Dictee - dictees [1237]
Groot Dictee Utrecht 2017
Motto:
"Geen stijl, maar des te meer karakter heeft de stad, een harde en benepen eigenzinnigheid, die zich de maat van alle dingen waant." [Hendrik Marsman]
Geen stijl, maar des te meer karakter
(auteur: Manon Uphoff)
1.We mogen de fameuze verzen van
dichter-advocaat Marsman, met zijn eloquente boutades
en evocatieve karakterisering van de Utrechtse
volksaard, wel appreciëren om hun accuratesse.
2.
Temeer daar het geenszins een sinecure is een goed
gelijkend beeld te schetsen van de domstad, waar Erich Wichmann
[medeoprichter van de Rapaljepartij – VD –
vergelijk rapaille; zijn zus was Clara Wichmann] surreële
scheldkanonnades te berde bracht en waar in het
Centraal Museum de ooit choquerende (shockerende)
fietsster van Moesman [surrealistisch
schilder] in evakostuum op haar vélocipède
prijkt.
3.Ons stadsie [van
stadsie tot stad; ook songtekst] is geen plek van bête
dommeriken, ondanks Hoog Catharijne, dit achenebbisje
exces van de ideeëloze kortetermijnplanning van
de zeventiger jaren, toentertijd (toendertijd)
wel degelijk je van het van de moderne joie de vivre.
4.Wie
het eclectische pandemonium vanaf de Domtoren
aanschouwt, ontwaart talloze machines die non-stop
drukdoende zijn de gedempte singels heruit te graven
die destijds sans gêne zijn versjteerd.
5.Suster
Bertken [kluizenares en dichteres]
kon het grotestadsleven in 1457 al niet meer aanzien en liet
zich in de Buurkerk incarcereren [insluiten]
ter boetedoening voor de faux pas van haar vader, een
frunnikende en fröbelende priester.
6. In
antarctische dan wel Siberische
[vgl. het laat me siberisch]
kou doodde de domstedelinge decennialang de tijd met
bellettrie gericht aan onder meer de Here Jezus,
zonder verstrooiing van whatsappjes of ge-cc'de
e-mails.
7. Met zijn neiging tot en
het duistere en het verlichte laat deze
bere-interessante
stad, waar we apetrots op mogen zijn, zich nog het best
portretteren in het clair-obscur van de Utrechtse
caravaggisten.