maandag 28 maart 2022

2651 Dictee donderdag 31-03-2022 (1) dictee – Dictee van de dag (529) √

Dictee – dictees [2651]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 328, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (529)

1. Je hebt cenotafen [leeg grafmonument als cultusplaats], octaven, filosofen en geloven. De waaghalzen klommen boven op de walsen. Als vrijetijdsbesteding deden de hospikken aan batikken. Hoe schrijf je: cakeje, debacletje, raceje, rendez-voustje, dribbeltje, tackletje en jungletje? Waar is het reçuutje gebleven? Geef mij maar een tiramisu'tje. Uit het Frans komen: dinertje, crapaudje en souvenirtje. Enkele andere verkleinwoorden zijn: chequeje, crèmepje, crêpeje, brunetje [ook: brunettetje], tomaatje en nomaadje. De struise boerendochter stond in het weerkaatste diffuse licht.

2. De Ambonese zag nog drie andere Ambonezen. De Goereese en de Heverleese inwoners weten weinig tot niets van elkaar af. Het woord ijslijk klinkt vreeswekkender dan ijselijk. Hij draagt wollen sokken in zijn juchtleren schoenen: duidelijk geval van geitenwollensokkentype. De ovale buitentafel stond onder de opalen [melkachtig wit] luchten. De nylon jassen [nylonjassen] lagen op het formicatafelblad [ook: formica tafelblad]. De houten stoelen stonden op het pluchen kleed [pluchekleed]. Kom(t) dat zien, verhef(t) (beide t’s: archaïsch) uwe harten, maar loop niet te hard van stapel. Draait u zich even om, kleed u daarna weer aan [kleedt u zich daarna ...]. Men vermijde fouten met 'lang leve het echtpaar' en 'lang leve(n) de echtelieden'. Hou op, schei toch uit!

3. En de boer, hij barbecuede voort, terwijl de andere gasten bingoden. Hij timede en timet altijd heel goed. Hij lobbyt voor zijn Schotse whisky's. Het gedownloade, ge-e-mailde bericht werd geshowd en gesaved en daarna gedeletet. Hij monitorde het geplande design. Hij overrulede de gepiercete skatester. Zijn promiscue levenswandel was promiscue [altijd e!] en deed hem de das om. Zijn crue opmerking was nogal cru [wat je hoort …] en zijn continue haatcampagne voerde hij continu [idem]. Het geüpgradede programma werkte sneller. Hij
rock-'n-rolde gestrest, denkend aan floss, grill, yell, pass en stress. Hij settelde zich, ik samplede (ook: sampelde) wat. Zijn moeë benen deden zich voelen.

4. 'Tamezaan' is een verbastering van 'dame-jeanne'. De
tambour-maître, een soort tamboer-majoor, had als vrijetijdsbesteding vioolspelen, citer spelen, pianospelen, tamboerijn spelen en cimbaal spelen. De smiley is een van de bekendere emoticons. Het koppel- of afbrekingsteken wordt bij de drukkers divisie genoemd. Met kastlijn wordt de gedachtestreep aangeduid; er bestaat ook een halve kastlijn. Het isgelijkteken (symbool: =) kom je bijvoorbeeld tegen bij een som als drie maal drie is negen (3 x 3 = 9). Buitenkomen doet opa weinig meer. De Incagodsdienst had vooral een politieke dimensie. Welke term is gangbaarder voor een colon (met zelfde klemtoon ook nog: karteldarm), 'dubbelpunt' of 'dubbelepunt'? Een insluitingsteken is een haakje. De haček is een V-vormig haakje. Een compliment à crochet heeft wel iets van een kaatspartij. Teksthaken zijn vierkante haken.

5. Een opmerking in parenthesi wordt tussen haakjes gemaakt. Een parenthesestel bestaat uit ronde haakjes. Het meervoud van 'parenthesis' is 'parentheses'. In de touwslagerij past een wartel (spanhout, draal) in een lameroen. Als er een torntje aan los is, is er iets niet in de haak. Waarvoor gebruik je een T-haak? Een spinner is een metalen kunstaas. Een sjarriewarrie is een stel ringen met drie wartels en een haak. Een panache is een drievoudig aas op een haak (bijvoorbeeld een balletje deeg, een made en een bloedwormpje). Met een meunhaak kun je vissen. Aan een liashaak (liaspen) kun je papieren rijgen (geen reigers!). Een leihaak wordt op daken gebruikt. Een krauwel is een haak met drie omgebogen tanden. Het kattouwtje is een trosje om de haak van het katblok te sturen.

6. Bij harddrug(s)gebruikers wordt de term 'hooked' gebruikt voor 'verslaafd'. Een heinhaak is een haak met drie tanden aan een lange houten steel. De gaspeldoorn wordt ook Franse brem, doornstruik, ginst of steekbrem genoemd. Gaffes zijn flaters. Met croquet wordt een spel aangeduid. Met een cachet-crampon (crampon) kun je een brief sluiten. Iemand beethebben is hem te grazen nemen. De uitdrukking 'aureo hamo piscari' betekent: met veel inspanningen iets onbeduidends tot stand brengen. Een arkebu(s)sier [uitspraak:
ahr-kuh-buu-zier resp. ahr-kuh-buu-sier] is een met een haakbus bewapend soldaat. De ankylostomiasis is de mijnwormziekte. Een accolade is een strik, haakje. Een aberdeen is een dunne haak met lange steel, veel gebruikt voor baarsvissen. Dat als werkwoord (!, zie lemma 'baarsvisje') hoort niet in één rijtje met 'aalvissen' [verdwenen uit VD] en 'snoekvissen' [znw.].

7. Guillemets worden in Nederland zelden meer gebruikt. Ze zijn genoemd naar de drukker Guillaume. Het HTML [GB ook wel: html] (als extensie: html) is een coderingssysteem voor het opmaken van internetpagina’s. Onafgekort staat het voor Hypertext Markup Language (GB ook: ht m l – het is op SGML gebaseerd). Bij MS-DOS en Microsoft Windows wordt de backslash (/) gebruikt in padaanduidingen op internet. De slash (Duitse komma, /) wordt in dezelfde context gebruikt in Unix en Linux. Als in een letterlijk citaat een aperte fout zit zoals in 'ik strijdt', wordt er tussen haakjes vaak 'sic' (Latijn: sic erat scriptum) achter gezet (+ !). Dat betekent 'dat staat er woordelijk'. Op het bord stond: "We zijn verhuist (sic!) naar de Rembrandtstraat." Het is heel geraffineerd om in reclames stiekem de zelfnoemfunctie te gebruiken; een voorbeeld: het teer-gehalte
('teer'-gehalte) in een sigarettenreclame.

8. De 'akoïsering' [Oorspronkelijk: AKO = Amsterdamse Kiosk Onderneming, eigennaam] van de Nederlandse literatuur (GB ook: tt) is al ver voortgeschreden. Hoe geil kun je zijn? Antwoord: bevergeil (castoreum), bloedgeil (de vampier?), botergeil (bokkegeil), machtsgeil, mediageil (publiciteitsgeil), poepgeil, regeergeil, übergeil, uniformgeil, huichelgeil en we besluiten met soldateske ‘generaalgeilheid’. Haar zaadvragende ogen straalden haar hitsigheid uit. Drink nog een apengeiltje [studententaal: glas marasquin met een laagje room].

9. Gezocht met '*teken' op woordvormen. Stier, Maagd en Steenbok zijn aardetekens. Een weglatings- of afkappingsteken is een apostrof. Het at-teken is in e-mailadressen de apenstaart. De Azteken waren een oud indiaans volk in Mexico met hoge beschaving. Hoe ziet het vredesteken, het ban-de-bomteken eruit? Een ideogram is een beeldteken. Het copyrightteken is het teken © [see]. Het crescendoteken is gelijk aan het kleinerdanteken (<). Het decrescendoteken (diminuendoteken) correspondeert met het groterdanteken (>).

10. Een trema wordt ook wel deelteken genoemd. Het dollarteken ($) is een gemodificeerde 'acht' ('8'). Een staf met een slang is meestal het esculaapteken. Een et-teken (&) is een ampersand. Het goedkeuringsteken [op schoolwerk] was meestal een 'krul'. Wist je dat de streepjes van het euroteken () niet even lang zijn? Hij heeft het slechts gekstekenderwijs bedoeld. Een cimier (niet meer in VD, wel: helmteken) is in de heraldiek de boven op de helm geplaatste figuur die het kenmerkend teken van een geslacht is. Het integraalteken () is in feite een langgerekte S. Het aloude guldenteken (ƒ) zullen we niet snel vergeten. Jokertekens (wildcards) zijn de asterisk (*) en het vraagteken (?). Een figuurlijk kaïnsteken draag je op het voorhoofd [Kaïnsteken, Kaïnsmerk is Bijbels – bij Kaïn op het hoofd na het doden van Abel]. Een klemtoonteken is een accentteken.

11. Een vocaal is een klinkerteken. Een trait-d'union is een koppelteken. Een militair korps heeft een korpsonderscheidingsteken. Tweelingen, Weegschaal en Waterman zijn luchttekens. Het woord 'litteken' schrijf je algauw verkeerd. Kuipjesteken is geen teken. Met een legatoteken worden een aantal noten gebonden. Getweeën studeerden de jezuïeten bantoeïstiek (studie van de Bantoetalen en Bantoecultuur). Financieel was dat mogelijk. Een trofee is een overwinningsteken. Het pondteken (£) is een gestileerde L. Het procentteken (%) en het promilleteken () kent iedereen. Bij schrijven van 'aârs' voor 'anders' is sprake van een samentrekkingsteken. Het is acht uur zesentwintig minuten en tweeëndertig seconden schrijf je in symbolen zo: 8.26:32 u (uur). Een deleatur is in de letterzetterij een doorhalingsteken.

12. In 'schöngeist' (estheet) staat een umlautsteken. Vigilatieteken is de drukkersterm voor aanhalingsteken. Het verkortingsteken is de apostrof. In het Hebreeuwse vocaalschrift kom je vocaaltekens tegen. Het vrouwenteken (venusteken, venussymbool, ♀, is niet: een ankh – hengselkruis, sleutelkruis:)

is een open rondje met aan de onderkant een kruisje. Het mannenteken (marsteken, marssymbool) is trouwens: ♂. Passer en winkelhaak vormen samen het symbool der vrijmetselaars. Ram, Leeuw en Boogschutter zijn de vuurtekens. Kreeft, Schorpioen en Vissen zijn de watertekens. Het V-teken kennen we van Churchill. Het yenteken (symbool: ¥) danken we aan Japan [JPY]. Steenbok, Waterman en Vissen zijn de wintertekens, Kreeft, Leeuw en Maagd de zomertekens. Die eik heeft ijktekens.

 


zondag 27 maart 2022

2650 Dictee woensdag 30-03-2022 (1) dictee – Dictee van de dag (528) √

Dictee – dictees [2650]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 329, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (528)

1. In kindertaal kun je bij een wedstrijdje 'tweeds' (VD – tweede) geworden zijn; 'derds' (derde) zou ik niet voor mijn rekening willen nemen. 'Allahoe akbar' betekent bij moslims 'God is de grootste'. Het shangri-la (paradijs) is een denkbeeldig afgelegen oord van uitzonderlijke schoonheid en lieflijkheid. De uitdrukking dankt zijn naam aan het imaginaire oord in de Himalaya uit de utopische roman 'The Lost Horizon' (1933) van James Hilton. Allerwegen wist men dat na de siësta de paella geserveerd zou worden. Is dat het boekenweekgeschenk (in de Boekenweek)?

2. De uitdrukking 'chic/ sjiek de friemel (friebel)' staat niet meer in de woordenboeken. De uitdrukking heeft betrekking op namaakchic zoals een namaak-Rolex. Een namaakchique bontjas is not done tegenwoordig. Alleen chiquige chiquelingen dragen die nog. Overigens is een friemel een dingetje of een flubbertje. Die jodenkoeken kostten gisteren maar een jodenfooi. We hadden oudewijvenkoeken (oude wijven) besteld, maar kregen bokkenpoten (niet om mee te kwasten …) en moorkoppen. Tot mijn favoriete lekkernijen behoren verder: slavinken, blinde vinken, sliptongetjes, Zeeuwse babbelaars en lange vingers (boudoirbiscuitjes). Ik lust daar wel langevingerpap van. Een begeerlijke vent (een dief van het langvingerige gilde) heeft ook lange vingers, net als een boomhagedis. Ouder gewoonte zullen we (niet gekleed met vadermoordenaars en plusfours) naar het bos tijgen. Kunnen papillotten ook van mousseline zijn?

3. Te koop waren een zand-zeep-en-sodastel, een halfrond half rottend afdruiprek, een peterolietankje, een vliegenkastje en een kolenkit. Wat ze niet kwijt konden, gaat naar de lorrenjood, de voddenboer. Zouden een vwo'ertje en een havoër nog weten hoe je 'paardendrollen die achter paard-en-wagens neervielen', schrijft? Tegenwoordig heb je immers drollenvangers [ook voor paarden]? Morgen gaan we kamperen en gaan we dat vandaag vast voorbereiden. Die laatste zin is een tantebetje (tante Betje van taalpurist Charivarius), een zin in tantebetjestijl. In het eerste deel is inversie toegepast (omkering van de volgorde onderwerp-gezegde). 'Morgen' slaat echter niet op het tweede deel (we gaan daarin immers vandaag iets doen): het is een nieuwe (hoofd)zin waarop we die inversie niet mogen toepassen. In dat tweede deel van de zin is alleen juist: 'we gaan' in plaats van 'gaan we'.

4. De stukadoor is langs geweest vandaag (hij is langsgekomen). Volgende week gaat hij stuken (stukadoren – GB en VD ook: stuccen). Bij de overburen heeft hij met stuc prachtig neo-Italiaans stucwerk afgeleverd. In de volgende zin is sprake van een zeugma: hier zet men koffie en over. Van een chiasma (kruisstelling) is sprake bij: wat passé is, is passé. Een prolepsis is de volgende uitdrukking: die rayonante, lucide geest, met hem wilde zij graag rollebollen, het liefdesspel bedrijven en hem met zijn lovehandles besturen. In het episch theatercentrum werd driftig gerijmd op 'epicentrum'. Wat is eigenlijk de corebusiness van een taalkundige? Is 'e-ducatie' als weergave van computergestuurd onderwijs een eendagsvlieg onder de neologismen? Is gebruik van 'tikgeit' voor 'typiste' niet een criminele en redoutabele vorm van grandisme en masochisme?

5. Hou op met die voor-de-gek-houderij! Bisque [gebonden, van schaal- of schelpdieren] is geen soep van bizons! Sesquipedalia verba zijn ellenlange woorden. Er kan ook sprake zijn van ellenlange bange uren. De Poolse zloty is zo genoemd naar goud [PLN]. De Zwaardvis is de Goudvis. Zijn geweten was vierentwintigkaraats zuiver. Een doré is een bloemige aardappel. De écu is de oude Franse daalder [en de ecu ooit een Europese rekenmunt – European Currency Unit]. Zij pronkten met hun famille-roseserviesgoed. Een fez is een tarboesj. Een fundgrube is een goudmijn waaruit men naar hartenlust kan putten. Giallo antico is goudgeel marmer afkomstig van bouwwerken uit de oudheid. De goldendeliciousboomgaard was erg vruchtdragend. De grand siècle was de gouden eeuw in Frankrijk. De krugerrand (naar: Paul Kruger) is een gouden beleggingsmunt in Zuid-Afrika. Van hier tot Timboektoe is net zo ver als tot Tokio. De vergulde pil verguldde veel.

6. Metaal. Een sulfide is een zwavelmetaal. Van de zouten noemen we het bismutzout, het kobaltzout, het thuliumzout en uranylzout. De (het) zaponvernis is de meestal ongekleurde, dikvloeibare oplossing van cellulosenitraat in amylacetaat met aceton. IJzerniobaat is columbiet. Ferro-oxide en ferrojodide zijn ijzer-II-verbindingen [ijzer-twee], ferricyaankali en de ferrizouten zijn ijzer-III-verbindingen. Het gaat dan om driewaardig ijzer. Metalen kun je met amaril wrijven om die te polijsten. Metalen zijn witgloeiend of witheet; mensen kunnen alleen het laatste zijn.

7. De wichelroede is een gaffelvormige wilgen- of hazelaarstak. De wervelstroom is zo genoemd naar Foucault of Eddy. Een walsstraat is de opstelling van een reeks machines voor het walsen van metaal. Een voltameter is wel een coulombmeter [stroomsterkte], maar geen voltmeter [spanning]. Een van de actinoïden is het radioactief chemisch element uranium. Warmhoudthee doe je in een theestoof of
thee-emmer. Een stevenbeslag zit aan een voorsteven. Sterlingzilver is synoniem met standaardzilver. De sterkearmschaafmachine wordt zelden door de heilige hermandad gebruikt. De stem van Stentor klonk als metaal: daaraan hebben we de 'stentorstem' te danken. Van klok- of letterspijs maak je geen uurwerken of boterletters. Het dorpse smidje had de smederij helemaal onder controle.

8. Waar laten we het shredderafval? Schrootjes horen niet bij het schroot. Praseodymium is een chemisch element, lanthanoïde, atoomnummer 59 (symbool: Pr). Op de percussiehamer van de arts kan een plessimeter [plaatje van ivoor, metaal of glas – voor de toon] zitten. Pleet heeft een dun laagje edel metaal. Onder een plaid blijf je warm. Een piccolo is een fluitje van metaal of hout (niet: van een cent). Het peruzilver wordt uit nieuwzilver vervaardigd. Palladium is een blauwachtig wit metaal dat in sommige auto-uitlaatkatalysatoren wordt toegepast. Osmium (symbool: Os, atoomnummer 76, blauwwit) wordt in vulpenpunten toegepast. Een gas in een metaal levert een occlusie [insluiting] op. Koper, zink en lood zijn bekend als non-ferrometalen.

9. Chloor [Cl, 17] is een niet-metaal. Het niëllo is graveerwerk in blanke metalen. Een nautilusbeker is een pronkbeker, vervaardigd van een in edelmetaal [VD ook: edel metaal] gemonteerde nautilusschelp. Het monometallisme is een geldstelsel. Molybdeen heeft als symbool: Mo [42, zilvergrijs]. Kwikzilver [Hg, 80] werd vroeger ook mercurius genoemd. Zie voor 'mercantilisme' de Dikke Van Dale [economisch stelsel dat de rijkdom van een volk afmat aan de hoeveelheid edelmetaal (edel metaal)]. De magnetodetector wordt gebruikt bij controle van vliegtuigpassagiers. Het (de) lurex is goud-, zilver- of bronskleurig garen uit metaal. Lood [Pb, 82] kan tegen radioactieve straling beschermen. Van de legeringen noemen we in het bijzonder de berylliumlegering [Be, 4] en de koper-lood-tinlegering.

10. Kobalt is een grijsachtig ferromagnetisch metaal (symbool: Co27). Klinkklaar is volkomen zuiver. Een inro (vergelijk: netsuke – uitspraak!) is een zegeldoosje. De heavy metal [muziek] behoort niet tot de zware metalen. Waar kennen we de blauwgeruite kiel van? Antwoord: Michiel de Ruyter! Naast het THC-gehalte noemen we het drogestofgehalte. Van de ertsen noemen we het bauxieterts [mineraal] en het platina-erts [Pt, 78]. Waterketels waren vroeger van email. Een dioxide is een anorganische verbinding van een metaal of niet-metaal met twee zuurstofatomen [vb. tin- of titaandioxide]. Een curveschaar knipt curven/s of profielen.

11. Met een crampon (cachet-crampon) kun je brieven sluiten. Een chinhydronelektrode is een metaal in een verzadigde oplossing van chinhydron in water. Braseren is twee stukken metaal door middel van soldeersel aan elkaar hechten. Een bracteaat is een middeleeuwse munt of een sieraad. Een bracelet is een armband. Is dit groente- of schapenbouillon? Bismut is een chemisch element uit de vijftiende groep (symbool: Bi83). Een ronde beitel is een guts. Amide is een van ammoniak afgeleide verbinding. Een aes triplex (letterlijk: driedubbel metaal) is een sterke wapenrusting. Een agrafe (agraaf) zit om de kurk van een champagnefles. Een aneroïdebarometer werkt niet met kwik [maar met een veerkrachtige, luchtledige metalen doos]. Een brace [brees] vind je bij tanden, een bullbar bij auto's, calx is een uit metaaloxiden bestaand poedervormig residu, een dinky toy is op schaal gemaakt en op een mbira zitten circa 30 metalen lamellen. Een plooi-ijzer is een friseerijzer. Een samoeraihelm is een kabuto. Een thermo-element is zelden een thee-ei.

 


zaterdag 26 maart 2022

2649 Dictee dinsdag 29-03-2022 (1) dictee – Dictee van de dag (527) √

Dictee – dictees [2649]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 330, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (527)

Het Groot Heraldiekdictee

1. De heraldieke kleuren zijn: keel (rood), (l)azuur (blauw), sinopel (groen), purper, sabel (zwart), goud (geel) en zilver (wit). Heraldiek is wapenkunde. Een mannelijk beoefenaar van dat vak is een heraldicus, een vrouwelijke dito een heraldica, samen zijn zij heraldici. Aaneengesloten ruiten zijn ruiten die elkaar met de hoekpunten van de stompe hoeken raken. De uitdrukking 'in zilver (= wit) drie hermelijnen (= van het bont van de hermelijn) ruiten aanstotende (= aangrenzende) in de vorm van een omgekeerde gaffel (= tweetandige vork)' betekent dat de ruiten met de scherpe hoeken tegen elkaar staan. Een half aanziende helm (trois-quarts) wordt niet volkomen van voren en niet volkomen van terzijde gezien. Twee arendsvleugels met de schoudereinden aan elkaar verbonden vormen een adelaarsvlucht. Een arendvogel is een geknot adelaartje.

2. Een armoriaal is een boek dat geslachtswapens beschrijft en afbeeldt. Een balk is een horizontale rechte band dwars over een wapenschild, ten onrechte als teken van bastaardij beschouwd ('barre sinistre'). Een barensteel is een verkorte smalle dwarsbalk met drie of meer hangers, in de bovenhelft van een schild over de andere figuren heen geplaatst (synoniem: lambel, palensteel, toernooikraag). Een bezant is (ook) een oude gouden munt in Byzantium geslagen, ter waarde van ongeveer twee dukaten. Bezanté is gevuld met bezanten (kleine metalen schijf op een schild). Billetté is bedekt met rechthoekige staande figuren, zoals in het wapen van Nassau en dat van de Nederlanden.

3. Het bontvair is de voorstelling van zekere alleen bij de Engelsen gebruikelijke soort van pelswerk. Bouclé is van een hazewindhond: een halsband dragend. Van een kruis is bourdonné: aan zijn uiteinden voorzien van knoppen. De brisure is een breuk, een verandering in het blazoen (wapenschild) van jongere zonen. Het cimier (niet meer in VD) zijn de versierselen boven op [bovenop = bijwoord] de helm. Damasceren is versieren met arabesken, of met goud of zilver inleggen. Een demi-vol is een der vleugels van een vol (een paar aan het schoudereinde met elkaar verenigde vleugels). De term 'écartelé en sautoir' heeft de betekenis: schuin gevierendeeld. Een écusson is een klein schildje in een wapen.

4. Embouté van bijvoorbeeld een hamersteel betekent: aan het einde van een ring voorzien. Enté van een schild wil zeggen: waarvan de stukken met golvende lijnen of op het einde verbrekende bochten in elkaar sluiten. Een estacade is een rij palen door een dwarsbalk verbonden. Je ziet daar een gewoon kruis, geblokt van vier blauwe en vijf gouden stukken. Het schild is gedwarsbalkt door zes stukken, sabel en goud. Een geëvend stuk is een begeleid stuk, met andere in gelijke richting geplaatst. Gefaasd betekent: van fazen of horizontale stroken voorzien. Gekanteeld of getinneerd staat voor: van kantelen of tandsgewijze uitstekende figuren voorzien. Gekapt en gekoust betekent dat de keperlijnen elkaar halverwege, bij het midden van de schildzijden ontmoeten. Het wapen van Leiden heeft twee gekruiste sleutels.

5. Gekwartierd is gevierendeeld. Aan de buitenzijde versierd met lelies is gelelied. Gemalied is met maliën bedekt. Een geluipaarde leeuw is een luipaard voorgesteld als een gaande en aanziende leeuw. Van een schild betekent geschaakt: verdeeld in een aantal even grote blokjes van afwisselend email. Gesplitstaart van leeuwen is: voorgesteld met een gespleten staart. Getongd is met een tong van een andere kleur dan het lichaam ('in goud een rode leeuw, getongd en genageld van blauw'). Gevind is met vinnen van andere kleur dan het lichaam. De grasgrond is de benaming voor de afbeelding van de groengekleurde grond aan de schildvoet. Grijpend is met een prooi in de klauwen. De halvemaan is een afbeelding in wapens, met name als symbool van het mohammedanisme en als wapenteken van het Ottomaanse Rijk. Een wassenaar is een wassende maan (in spiegelbeeld en dus op een afnemende maan lijkend). Een gezichtswassenaar is een wassenaar met ogen, neus en mond. Een helmkleed heeft als synoniemen dekkleed en lambrekijn [lambrequin is geen Nederlands, maar Frans]. Zie voor helmwrong [wrong van in elkaar gedraaide repen stof in de kleuren van het wapenschild, boven op de helm, rondom de voet van het helmteken] en hamei [wapenfiguur bestaande uit drie verkorte dwarsbalken, met kleine tussenruimten boven elkaar geplaatst] Van Dale.

6. Het hermelijn is een zilver (wit) veld, bezaaid met zwarte hermelijnstaartjes of -vlokjes. Een jezuïetenkruis is een breed uiteenlopend kruis van keel. Kantelig is in de vorm van kantelen. Een kanton is elk van negen vierkanten waarin een schild verdeeld kan zijn. Keel (rood) is de vermiljoenrode kleur die in ongekleurde wapens wordt voorgesteld door een verticale arcering. Een chevron of keper bestaat – op de keper beschouwd – uit twee van de zijden van het schild uitgaande, schuin naar boven gerichte balken of stroken die zich een eindje onder de bovenrand in een punt verenigen. De leeuw in het Nederlandse wapen is klimmend: op de achterpoten staand en met de andere poten omhoog reikend. Het lambel is een verkorte dwarsstreep met drie of vijf rechthoekige of zwaluwstaartvormige stukken (hangers), een van de meest voorkomende brisures, waardoor men een jongere zoon onderscheidt.

7. Links is aan de linkerzijde vanuit het wapen gezien, dus als men ervoor staat rechts. Een merel (merlet) is een vogeltje zonder bek en poten. Het Noormannenschild is het type schild door de ruiters van de hertog van Normandië, Willem de Veroveraar, gedragen in de slag bij Hastings (1066) (afgebeeld op het tapijt van Bayeux). Ontploken vlerken zijn geopend. Een passant is een lopend dier met de rechterpoot opgetild. Een punt is het benedendeel van een schild, zoals dat gewoonlijk toelopend eindigt. Een schild kan ook punteloos zijn (zoals een eredivisieclub punteloos of puntenloos of puntloos onderaan kan staan). Ravissant is met een prooi in bek of klauwen.

8. Rayonant is met gegolfde lichtstralen. Rencontres zijn afgehouwen koppen van verschillende dieren, die 'en face' gezien worden (echter niet van herten of luipaarden). De Rode en de Witte Roos waren het huis van York en het huis van Lancaster, die in Engeland in de tweede helft van de vijftiende eeuw lange tijd vijandig tegenover elkaar stonden. Het sautoir is het dwarsstaande (sint-andries)kruis in een schild. Een schilddekking of timber is het geheel der figuren die boven een schild geplaatst zijn. Een derdepart is het derde deel. Sinopel is de smaragdgroene kleur die in ongekleurde wapens wordt voorgesteld door een schuine arcering van linksboven naar rechtsonder. Het
sint-andrieskruis is een liggend, X-vormig kruis.

9. Een sint-antoniuskruk is een meestal niet alleenstaand T-vormig krukje. Het sint-jacobuskruis (spatakruis, dolkkruis) is het embleem van de ridderorde van St.-Jacobus (Sint-Jacobus) met het zwaard. Een slavoen is een hek van vier balken met scherpe punten. Het spoorrad is een vijf- of zespotige, in het midden doorboorde ster. De takkenkrans is een groene lindetak waarvan de einden samengebogen zijn en elkaar tweemaal kruisen. Een tenant is een schildhouder. Wanneer van twee wassenaars de eerste omgewend is en de tweede gewend, en dus hun hoornen naar elkaar zijn gekeerd, dan heten zij toegewend (aanziend). Het treillis is een samenstel van hekwerk met spijkerkopjes op de kruispunten.

10. Op het Zeeuwse wapen zie je een uitkomende leeuw: van achter iets naar boven komend. Een vals wapen is een wapen waarin gezondigd is tegen de heraldieke regels zonder bepaald doel. Een wapenmantel (een baldakijn) is een hermelijnen mantel als achtergrond voor vorstelijke wapenschilden. Een wildeman is een bijna naakte [bijna-naakte] reus met een knots gewapend (en een gieser wildeman is een peer – K. Wildeman, rivier de Giessen, Alblasserwaard). Een zeepaard is een paard dat eindigt in een vissenstaart. Zilver is een van de zogenoemde metalen; in gekleurde wapens voorgesteld door wit, in ongekleurde wapens niet gearceerd, maar blank gelaten. Ook de bovenste waaiervormig geribde schaal van de jakobsschelp wordt gebruikt als heraldische figuur. Datzelfde geldt voor een pauwenstaart. Een colt is een revolver. Ad arma betekent: te wapen!

11. Andere 'wapens' zijn de V1 en V2 [Duitsland, WO II], de SRBM [short range ballistic missile (ballistisch wapen voor afstanden tot 800 km)], de prehistorische silex [vuursteen], de uzi [machinepistool, ook schot voor schot], de molotovcocktail [met benzine gevulde fles met een lont erin], het (lichte) flobert(geweer) , de machete [mes], de kukri (bij de Gurkha's), kortjan (matrozenmes), de klewang [sabel], de hellebaard (middeleeuws; strijdbijl aan lange spies), de goedendag [knots] en blijde (ballista: om zware pijlen en stenen af te schieten).

 


vrijdag 25 maart 2022

2648 Dictee maandag 28-03-2022 (1) dictee – Dictee van de dag (526) √

Dictee – dictees [2648]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 331, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (526)

1. We kennen nogal wat vadertjes: Vadertje Staat, vadertje Cats, vadertje tsaar, Vadertje Tijd en vadertje Stalin. Waren ze weer aan het ouwehoeren over die auerhanen (auerhoenen, auerhoenders, auerhoenderen)? De schoonheidsbehandeling peeling wordt ook aangeduid met scrub. Het Scythisch wordt niet meer gesproken, de Scythen bestaan niet meer. Sealskin komt van de zeebeer of oorrob. Bij de seance dronken ze wijn die sec was. Die is dus dry oftewel droog. De chippendale at chipolatapudding; als toetje was er cappuccino. Het dwergschnauzertje is een aangenaam gezelschapsdier. Saffraangeel wordt uit krokussen bereid. In de
Ster-reclame [Stichting Etherreclame] werd de gepromote tapasbar opgehemeld. In het Belgisch-Nederlands spreekt men over Pinksteren als over Sinksen: met de sinksenbloem wordt dan ook de pinksterbloem bedoeld. De muziek fadede langzaam uit. Mark Rutte had een kleine uitglijer.

2. In de Comédie-Française (vergelijk: Théâtre-Français en Académie française) werd een Engelse comedy opgevoerd. De comédien en de comédienne beseften dat ze slechts een komedie opvoerden, al leek het meer op een dramady. De schaakster en haar secondantengezelschap vormden een mooi stel. De sculler, hij sculde voort. Een scrupel is een oud medicinaal gewicht. Na een secondopiniononderzoek krijg je een second opinion. Een secessie is een afscheiding uit een staatsverband. Seceren is een sectie verrichten. Zo was de Amerikaanse burgeroorlog een secessieoorlog. (Co)secanten (secansen – secans) zijn goniometrische verhoudingen. Een seconde-uurwerk heeft een secondewijzer. Het secreet zat op het schijthuis. De zwager van de secretaris-penningmeester van onze voetbalclub is algemeen secretaris van een vrijmetselaarsloge. Buiten de vrijetijdssfeer is hij secretaris-generaal bij het secretariaat-generaal van het Ministerie [instelling] van Algemene Zaken [AZ]. Het sectiebestuur van de sectie betaald voetbal van de KNVB [Koninklijke Nederlandse Voetbalbond] is tamelijk zelfstandig. Het secretaressecongres werd op Secretaressedag gehouden. Een keizersnede is een sectio. Secunda's [in die betekenis: tweede wissel (na uitgifte van de eerste)] zijn geen secundi [plaatsvervangers – enk. secundus, dan wel: secunda en secunda's].

3. Een notchback is een sedan, een vierdeursauto. Het sedatieve sedativum bracht haar tot rust. Sedekahs zijn islamitische godsdienstige offermalen. Hij leidde een sedentair leven. De ceder is een boom, de seder een rituele maaltijd. De Sefarden (VD ook: Sefardim, GB ook: Sefardiem) zullen hun afkomst nooit verloochenen. In Zuid-Afrika heerste lang segregatie. Hij was een seigneur: zijn grandeur straalde dat uit. De sekser werkte op een kippenboerderij. Zij was haar sekse- en bentgenoot. De seksbusiness deed het in de tweede seizoenshelft een stuk beter. De seksscène op de sekssite veroorzaakte desalniettemin een seksschandaal. Sektariërs drinken graag secce [droog, dry] sekt [mousserende wijn, méthode champenoise]. Sela's [rustpunt] zijn muziektekens in de Psalmen. Hij deed selderiezout en selderijpoeder in de selderiesalade (selderijsalade). Het verguldsel maakte de pil niet minder bitter. Sekwestratie is in bewaring stellen, maar geen inbewaringstelling (ibs). Bij de selfservice bleek dat de selfmade [bnw.] (wo)man ook selfsupporting was. Semantiek en syntaxis moet je streng scheiden, ook in de programmeertalen Algol en Basic. Schrijf correct: 'uitjouwen', 'jij-jouen' en 'jijen en jouen'.

4. Morfeem [kleinste vormelement in een taal met grammaticale of semantische functie] en semanteem [betekenisdragende, inhoudelijke deel van een taalteken] zijn onlosmakelijk verbonden. Een semainier is een zevendagenkast. Was dit armageddon [reuzenstrijd, wereldbrand] een selffulfilling prophecy? Dit land kent negen semiautonome provincies. Het aantal semi-intellectuelen is grenzeloos. De NS [Nederlandse Spoorwegen] zijn meer dan semigeprivatiseerd. Semieten zijn Joden. Semilor (similor) is namaakgoud, pinsbek. In een seminarium (studiehuis) kun je seminars houden. Het onderzoek was semiopenbaar, semionafhankelijk en semiofficieel. De opbouw van het toneelstuk was semiscenisch. De semitistiek bestudeert oude en nieuwe Semitische talen. In de sennhut vond het rendez-voustje plaats. Sensitivitytraining bevordert sensitivisme. Ze was maar een frêle en sensibel poppetje. De señor en de señora waren de ouders van de señorita. Semtex … boem! Het Belgische Senaatslid (de senator) overlegde met zijn confrère (ook een advocaat!) uit de Eerste Kamer over onderwaterzetting van de Hedwigepolder bij Hulst. Bladen van de seneplant [kassieboom] worden als laxeermiddel gebruikt. Die Senegalees kende zelfs het Senegalese volkslied niet! Een uitlaatcenter verkoopt die -pijpen onder de auto.

5. De senior partner stuurde de senior manager aan. Bushbaby's vindt je oom in de bushbush. John Bull personifieert Engeland. De afkorting s.s.t.t. [èhs-èhs-tee-tee] betekent: salvis titulis (met weglating van de titels). Dat zette men vroeger vaak achter de naam van iemand met een academische titel, als men die wegliet (of het niet precies wist), dus R. Leentfaar s.s.t.t. in plaats van [afkorting – punt!] ir. R. Leentfaar. Overigens betreft het toch een schattige afkorting met die twee s'jes en twee t'tjes, of niet soms? Quiches zijn hartige taarten. Zijn er onder de dicteenomaden ook taaltuiniers, taalzuiveraars (Belgisch-Nederlands)?

6. In de tweeakter vormden de hoofdrolspelers een twee-eenheid. Toevallig waren het ook nog twee-eiige tweelingen, die al tweeënhalf jaar samenspelen. Ik weet ook niet een-twee-drie of de
rood-wit-blauwaanhangers het een-tweetje (de een-tweepass,
een-tweecombinatie
) wel goed beoordeelden. Tabasco is een pikante saus van peper, azijn en zout. In Suriname is een tabbetje een eiland in een rivier. Langetabbetje is een plaats in Suriname. Nou, tabee hoor! Een tabla is een dubbele trom (Hindi). Het tableau de la troupe betreft de leden van een toneel- of dansgezelschap. Een tabloid is een boulevardblad, een sensatieblad. Wat is 'het laatste taboe' [zelfmoord, dood]?

7. Een taboeret is een krukje, de tabouleh (GB ook: taboulé) een salade uit de Midden-Oosterse keuken en een tabula rasa een onbeschreven blad. Waren er bij de Tachtigers geen tachtigers, op den duur werden ze dat vanzelf. Tachycardie betreft een snelle hartslag, bradycardie juist een langzame. Tachyonen gaan sneller dan het licht. Bij tackelen voer je een tackle uit. Een tacootje is een soort tortilla. Tactiel is tot de tastzin behorend. Taekwondo is een vechtsport: Koreaans karate. Een taël is een vroegere Chinese munt. Het mooiste voorbeeld van een tafelberg is de Tafelberg bij Kaapstad. Tafeldekken en tafeldienen zijn werkwoorden. Ik vond trouwens ook nog rietdekken, strodekken en leidekken. Van 'dienen' waren er verder geen aansprekende voorbeelden.

8. In een tajineschaal bereidt men tajine [stoofpot]. Taffen is van taf [taft, taffetas], tafzijden is van tafzijde [= taf]. Een tagger brengt labels (tags) aan. Tagliatelle [tahl-jaa] is een lintvormige pastasoort, een tagrijn is een voddenkoopman, tahin is sesampasta en tahoe (stofnaam, Nederlands) is tot blokken geperste, gestremde sojamelk, gebruikt als vleesvervanger, synoniem: tofoe. Een taiga is een moerassig naaldwoud. Bij tai-chiën beoefen je het tai chi. De ridders van de Tafelronde zaten aan het hof van koning Arthur aan de ronde tafel. Het was daar tafeltje-dek-je, zelfs wel zonder de toverspreuk 'tafeltje dek je' [Rein]. Talmoedisten en de Talmudica [niet in wdb.!] bestuderen de Talmoed. Een takehometentamen mag je thuis uitwerken. Het takkewijf stak de takkenbos nog in brand ook.

9. De takstaks [taks = ook hond] is een voorbeeld van een hondenbelasting(aanslag). Ook die honden zijn niet taxfree. Die aanslagen werden opgeëist door de taliban (enkelvoud: talib). Taliën is takelen. Is dit een schrijf- of leestalig woord? Taleggio is een kaassoort, genoemd naar een Italiaans dal, waarvan de spelling van de naam niet te betwisten is. Talliets zijn gebedskleden bij joden. Bij tallshipsraces zie je hooggetuigde grote zeilschepen uit de laatste periode van de zeilvaart. In de ub [uu-beeuniversiteitsbibliotheek] vond ik dat leenwoorden uit het Duits zijn: U-bahn, überhaupt, über-ich (de schrijfwijze is wel vernederlandst, vergelijk: ik-roman), übermensch en U-boot. Een ud is een universitair docent, een uhd een soortgelijk hoofddocent [td = toegevoegd docent – niet in wdb.], een ufo een unidentified flying object en een ugli een (lelijke) citrusvrucht. Een uilenspiegel (niet Tijl zelf) kan soms uiig zijn.

10. Het is in u beider belang dat u aller vriend zich gedeisd houdt. De uite kachel gaf geen warmte meer. Het paard werd uitgebeld. In het uitgebijte schip bevond zich een door gemorst zuur uitgebeten tafel. Kun je mij de weg naar de Dorpsstraat [in Breskens] uitduiden? Is de uitdijing van het heelal onomkeerbaar, irreversibel? Zijn boekenbezit dijde uit. Uit anderen hoofde zeg ik nog eens: toon je (uilen)ballen! Het criminele kwaad is van de Boze en daarom uit den boze! Met mijn familie ga ik af en toe uit eten [GB], op mijn werk moet ik soms iemand uiteten (VD, ook: ineten). Mijn uitgavenpatroon moet herzien worden. Ik vond de uitgiftekoers te laag. Het dictee is uit, basta!