Dictee Goes 2015
De onderstreepte woorden moesten worden ingevuld.
Taalvariété (auteur: Aly Breemhaar)
1. In welk een dispositie zou de Domburgse doctor mevrouw Hendrika C.M. Ghijsen geweest zijn als zij geweten zou hebben dat op 1 april 2015 het Groot Dictee Zeeland gehouden zou worden, precies 86 jaar na de oprichting van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek? De lit(t)eratuurhistorica, gepromoveerd op de achttiende-eeuwse epistolair romanschrijfster en predikanteneega Betje Wolff en haar amica Aagje Deken, heeft benevens het werk aan haar dissertatie ruim vier decennia van haar arbeidzame leven gewijd aan het maken van fiches, annotaties en contexten voor de lemmata van een Zeeuws dialectenwoordenboek dat zijn weerga niet kent, althans niet in het Zeeuwse. Natuurlijk kent het Nederlandse taalgebied vele streektalen en dialecten en zijn daarvan eveneens door puristische taalvorsers met liefde voor taal en cultuur, woordenboeken samengesteld, zoals voor het Stellingwerfs, het Nedersaksisch of het Noord-Veluws, maar deze zijn niet alle zo veelomvattend als het Zeeuwse lexicon.
2. Dankzij haar veertigjarige queeste kunnen wij putten uit ultieme Zeeuwse tongue twisters. De gedecafeïneerde koffie waar geen barista aan te pas is gekomen, in de vorm van 'slabberjan' is nog te doen, lastiger wordt het met de benaming van een dergelijk slap koffiebrouwsel in Ooltgensplaat: 'gorlegooi' al of niet op oudejaarsdag geserveerd met 'smouters' – afkomstig van het woord 'smout' dat weer is afgeleid van het Nederlandse verbum 'smelten' – of in de zomer met 'aerebeie' of 'freinze' waarin u ongetwijfeld het Franse 'fraise' herkent.
3. Ondanks zijn indrukwekkende dictionaire is het Zeeuws geen erkende streektaal geworden, tot droefenis van de Zeeuwse Gedeputeerde Staten die daartoe in 2001 een rekest hadden ingediend. De ministerieel bewindvoerder van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Zijne Excellentie Johan Remkes, waardeerde het Zeeuws in 2004 nochtans als dialect en niet als taal, zelfs niet als secundaire minderheidstaal zoals gedefinieerd in een hiervoor opgesteld Europees handvest.
4. Wat maakt een taal tot een taal en een dialect tot een dialect? Helaas ontbeert deze vraag een limpide antwoord; ervan uitgaande immers dat een dialect een taalvariant is, dan is de taal waarop het Standaardnederlands of Algemeen Nederlands gebaseerd is, in feite ook een taalvariant, namelijk het Amsterdams van de zeventiende eeuw dat toevallig vanwege de economische hegemonie waarmee onze hoofdstad zich toentertijd kon verblijden, een groot prestige genoot en waarnaartoe dus velen uit andere delen van de Lage Landen met hun taal wilden opschuiven.
5. De beschrijving van een taal of taalvariëteit in een woordenboek en een grammatica of syntaxis, is kortom niet voldoende om die variëteit van het predicaat 'taal' te voorzien. Oftewel wat een taal is, is veeleer een politieke dan een linguïstische kwestie, al zijn we uiteraard uitermate blij met het belangeloze en prijzenswaardige monnikenwerk dat Hendrika Ghijsen heeft verricht.
6. Dank
u wel.