge van oorlog of onderdrukking) geen domicilie meer heeft.
11. Stowaway = verstekeling.
12. Passevolant (Frans: verstekeling, iemand die zich kort ergens ophoudt): iemand die het vereiste getal moet volmaken, maar geen deel uitmaakt van de troep. Niet duidelijk is of de vrouwelijke vorm gebruikt mag worden.
13. Cabotage = kusthandel, kustvaart.
14. De term 'el caballero de la triste figura' (Spaans: de ridder van het droevige gelaat) wordt gebruikt voor de ridder van de droevige figuur, met name Don Quichot.
15. Miguel (de) Cervantes schreef het boek Don Quichot (van La Mancha). Zijn dienaar was Sancho Panza, zijn strijdros Rocinante en zijn geliefde Dulcinea. Daarom in onze taal opgenomen: een dulcinea (ironisch: beminde), een rossinant (slecht paard, knol), een donquichot (iemand die blindelings ijvert voor hersenschimmige idealen) en een donjuan (naar: Don Juan) is een hoffelijke vrouwenverleider (vrouwenjager = casanova); deze komt niet voor in 'Don Quichot'.
16. Occitanië = het deel van Frankrijk dat de provincies Gascogne, Languedoc en Provence omvat), het taalgebied van de langue d'oc (daar is 'oc' 'ja', in het taalgebied van de langue d'oïl is 'oil' 'ja').
17. Marianne = de verpersoonlijking van de Franse Republiek.
18. Volgens VD is le paysan du Danube: een ruwe kerel die ongegeneerd de waarheid zegt (letterlijk: de boer van de Donau).
19. Wüstung = in de (late) middeleeuwen door de bewoners verlaten nederzetting of dorp, waarvan de contouren nog in het landschap herkenbaar zijn.
20. Doesoen = in Indië een desa (één s!) of dorp.
21. Hafa = een harmonie en fanfare, een hafabra heeft ook nog een brassband (ss!).
22. Bigband (aaneen!) = een groot jazzorkest.
23. Cheerleader = een persoon die bij sportwedstrijden het publiek voorgaat in het aanmoedigen en toejuichen van de eigen club.
24. Het werkwoord encourageren betekent: aanmoedigen.
25. Het werkwoord twilliciteren betekent: solliciteren via Twitter.
26. Iets oudmodisch = ouderwets.
27. De fonopost = gelegenheid tot het opnemen en verzenden van gesproken brieven op grammofoonplaten.
28. Het bnw. epistolair(e) verwijst naar brieven, de kunst van het briefschrijven.
29. Kassavie (kesavie, kassaaf) is een brief.
30. Aide-mémoire is een kort (diplomatiek) briefje; ook wel: geheugensteuntje.
31. Supplicatie is een smeekbede (ook: verzoek(schrift)).
32. Kyrie eleison = (de muziek voor) een gezongen of gesproken smeekbede.
33. Met 'répondre en Normand' (letterlijk: antwoorden in het Normandisch) wordt bedoeld: een ontwijkend antwoord geven.
34. Met 'le mot de Cambronne' wordt eufemistisch (= verzachtend, verbloemend, verhullend) een vloek of krachtterm bedoeld.
35. Het werkwoord supprimeren = onderdrukken (ook: achterwege laten).
36. Een postillon d'amour = een overbrenger van minnebrieven, tussenpersoon bij liefdesaangelegenheden.
37. Het werkwoord eclipseren = verdwijnen.
38. Urias- of bellerophonsbrief = een brief die de overbrenger in het verderf stort (hij of zij kon omgebracht worden). Uria komt uit de Bijbel: 2 Samuel 11:14-17 en Bellerophon was een mythische figuur.
39. Cold shoulder = een afwijzing, een repulsie ook, net als een refutatie, maar dan vooral in juridische zin.
40. Het RPhO is het Rotterdams Philharmonisch Orkest, HZO is Het Zeeuws Orkest en HBO is Het Brabants Orkest.