Dictee - dictees [1263]
Dictee Kruibeke 2016
Roodkapje [auteur ... ]
1. Zeer geëerde dilettanten en
hobbyisten van de woordenbrij (tot zover de captatio benevolentiae [poging
van de spreker of schrijver om de lezer of de hoorder gunstig voor zich te stemmen]),
2. De protagoniste [hoofdrolspeelster] van dit narratief [verhaal,
GB eigenlijk alleen bnw., VD 2017 ook znw.] is een levend zijnde [als
znw. niet in wdb.] dat tot de feminiene sekse
behoort, deel uitmaakt van de jongere leeftijdscategorie en uitgerust is met
een robijnrood hoofddeksel. De vrouw, die haar in barensweeën op deze aardkloot
heeft achtergelaten, stuurt haar op een queeste [zoektocht] door een obscuur woud met een korfje vol exquise
lekkernijen naar het lieve omaatje. Tijdens haar peregrinatie [omzwerving
in den vreemde] besluit het sympathieke meisje
een variëteit aan gracieuze en verrukkelijke bloemen te plukken voor haar
grootmoeder.
3. Een malafide [onbetrouwba(a)r(e)
– het, de] creatuur, behorend tot de
species [soort] van de carnivore [vleesetende] wolfachtigen, begeeft zich intussen naar de het domicilie
van de mature [rijp. volwassen] vrouw, peuzelt haar op met huid en haar, trekt gevleid haar kleren aan
en vlijt zich neer in haar ledikant. De afloop en epiloog van deze lugubere
tragedie, hoewel behorend tot de culturele competentie van de geletterde en
geïnstrueerde studax [BE: studiekop], klinken het stupiedst voor pietje-preciezerige
dierenrechtenactivisten.
4. Semiotici [beoefenaars
van de tekenleer] beweren weleens dat het gênante itinerarium [reisboek] van het roodgekapte [analogieën: roodgelakt
en goedgekapt; 'rood gekapt' is zeker ook goed] vrouwtje haar rite de passage [overgangsrite] naar volwassenheid symboliseert en dat met name dat het hoofddeksel dat men mutatis mutandis [met
de voor de toepassing in een ander geval nodige veranderingen] een chador [GB, VD: grote
zwarte mantel met gezichtssluier], nikab [GB, VD: gezichtssluier] of boerka [vrouwengewaad
met alleen opening voor de ogen] zou kunnen noemen, niet meer of minder representeert dan de
menstruatie.
5. "Laat ons de lof der contingentie [toevalligheid] zingen vanuit ons idiosyncratisch [karakteristiek]
perspectief", zei de idolate [dweperige,
afgodische] scepticus [twijfelaar] die
aan noctambulisme [slaapwandelen] lijdt.