donderdag 11 september 2014

0263 Dictee woensdag 17 sep 2014 (2): dictee Ford √

Dictee - dictees [0263]

Ford

1. Ik moest in een dictee T-Ford schrijven. Ik schreef T-ford, maar denk dat de hoofdletter F beter is. Als een artikel nog duidelijk aan een merk of persoon gekoppeld is, gebruiken we een hoofdletter: een Armani (kleding), een Ford, een DAF, een Mondriaan, een Rembrandt, een Picasso, een Amati (viool), het syndroom van Down (maar: downsyndroom of down).

2. Het is allemaal heel subtiel, want ik vond ook: een Volkswagenbus [2020]  = een transportbus van het merk Volkswagen. Ik heb pas nog een Philipslamp gekocht en een Van Goghtentoonstelling bezocht. Ook drink ik wel eens een Amstel, een Hoegaarden of een Duvel. Als de binding met een persoon helemaal vervaagd is, schrijven we een kleine letter: een colbert(je) (genoemd naar Colbert), een diesel (genoemd naar Diesel) en een bintje (zo genoemd naar Bintje Jansma). Maar goed, het ging om Ford.

3. Overigens vond ik die alleen letterlijk in de titel van een revueliedje van Louis Davids uit ca. 1933: De olieman heeft een Fordje opgedaan. Laten we verder nog even zoeken op '*ford*': briefordner, die Forderung des Tages (de eis van het ogenblik), fordisme (zeker productiesysteem, genoemd naar Henry Ford), een hereford (vleesrund), het hutchinson-gilfordsyndroom (= progeria: ziekte die vroegtijdige en versnelde veroudering veroorzaakt), oxford (sterke katoenen stof) en Oxfordbeweging (negentiende-eeuwse beweging in de anglicaanse kerk ritualisme, anglokatholicisme, puseyisme)

3. Verder: Oxfordgroep (oorspronkelijk benaming voor Morele Herbewapening), Oxfordiaan (of Oxonian = student of geleerde aan de universiteit van Oxford), rutherfordium (chemisch element nummer 104), stableford (zekere spelvorm van golf), stafford (terriërsoort, ook: staffordshireterriër) en to make the world safe for democracy (ziet u 'ford'?) - om de wereld veilig te maken voor de democratie. Shakespeare was trouwens de zwaan van Avon, naar zijn geboorteplaats Stratford-upon-Avon (ziet u 'ford'?). Daarmee is de koek op, of ik zou als laatste nog fosfordamp moeten noemen.
 

0262 Dictee woensdag 17 sep 2014 (1): dictee korps of corps? √

Dictee - dictees [0262]

Korps of corps?

1. Ik moest pas bij een dictee 'docentenkorps' opschrijven. Er werd 'korps' gelezen en geen 'koor'. Ik deed dat goed, maar toen het er eenmaal stond, vond ik dat zo raar dat ik de k terug veranderd heb in een c. Jammer, fout. Van (ongeveer) 1970-1990 ben ik docent geweest en heb naar beste weten altijd deel uitgemaakt van de docentencorps [uitspraak: koor]. Maar helaas, tijdens mijn 70 jaren is de spelling nogal eens veranderd. Hoe zit het nu eigenlijk?

2. Wel, alleen bij diplomaten en studenten mag je nog corps gebruiken ('*corps*'): wel uit het Frans ook (Latijn corpus, Frans corps = lichaam) à corps perdu (halsoverkop), avant-corps (deel van gebouw vóór de hoofdgevel), corps de ballet (niet-solisten), corps de logis (hoofdgebouw van een paleis), en corps (allen tezamen), esprit de corps (korpsgeest (!), saamhorigheidsbesef, solidariteit) en sûreté de corps (vrijgeleide).

3. Bij de studenten: corps = studentencorps, corpsbal = corpspik = corpsstudent en studentencorps en bij de diplomaten: corps diplomatique (CD: korps (!) der diplomaten, CC = corps consulaire). Ten slotte heb je ook niet-corpsleden en oud-corpsleden en er kan ergens een corporale sfeer heersen. In alle andere gevallen schrijf je korps!

4. We kijken nog even naar '*korps*': elitekorps, Eurokorps (strijdmacht EU), korpsbeheerder, korpschef, Kozakkenkorps, lerarenkorps (!) en zeecadetkorps, het korps der genie, KLPD = Korps Landelijke Politiediensten, Korps Mariniers (KMarns), KCT = Korps Commandotroepen, KNR = Korps Nationale Reserve, WA = weerafdeling = weerkorps van de NSB = Nationaalsocialistische Beweging. Rest me nog te vermelden dat een korps ook een letterkorps kan zijn: formaat van een lettertype uitgedrukt in punten en dat 'corps' ook nog kan betekenen: kracht en bouquet van wijn.


 

zaterdag 6 september 2014

0261 Dictee woensdag 10 sep 2014 (22): dictee nicotarium en vpu √

Dictee - dictees [0261]

Nicotarium en vpu

1. Nee, die woorden staan niet in Van Dale. Nicotarium kom je wel veel tegen op internet en vpu aldaar ook wel als VPU. Ik was in het verzorgings-verpleegtehuis in Breskens en bij de bewegwijzering kwam ik 'nicotarium' tegen. Wat zou dat zijn? Ik dacht aan nicotine: Nico en Tine ken ik wel, nicotine is 1-methyl-2-(3-pyridyl)pyrrolidine, een vloeibaar, scherp, vluchtig alkaloïde in tabak; een zeer krachtig vergif, dat eerst opwekt en later verlammend werkt. Rook dus maar liever niet, want dát zit in sigaretten! Gebruik dus maar liever nicotinekauwgum, -pleister of -puffer, daar krijg je geen nicotinevlekken van. Rook nicotinevrije sigaren of nicotinearme sigaretten.

2. Iets anders: nicotinezuuramide (nicotinamide) is een zeer belangrijke vitamine uit de zgn. B-groep; gebrek eraan veroorzaakt o.a. pellagra (een vooral in de tropen, waarin mais hoofdvoedsel is, optredende ziekte, een avitaminose, gekenmerkt door huidaandoening en stoornissen in de spijsvertering en het centrale zenuwstelsel). De nicotiana is de tabaksplant en nicotianine is de in gedroogde tabak voorkomende stof die de geur aan tabaksrook geeft. Iets wat hier helemaal los van staat is nicotinamideadeninedinucleotide: in de biochemie een waterstofoverdragend co-enzym (afkorting: NAD of NADH - dan, nog Engels (los dus!): n a d hydrogen - gereduceerde vorm van NAD). Maar alle gekheid op een stokje: een nicotarium is ongetwijfeld een rookruimte in een overigens rookvrij gebouw …

3. Ook van vpu ben ik vrij zeker. Ik heb nog even gespiekt bij CPU = central processing unit van de computer (ook cve = centrale verwerkingseenheid). Volgens mij is een vpu [of VPU]
een verpleegunit. 't Is maar dat u het allemaal weet …
 
 
 

vrijdag 5 september 2014

0260 Dictee woensdag 10 sep 2014 (21): dictee zwamneus √

Dictee - dictees [0260]

Zwamneus

1. Wat is dat nu weer, een zwamneus? Antwoord aan het eind. Eerst 'zwam'. Met '*zwam*' zie ik tientallen lemma's voorbijkomen, zoals amethistzwam (rodekoolzwammetje), boomkankermeniezwammetje (veroorzaakt boomkanker en vruchtrot, o.a. bij appel en peer - vgl. menie), kammetjesstekelzwam, narcisridderzwam en sneeuwvloksatijnzwam.

2. Ook trouwens zwiebelzwamp (!), maar dat is een ander onderwerp: trilveen. Dan maar even beperken tot kaal 'zwam': organisme behorend tot het zwammenrijk, d.w.z. bladgroenloos en bestaande uit draadvormige ketens van cellen (hyfen), soms uit draden zonder tussenwanden, zelden uit één cel, bv. schimmel of paddenstoel (synoniem: fungus). Daarnaast is zwam de stof van een tondelzwam, waarmee men vroeger vuur maakte (vergelijk tondel en tondeldoos). Het werkwoord zwammen kent u ook wel: kletsen, onzin vertellen. Vandaar dat het znw. zwam iemand is die in die betekenis zwamt.

3. Verder met neus: lichaamsdeel, reukzintuig (de neuzen tellen, een lange neus maken, zijn neus ergens in steken, iemand iets onder de neus wrijven, alle neuzen één kant op krijgen, een frisse neus halen, iemand bij de neus nemen, met de neus kijken, je neus stoten, iets langs je neus weg zeggen, doen of je neus bloedt, wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht, tussen neus en lippen, uit je neus vreten), de neus van een schoen en een schip … en nog veel meer. Het werkwoord neuzen betekent rondloeren, in boeken neuzen of (van jonge kinderen) met de neuzen langs elkaar wrijven. Voldoende zo, en dan ten slotte de zwamneus (volgens Van Dale): informeel iemand die veel zwamt. Gewoon een zwam dus.
 

0259 Dictee woensdag 10 sep 2014 (20): dictee tout √

Dictee - dictees [0259]

Tout

Het Franse woord 'tout' betekent (ook) alles. Dus niet het Nederlandse 'toet' dat als znw. onder meer gespitste mond en zoen betekent of gewoon mond (hou je toet, zwijg). Als tussenwerpsel betekent het ook wel het geluid van een claxon (ook: toettoet). Maar terug naar tout: zou dat veel voorkomen in de Nederlandse Dikke Van Dale? Wel, dat valt dik mee (of voor de taalpuristen: tegen). Ik zocht op '*tout*' en vond: après tout (alles welbeschouwd, after all, tenslotte, uiteindelijk), atout (troef, denk maar aan sans atout = SA), à tout hasard (in elk geval), à tout prix (tot elke prijs, wat het ook koste, koste wat kost), avoir toute honte bue (de schaamte voorbij zijn), bonne à tout faire (meisje voor alle voorkomend werk), en-tout-cas (kleine paraplu die tevens tot parasol kan dienen, letterlijk: voor elk geval), la grande règle de toutes les règles ( bij theater: de grote regel van alle regels, d.w.z. de regel dat een toneelstuk voor alles in de smaak moet vallen), ook stout (etc.) en (lifo) last in, first out (ziet u de 'tout'?), le tout Bruxelles (allen die tot de uitgaande resp. kunstzinnige wereld van Brussel behoren), malgré tout (ondanks alles, niettemin), passe-partout (onder andere: doorlopende toegangskaart en ook rand van karton e.d. om een portret of plaat teneinde deze passend in een omlijsting te maken), shoot-out (!), surtout (gewestelijk: vooral), touche-à-tout (bemoeial), toujours lui, lui partout! (altijd hij, overal hij!), (!) bij Toutatis (Keltische oorlogsgod), als grappig bedoelde krachtterm, tout à toi (t.à.t. onderaan een brief, wat ouderwets, geheel de jouwe), tout à vous (t.à.v.: geheel de uwe), tout comme chez nous (net als bij ons), tout court (zonder meer, kortweg), tout le monde (iedereen) en tout mon possible (alles wat in mijn macht ligt, al het mogelijke). Dat is alles: c'est tout, maar laat dat nou net niet in VD staan …

Een bekende dictee-instinker is 'toetmem': geheel hetzelfde ...

donderdag 4 september 2014

0258 Dictee woensdag 10 sep 2014 (19): dictee samentrekkingen √

Dictee - dictees ]0258]

Samentrekkingen

1. Een peper-en-zoutstel schrijf je 'aaneen': we noemen dat een samenkoppeling. En dat moet je zo schrijven omdat het peper- en zoutonderdeel (!) één geheel uitmaken. Bij peper- en zoutvat is dat niet zo: dat zijn twee gescheiden vaatjes, en die schrijf je dus ook apart op. Het is officieel wel pepervat en zoutvat, maar in het tweede deel is 'vat' weggelaten: dat levert een weglatingsstreepje op en we noemen het een samentrekking.

2. Het is niet altijd duidelijk of iets een samenkoppeling of een samentrekking is: land- en tuinbouw is wel duidelijk (2 zaken), maar land- en volkenkunde? Waarom schrijven de woordenboeken goud- en zilverwinkel in tweeën, en waarom  water-en-vuurbaas aaneen? Wie het weet, mag het zeggen. Bij twijfel kun je maar beter even in GB en VD kijken, maar daar staat lang niet alles op dit gebied in. De richtlijn is en blijft: als het twee nauw verbonden zaken zijn, wordt het een samenkoppeling, zijn de zaken wat minder nauw verbonden, dan wordt het een samentrekking.

3. Verder valt nog op te merken, dat je het de lezer niet nodeloos moeilijk moet maken: hij mag niet moeten puzzelen wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. In vakliteratuur (en dictees voor specialisten) gaan we wel tot het randje: zijingang en zijuitgang wordt zijingang en -uitgang (voorwaartse samentrekking) en vervolgens nog zijin- en -uitgang (achterwaartse samentrekking). Een ander mooi voorbeeld is de tussen-n-regel en tussen-s-regel. Dat wordt allereerst (voorwaarts) tussen-n-regel en -s-regel (voorwaarts) en de tussen-n- en -s-regel (achterwaarts). Als laatste noem ik: tier 1-kapitaal, tier 2-kapitaal en tier 3-kapitaal (vakmensen hebben daar geen moeite mee, zoek de betekenis maar op; dicteespecialisten moeten zich maar inleven ...): tier 1-kapitaal, 2-kapitaal en 3-kapitaal (voorwaarts) en ten slotte tier 1-, 2- en 3-kapitaal (achterwaarts).
 

dinsdag 2 september 2014

0257 Dictee woensdag 10 sep 2014 (18): dictee smeerkees √

Dictee - dictees [0257]

Wat een smeerkees ...

1. Het is niet helemaal duidelijk of 'smeer' van het znw. 'smeer' of het ww. 'smeren' komt, maar dat maakt weinig uit. Eerst het ww. 'smeren': 1) met een vettige stof bestrijken (schoenen smeren, maar ook: de keel smeren = drank nuttigen), 2) met boter of vet: boterhammen smeren, 3) een vette stof uitstrijken: teer op een schutting smeren, iemand stroop (honing) om de mond smeren = hem vleien en 4) hem of 'm smeren = ervandoor gaan. Ook nog: 1) smullen en smeren = schranzen, 2) de lucht gaat aan 't smeren = werken, 3) een vuile boel maken: knoeien, kladden en 4) die letters smeren = drukken onzuiver af (drukkersterm).

2. Bij het znw. 'smeer' noteren we: het zich tegoed doen = smulpartij, 2) dierlijk vet, kaarsvet ($) of smeersel (zoals smeerolie voor de auto), 3) spaargeld (van zijn smeer teren), 4) smeersel op de boterham, 5) smeergeld, 6) vettig vuil en 7) slaag: iemand smeer geven). Bij ($) hoort nog het spreekwoord: ter wille van de smeer (hier kaarsvet dus) likt de kat de kandeleer (verouderd voor kandelaar). Betekenis: iemand bewijst ons vriendschap om zijn eigen voordeel.

3. Vervolgens kijken we naar 'kees': natuurlijk met hoofdletter een jongensnaam, maar is er meer? We zoeken op '*kees*'. Naast hakkelkees (stamelaar) en Irakees vinden we ook moskeeschool (!) en mafkees, maar we beperken ons verder tot (kaal) 'kees'. Allereerst treffen we de keeshond en er is ook een betekenis, die bij het werkwoord 'kezen' hoort: dat moet u maar even googelen. In volkstaal is het ook nog een pruim tabak (die is van pruimtabak) of een 'snuifje' en verder gewestelijk ook nog keesmees (koolmees etc.). Met een hoofdletter vinden we bij 'Kees': een hardloper van luie Kees (een treuzelaar), hupsa Kees! (vooruit!) en klaar is Kees! (klaar!). Maar nu serieus, wat zegt Van Dale over smeerkees: iemand die er altijd vies uitziet (ook als scheldwoord), synoniem: smeerlap.