donderdag 24 februari 2022

2611 Dictee zondag 27-02-2022 (1) dictee – Dictee van de dag (497) √

Dictee – dictees [2611]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 360, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (497)

1. Gezocht op '*patie*': usurpatie [overweldiging, onwettig bezit],
tbc-patiënt [ook: tb, vergelijk open tbc], rectumextirpatie [operatieve verwijdering van de endeldarm – als het anusgedeelte behouden blijft: rectumresectie], MS-patiënt [multiple sclerose], klassenpatiënt [ziekenhuis], patiënt-patiencespelergedaanteverwisseling,
lesbo-emancipatie, disculpatie [verontschuldiging, buitenvervolgingstelling], dieetpatiënt, asbestose- en aidspatiënten. Gezocht op '*pathie*': telepathie [gedachtelezen?], stresscardiomyopathie (gebrokenhartsyndroom), diabetische retinopathie [degeneratie kleine bloedvaatjes netvlies], encefalopathie [voortschrijdende hersenziekte], embryopathie [afwijking bij embryo], cardiopathie [hartaandoening] en antipathie [sterke afkeer]. Gezocht op woordvormen naar '*safe*': better safe than sorry [beter het zekere voor het onzekere neme], bodysafe [tasje voor geld, etc. onder de kleren], op safe spelen [geen risico's nemen], safe conduct (vrijgeleide, laissez-passer), safe(deposit), safe haven (toevluchtsoord), safehouse (onderduikwoning), de safehuur voor een safeloket, saferoom (paniekkamer), safe sex (antoniem: kamikazeseks), safety first (veiligheid voor alles). Ook nog gezocht binnen artikelen: geen nieuwe gezichtspunten.

2. Gezocht op '*prax*': thanatopraxie (vertragen ontbindingsproces lijk), praxis (praktijk), praxinoscoop (fenakistiscoop – optisch apparaat met draaischijf – met veelkantige spiegels), praxeologie (studie naar menselijk handelen), parapraxie (parapraxis: verkeerde handeling, vergissing, verspreking, enzovoorts), orthopraxie (het zich gedragen naar heersende opvattingen), in praxi(s) (in de praktijk), echopraxie (ziekelijke drang tot nabootsing van de bewegingen van een ander), dyspraxie (defect in het vermogen tot het uitvoeren van gerichte handelingen, met name als een van de symptomen van het
KIDD-syndroom [Kopfgelenk Induzierte Dyspraxie und Dysgnosie] – ook: KISS [Kopfgelenk Induzierte Symmetrie Störungen ]), chiropraxie (behandelwijze waarbij door de correctie van wervelscheefstanden geïrriteerde zenuwen worden verlicht).

3. Gezocht op '*prak*': yogapraktijk, prakijzer (vork), praktikante, (im)prakticabel, Prakrit (benaming van een groep Middelindische dialecten die nauw met het Sanskriet samenhangen), prakkiseren [ook: prakkeseren – maar (alleen) afprakkeseren], onpraktisch en advocatenpraktijk. Een bloemlezing van zoeken met 'pra*': verbandspray [vgl. verzetsspray], ut supra (als boven), unusrechtspraak [1 rechter], tempranillo (wijnstok uit Spanje die vroegrijpe blauwe druiven oplevert), status praesens (toestand van de patiënt op het tijdstip van het onderzoek), shariarechtspraak, recta prava facere (recht praten wat krom is), pro praesenti (voor heden), pro-formapraatje [pro forma], praseodymium (chemisch element – Pr, 59), praisemuziek (om de Heer te loven), op een prairie-uil jagende prairie-indianen, pr-afdeling, praeputium (voorhuid), de practical-joker in het lokale practicumlokaal, paastoespraak, kopra-industrie, handicaprace, fysiotherapiepraktijk, bühnensprache, praten als Brugman, best practice en achterafmooi/goedprater.

4. Gezocht op '*parlement*' op woordvormen: Europarlement, Europarlementslid, Europees Parlement. Binnen artikelen: Big Ben (klok in de toren van het parlementsgebouw in Londen), Doema (parlement van Rusland), een EP'er (Europarlementariër), Folketing (Deens parlement, oorspronkelijk: volksgericht), Knesset (Israëlische parlement), Lagerhuis (Tweede Kamer van het Engelse parlement, House of Commons) en Hogerhuis (afdeling van het Engelse parlement waarin de hoge adel als zodanig zitting heeft, House of Lords).

5. Het bestuur werd gevormd door een plejade [7 personen]. Terwijl Jan de overval pleegde, plachten Kees en Piet op de uitkijk te staan, terwijl Karel en Arie bij de vluchtauto wachtten om bijtijds pleite te kunnen gaan. Op een playboy vallen vrouwen, aan een pleeboy zitten wc-rollen. Met een plebisciet wordt ook het plebs gepolst. Een
plein-pouvoir is een bijna grenz
eloze volmacht. De plein-airschilderkunst (samenstelling met plein-air) staat tegenover de atelierschilderkunst. De PLO is de Palestinian Liberation Organization (de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie). Ik zal je de deur uit keilen, ga jij maar liever steentjes keilen. Een plisseetje [plooisel] wordt verwerkt in een plissérok. Bij de grand plié en demi-plié(!) waren de dansers verrassend genoeg gehuld in superplies [koorhemden]. Bij een halfbloed kan toch moeilijk van plethora [volbloedigheid] sprake zijn, wel van poikilothermie [koudbloedigheid]. Het plombière-ijs [portie ijs van twee of meer soorten – waarbij vruchtenijs met gekonfijte vruchten] smaakte goed. Met aplomb [zelfvertrouwen] werd de plomb [stuk lood] in de hoop plompenbladeren tevoorschijn getoverd. Bij plus- en minpool, eb- en vloedstroom en land- en tuinbouw kan geen twijfel rijzen over de schrijfwijze ervan. Plusfours zijn drollenvangers.

6. Bestrijdt de longarts pneumokokken (pneumococci – zekere bacterie)? Plastic hoort in een pmd-zak [in BE plastic flessenplasticflessen, metaalverpakkingen, drankkartons]. Is non plus ultra het hoogst haalbare, de non-plus-ultra is de kleinste ooit gesneden lettersoort. Een plongee [bovenvlak borstwering] vind je bij een loopgraaf. Het pluchen beest [pluchebeest] lag op het pluchetapijt [pluchen tapijt]. Zo, dat is heel wat pluissel. Mensen met een
pluk-de-dagpatroon houden niet van plukharen
(pennentwisten). Gepluimstrijk [vleien, kruipen], is dat een soort van kontlikken [slijmen, ja, rimmen, nee, is letterlijk!]? De pluralis majestatis [majesteitsmeervoud – vgl. verpleegstersmeervoud] is zeker geen singulare tantum [znw. alleen in enkelvoud – ijs en vee]. Het was daar niet pluis: zelfs het pluimeloze pluizenbeest werd inzake de pluk-ze-wet in beslag genomen. De een schrijft poesiealbum, de ander poëziealbum, maar wat schrijf je erin? De poète maudit [verdoemde dichter, asociaal] kwam beslist niet aan met poésie pure [zuivere, absolute dichtkunst] op de poetryslam [dichtwedstrijd op publiekspodium]. De poëtaster (geen echte poëet) dacht poepchique poëmata [mv. van poëma, poëem – ook poëma's en poëmen – vgl. chiquig] te maken over poema's. Een poesaka is een Maleisisch erfstuk.

7. Ik herhaal het tot vervelens toe: poelet (soepvlees) is geen poulet (kip). Ook onder Poetin is de poed nog een Russisch gewicht. Die poehamaker doet ook nog aan pochhanzerij. Je kunt met podagreuze [met voetjicht] voeten vanzelfsprekend naar de podokinesioloog gaan. Je herkent iemand met lef aan zijn pochet. Poe-ee, zijn me dat kanjers! Dat wist u vast al: podsolgrond is grond met inspoeling van schierzand. Schierzand is bleekzand. Tja, en bleekzand is onvruchtbaar, grauw zand dat zich bevindt tussen heidehumus en oerbank (ten onrechte ook loodzand genoemd). In Poldernederlands is een polichinel een hansworst. De polaroidfilm werd ontwikkeld. Na het pokkenweer aten we een poire belle Hélène [zekere peer] en legde hij uit wat de poise is: iets met viscositeit, een niet-SI-eenheid. Mijn poisebegrip is dus exponentieel toegenomen!

8. Hier volgen enkele dicteewoorden: point-to-pointrace (op de renbaan – point to point), point d'honneur (raakt het eergevoel), point sur tête [punt boven noot], point-lacé (borduursel met kleine ingeweven figuurtjes), poisonpill (bescherming tegen vijandige overname bedrijf ook gifpil – geen fipronil), pointillisme (schilderkunst met puntjes en streepjes van ongemengde kleuren), poinsettia (kerstster) en poimeniek (zielzorg). Pogo en polka-mazurka zijn dansen. Ik heb liever eten van een cordon bleu [uitstekende kok] dan van een cordon rouge [mindere kok dan 'bleu']. Pollinose (pollinosis) is hooikoorts. Deze siersteen is gepolitoerd [glad en glanzig maken]. Gepollueerde lucht bevat polluties [vervuiling van lucht en water]. Een pomander is een amberappel.

9. Een beetje arts kan meevoelend polsvoelen. De volgende woorden kom je in een dictee nooit tegen, behoudens een bètadictee: polyethyleen (= pet = polyethyleentereftalaat – vgl. petfles), polyamidefolie [nylon], polyacrylonitrilvezel [grondstof vezels], polonceauspant [ijzeren kapspant] en een politiek-ideologisch geschil. Een mix van polygynie [veelwijverij] en polyandrie [veelmannerij] moet wel een soort van commune opleveren. De afkorting pvc staat voor polyvinylchloride. De pomerans zit op het stooteinde van een biljartkeu. Een pompadoeren rok maak je van pompadoer: bont bedrukte of bont geweven stof voor decoratie en bekleding. Pomerol is een gecorseerde bordeauxwijn uit de gelijknamige plaats. Pommard is een bourgognewijn, maar pommade is haarcrème.

10. Je kunt iemand van Pontius naar Pilatus [van de een naar de ander] sturen (dat is niet: pilatessen! [èh]): een tamelijk zinledige bezigheid. Hij kwam met vijf pond aardappelen over de (pont)brug. Wat zijn de overeenkomsten en wat de verschillen tussen ponsen en fronsen? Een pompom is een kanon, pompompom geeft aan dat je wilt zingen zonder woorden en een pompon is een versiering. Pontificaal (nadrukkelijk) trok hij zijn ponjaard (dolk). Het (de) pongé is een lichte soort van taf, voor lampenkappen gebruikt. Zijn Pompejisch en Pompejaans volledig synoniem? Is er dus sprake van synonymie? Ja. Polytheïsme is veelgodendom en met polyurie heb je een sterk vermeerderde urineafscheiding. Zoek op '*cm*': acme (hoogtepunt ziekte), ad-hocmaatregel [ad hoc], blanc-manger [nagerecht], Cm (element curium, 96), cm (internet: Kameroen), C-majeur, c-mineur, CMC (carboxymethylcellulose), cmv (culturele en maatschappelijke vorming, een hbo-opleiding), CMV (cytomegalovirus), discman [draagbare cd-speler met koptelefoon], ecmnesie (een geheugenstoornis), franc-maçon(nerie) [vrijmetselarij – franc-maçon], OCMW [BE: Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn], pacman [computerspel: happend figuurtje door doolhof], plasticmonteur (en in de etalage stond een plastic monteur), stucmarmer(en = bnw.), tb(c)-medicijn (tuberculose), trafficmanager [verkeersleider], trucman [specialist voor trucages in de filmkunst] en VOC-mentaliteit [Vereenigde Oost-Indische Compagnie].


woensdag 23 februari 2022

2610 Dictee zaterdag 26-02-2022 (1) dictee – Dictee van de dag (496) √

Dictee – dictees [2610]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 361, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (496)

Het Groot Filologiedictee (1)

1. Filologie is de wetenschap die zich bezighoudt met (de verklaring van) de taal en letteren van een volk, vaak in samenhang met de cultuurgeschiedenis. Voor het Nederlandse gebied beginnen we wat het Groot-Nederlands betreft maar gewoon bij de a, al lijkt dat soms anders. Een aandachtsstreep is een liggend streepje dat een sterkere rust aanduidt dan een komma. Een adhortatieve taalkundige vorm drukt een aansporing uit. De vocatief is de naamval die de aangesproken persoon kenmerkt (synoniem: vocativus). Abbreviëren is de kunst van het verkort schrijven. Brachylogie is de stijlfiguur waarbij zinsdelen worden weggelaten om een kernachtige uitspraak te verkrijgen, zoals 'jong geleerd, oud gedaan'. Een abductie is een niet strikt logische redeneerwijze, waarmee een bruikbare hypothese ontstaat.

2. Een abecedarium is een a-b-boek oftewel abc-boek, maar ook een vorm van acrostichon (lettervers) waarbij de beginletters van de verzen of strofen (vergelijk strofebouw: een strofe is een aantal versregels) samen het alfabet vormen. Abele spelen als Esmoreit en Lanseloet van Denemarken (beide niet in wdb.) staan tegenover de kluchten. Zo'n spel is een Middelnederlands drama uit de 14e eeuw. Het Middelnederlandse woord abel betekent kunstig. Bij spreken, sprak en breken, breuk is sprake van ablaut (klinkerwisseling). Abrupta zijn korte, puntige gezegden of anekdotes. Ab ovo is vanaf het allereerste begin, ab ovo usque ad mala is van het begin tot het eind. Een abstractum duidt een abstract begrip aan. Abstractum pro concreto (concretum pro abstracto) is een vorm van metonymie (een zaak neemt de plaats in van een andere), zoals het gebruik van 'bewaking' voor 'gevangenbewaarders'.

3. Het antitheater is een theatervorm die bewust afwijkt van de geldende regels en opvattingen van de toneelkunst. De catachrese is een onlogische (niet meer zo gevoelde) toepassing van een beeldspraak. Catalectisch is fragmentarisch, onvolledig. Van een acatalectisch vers is de laatste voet volledig. Een accent als nadruk heeft te maken met vocalen, ritme en metrum. Leestekens zijn onder andere: accent aigu, accent grave en accent circonflexe. Consoneren is goed samenklinken (vergelijk: dissoneren). Een anachronisme is een vergissing in de tijd. 'Dikke Dinges was gestorven in zijn Heer en
lits-jumeaux' is een voorbeeld van syllepsis (zeugma). Acribie is uiterste nauwkeurigheid, vooral bij filologische werkzaamheden. Het telefoonalfabet is een typisch geval van acrofonie [eerste letter gebruiken]. 'Radar' [radio detecting and ranging] en 'NASA' [National Aeronautics and Space Administration] zijn acroniemen [letterwoorden]; daarover handelt de acronymie. Zit een acrostichon [beginletters regels] vooraan, een mesostichon zit in het midden en een telestichon aan het eind. Een acroteleuton is een lettervers dat zowel een acrostichon als een telestichon bevat. Een acutus [kuut] is een accent aigu. Een adagium is een spreekwoord, een spreuk.

4. Een addendum is een aanhangsel, een appendix, van een boek. Een epitheton (ornans) is een adjectief in een vaste verbinding met een zelfstandig naamwoord zoals 'de rozenvingerige (roosvingerige) Eos'. Een adonisch vers is een kort vers, bestaande uit een dactylus gevolgd door een trocheus (trochee – lang, kort) of een spondeus (spondee – lang, lang). 'Dat Pasen en Pinksteren op één dag vallen' is een voorbeeld van een adynaton [onmogelijkheid]. De etiologie is de leer van de oorzaken. Er zijn heel wat mooie sagen, mythes, legendes en sprookjes. Die zijn verzameld in mytheverzamelingen, legendeverzamelingen, sagenverzamelingen en sprookjesvertellingen. Aeschrologie is het bezigen van schuttingtaal. Aferesis is de wegval van letters vooraan in een woord, bijvoorbeeld 't' uit 'het' en 'ar' uit 'nar'. Een syncope (GB geeft twee meervouden: syncopes en syncopen, VD drie: ook nog – uitspraak! – syncope's) is 'macht'ge' voor 'machtige' en 'broer' voor 'broeder'. Hoe groot is jouw syncopeverzameling? Elisie [uitstoting] is 'd'een' voor 'de een' (en 'thuis' voor 'tehuis'). 'Eind' voor 'einde' is een voorbeeld van apocope [weglating eindletter]. Affix is een verzamelnaam voor prefix ('be' in beogen), infix (midden in het woord) en suffix (achteraan). Een affricaat is een wrijfklank. Een epigram is een puntdicht. Akmeïsme (adamisme) is de Russische dichtvorm die taal als middel gebruikt om alledaagse dingen tot poëzie te verheffen. De alef is de eerste letter van het Hebreeuwse en Fenicische (Foenicische) alfabet. Een alexandrijn is een zesvoetige jambe [kort, lang]. Een aliënisme is een leenwoord. 'Bont en blauw' en 'dik en dun' zijn minivoorbeelden van alliteraties (GB ook: tt). Een allocutie (alloquium) is een apostrof. Tot de Altaïsche talen behoren Turks en Mongools. Een alveolaar (alveolair) wordt gevormd met de tongpunt tegen de tandkassen. Picareske romans zijn schelmenromans. Hij sprak met veel ambages (omhaal van woorden).

5. Is een ambigram een anagram, of niet (antwoord: verderop)? Een ambiguïteit is een dubbelzinnigheid. Bij 'elevator' in plaats van 'lift' spreken we van een amerikanisme. De amfibrachys (meervoud: amfibrachen) is een drielettergrepige versvoet [kort, lang, kort]. Bucolische zangen slaan op het land- en herdersleven. De ampersand is het teken '&'. De amplificatie of exageratie is het breedvoerig uiteenzetten van iets (tegen het overdrijven aan). Een recapitulatie is een korte samenvatting. Een anaclasis is de verwisseling van kwantiteit (duur van klanken en lettergrepen) tussen twee opeenvolgende lettergrepen. Een anacreontisch vers bezingt wijn en liefde. Deiktisch [ij] is aanwijzend. In 'Jan is ziek. Die komt niet.' is 'die' anaforisch [aanduidend]: het verwijst naar het antecedent 'Jan'. Trouwens: de eis voor een ambigram ('lepel') is veel sterker dan die voor een anagram ('teren' en 'renet'). Peripetie is de plotselinge ommekeer van de handeling in de klassieke tragedie.

6. Een anakoloet is een onregelmatige woordschikking, een zin die niet 'loopt'. De analyse bij taal is de zins- en woordontleding. 'Georven' in plaats van 'geërfd' is gevormd naar analogie van 'gestorven'. De anamnese is de voorgeschiedenis. De anapest is een drielettergrepige versvoet [kort, kort, lang]. Een anaptyxis is een svarabhaktivocaal (de toonloze e bij 'melluk' in plaats van 'melk'). Een anathema is een (ban)vloek. 'Brandnieuw' is een anglicisme ontstaan uit 'brandnew', smoking is geen anglicisme. De anlaut is de beginklank van een woord of lettergreep (antoniem: auslaut). Een annotatie is een verklarende aantekening. De antepenultima is de voorvoorlaatste lettergreep [voorlaatste: penultima, laatste: ultima, dát geen lemma in VD]. Een anthologie is een bloemlezing. Anticiperen is vooruitwijzen in een tekst door de verteller. Een anticlimax is een plotse overgang van het sublieme naar het banale.

7. Een antifoon is een beurt- of tegenzang. Een antilogie is een tegenstrijdigheid. De antithese is het naast elkaar plaatsen van tegenstellingen. Een chiasme (chiasma) is een kruisstelling (dames en heren, jongens en meisjes), een oxymoron verbindt tegenstrijdige begrippen (jeugdige grijsaard, levend dood) en een epanodos is een herhaling van de zin in omgekeerde volgorde (Ik prijs de Heer, de Heer prijs ik.) Een antoniem is een woord met tegengestelde betekenis (donker naast licht). Een antonomasia is het gebruik van een soortnaam voor een eigennaam of omgekeerd: als we een welsprekend man een Cicero noemen, maken we gebruik van de antonomasia. Een antroponiem is een persoonsnaam – zoals Rein – (een geoniem is afgeleid van een aardrijkskundige naam: krent – Korinthe, bikini – atol Bikini). Een aoristus is een in het Grieks voorkomende verleden tijd. De apocriefen zijn de godsdienstige geschriften die niet tot de canon van de Bijbel behoren. Een stelling die niet bewezen hoeft te worden, heet apodictisch: 'De laatste letter van 'over' is een 'r'.' Een apofthegma is een zedenspreuk: 'De mens wikt, God beschikt.' In een apokoinou maakt een woord of een woordgroep tegelijkertijd deel uit van twee syntactische verbanden: hij schreeuwde hinderlijk om te horen. Een apologie is een verweerschrift.

8. Het onvoltooid laten van een zin heet aposiopesis (reticentie, verzwijging): "Ik zal ze ...!" De apotheose is de schitterende slotscène van een toneelstuk. Een aprosdoketon is een onverwachte wending (vijand, ik bedank u). De arabistiek is het linguïsme (de taalkunde) met betrekking tot het Arabisch. Een arcadia is een herdersroman, een ecloge een herdersgedicht. Een archaïsme is een verouderde uitdrukking (vergelijk: neologisme). Het archetype is de oertekst van iets. De archilochische verzen zijn naar Archilochus van Paros genoemd (Handboek Filologie, niet meer in wdb.). De aretijnse lettergrepen (Guido van Arezzo) zijn ut (do), re, mi, etc. Een argumentum is een argument: a contrario (ook: e contrario – bij wijze van tegenstelling), ab absurdo (het ongerijmde, ook ex absurdo), ad baculum [doorslaggevend, stokargument], ad hominem [op de man af], ad ignorantium [gebaseerd op onwetendheid van de tegenpartij], ad invidiam [speculeren op afgunst en lage hartstochten], ad judicium (vanwege het recht – niet in VD), ad personam (naar de persoon = ad hominem), ad populum [gericht op het volk], ad rem [de zaak zelf], ad verecundiam [schaamtegevoel tegenstander], a posteriori [uit ervaring], a priori [alleen redenering], e(x) silentio (ook: a silentio – stilzwijgen van de wet of de overeenkomst) en probabile [op waarschijnlijkheid berustend]. Een arsis is een beklemtoonde lettergreep in een versvoet. Articulatie is de opeenvolging en vorming van spraakklanken. Assimilatie is gehele of gedeeltelijke gelijkwording van twee aangrenzende of naburige medeklinkers ('likteken' wordt 'litteken'). Asyndetisch is zonder voegwoord verbonden. 'Veni, vidi, vici' is een voorbeeld van een asyndeton.

9. Een aubade is een zang- of muziekuitvoering in de ochtend als huldeblijk [avond: serenade]. Het Austronesisch behoort tot de
Maleis-Polynesische taalgroep. In 'Lang lijkt op een Chinese naam', is 'lang' een autoniem
(in de zelfnoemfunctie gebruikt). Auxesis is de stijlfiguur vergroting (een gematigde hyperbool ...). Een digressie is een brede uitweiding, omhaal van woorden. Een axioma is een onbewezen stelling.