Dictee - dictees [1851]
Oefendictee maart 2020 (5)
1. Op de tournee van het
muziekgezelschap werd vaak een tournée générale aangeboden. J.M.
staat voor ‘je
maintiendrai’,
ik zal handhaven (zinspreuk
van de Oranje-Nassaus en het Nederlandse wapen).
Hij geslaagd? Dat zal Jaapje heten (dat zal waar zijn). Die
jackass van een Jack Pudding had net een nieuwe jacket(kroon)
gekregen, maar was wel zijn jackboots [hoge rijlaarzen] vergeten. Kan
jacquardweefsel ook een jaquemart [staand figuurtje, slaat de uren op een klok] draperen? Uit de jadders [uier] komt melk.
Vreemd dat je eerst (al)
in Jaffa moet liggen [slaap, zwijm, onmacht] om vervolgens naar Jaffa te gaan … [flauwvallen, sterven] Jazeker:
jaeger
ondergoed
is jaegerondergoed.
Een hindoetempel betreed je via de jagamohan [voorhal]. Jagen deed je vroeger
met pijl-en-boog. De jahannam is de islamitische hel. Jailbreaken [aanpassen om niet-geautoriseerde apps te kunnen installeren] doe
je met een smartphone of een tablet. Een
contradictio in terminis: Jakobsdag
is de feestdag van de H. Jacobus?
2.
‘Jakobus’
is trouwens zeldzaam in VD: a) Jak. = de brief van Jakobus
(Bijbelboek)
– ook: Jb., b) de twee Jakobs = twee van de twaalf apostelen, nl.
Jakobus, de zoon van Zebedeus en Jakobus, de zoon van Alfeus, c) de
verkorting ‘Koos’: o zo Koos (ik
denk er net zo over)
en
d) sub reservatione Jacobaea: onder het voorbehoud van Jakobus, t.w.
van de woorden van Jak. 4:15: ‘si Dominus voluerit’ (als
de Heer het wil)
en ‘si vixerimus’ (als
wij dan leven).
Gewinnen is (Bijbels)
telen: Abraham gewon Izaäk en Izaäk gewon Jakob, Abraham teelde
Izaäk en Izaäk teelde Jakob. Wie zorgdragend is, draagt zorg en
moet zorg dragen. De
jalap, jalappe of jalappenplant levert
een purgeermiddel.
Beschrijf
het jaliefgevoel [geluksgevoel bij driehoeksverhouding] eens. Doe mij maar jalapeño (chilipeper,
heet).
In de dicteewereld vindt men veel jalousie de métier. In BE kennen
ze de jamaicacoalitie. In Indonesië kennen ze de rubbertijd (jam
karet
– uitspraak dj),
niet te verwarren met bijvoorbeeld
het
academisch kwartiertje.
3.
Een jammer [uitspraak]
is
een stoorzender. Het
wordt steeds lekkerder: mjam, jammie, mjammie njamnjam! Sint-Jakob
valt op
25 juli. Tweemaal heeft VD het sub lemma over St.-Jakob, ook:
Sint-Japik en Jakobsdag dus. De kraampjeshouders op het ijs (wat
was dat ook alweer?)
roepen ‘jan’ en bedoelen ‘jannever’ [jenever]. Johannes de Doper is
St.-Jan
Baptist en de apostel Johannes is
St.-Jan
Evangelist. De
janjaweed (ook
mv. – uitspraak!)
[2 x dzj - lid van een gewapende Arabische militie] vind je in Darfur. Die jan-weetal is net als dat
lijsje-weetal
een jan-moeial. ‘Uitbraak’
(dat
ik uitbraak)
is de eerstepersoonsvorm van ‘uitbraken’. Hij is een vlugge
japie
[ook: inbreker]. Een jap(neus)
(klerikaal)
komt niet uit Japan. Waarom
hoort bij ‘jarretelle’ (+
s)
jarretellengordel? Antwoord: ‘jarretel’ is couranter en dat heeft
als mv. ‘jarretellen’. ‘Basketten’,
‘stencilen’ en ‘batikken’ zijn werkwoorden. Wanneer vallen
ze: verloren maandag, verzworen maandag, koppermaandag,
blikkendinsdag, Dolle Dinsdag, de
honderdduizend
en een blauwe maandag?
4.
Het Heilig Officie is de inquisitie,
de Congregatie
voor de geloofsleer. Zonder
jas en nel [bij kaarten] kom je nergens. Onze buurman is naar kapitein Jas gegaan [te gronde gaan, doodgaan].
Op de Veluwe zijn er heiloze(!) gebieden. Ze
gingen een jasje [kaartspel] spelen . In Tunesië beleefden ze de Jasmijnrevolutie
(2010-2011).
Dat duurde even voor de frank viel: jasperen
[ee]
is het voorkomen
van jaspis [halfedelsteen] geven (niet:
voorkomen).
Een jatagan is een atagang (dolk,
zwaard).
Bij Frans jassen kletsen ze gewoon door. Jatropha's gebruik je voor
biobrandstof (jatrophaolie
dus).
De Javaprogrammeur rookte java, at
een javaantje [koekje] – zijn vrouw een javanais [gebak] – en
keek naar de java-aap. Die
jazza is een jazzy jazzcat. De naam ‘jeep’ komt van ‘General
Purpose’ [G.P., dzjie-pie]. Zien jelui die snelle jelle daar als een jekko [gek] rennen?
Het jejunum is de nuchtere darm. De
Jeugdstorm was de jongerenorganisatie van de NSB. Hebben jullie die
je-weet-welkater echt gekocht?
5.
I.H.S.
[Iesus Hominum Salvator] en en J.H.S. [Jezus] schelen ook voluit maar
één letter. In het Bargoens is een jid een Jood. Een jegging is een
jeanslegging. Het jehoededom, dat zijn de Joden. Het IS-kalifaat
is een vorm van jihadistan. JIMtv stond in BE voor Jong,
Interactief en Meertelevisie.
De loya jirga is de landelijke raad van stamhoofden in Afghanistan.
John Bull's Mother is de Engelse staatskerk. Een
youngadultfilm is voor young adults, jongvolwassenen. Ze praten thuis
joods. Een
kleine job is een joppie [baan]. Ook Tom Dumoulin kan een jour sans (offday)
hebben. In een spel kun je een jouw (gemaakt
punt)
scoren. De IS-strijders zijn sowieso Jovi ipsi iniquus
(strijdlustig).
Het zijn alleen geen jozefs (kuise
mannen).
Zullen we ju-ju spelen? Juistem,
dat bedoel ik nou. Hij was jupiter [heeft opperste gezag] van niemandsland (no
man's land).
Ze
heeft gesproken, Vrouwe Justitia. Noem dat maar Kunst met een grote
K.
6.
Huiliehuilie (©
en ®:
DIM
– dictee-ineenflansmethode).
Ik ben zielig. Ik heb me in een praatgroepje omringd met zielenpieten
en zielenpoten. Sommige daarvan zijn goedgelovige sukkels, maar er
zijn ook babbeleguigjesverkopers, die gewend zijn met apenmunt te
betalen en doorspekt zijn in het iemand aftroggelen door cancan [praatjes] in de
Chinese kerk [plaats waar de praatjes in de wereld komen]. Er waren ook lossepraatjesverkopers met nieuws uit de
barbierswinkel. En vergeet mijn medepraatjesmakers niet die een vie
manquée hebben met hun miskend talent: typisch lijdend aan een
violon d'Ingres, maar leidend in onze discussies. Ook zie ik des
histoires de femmes [vrouwenpraatjes] regelmatig voorbijkomen. Jenseits von Gut und
Böse, daar lijkt het vaak op. Onte praatjes zijn niet welkom in deze
groep, blauwe bloempjes [praatjes voor de vaak] wel. Het Frans praten [drukte hebben en praatjes maken] wordt je er afgeleerd.
Gossip mag niet, noch haarlemmerdijkjes. Ook hoor je veel
qu'en-dira-t-on, zeg maar: hearsay. Menus propos [uitspraak:
muh-nuu proo-poo] worden geduld, dat zijn
kleine onbeduidende praatjes die rondgaan. Wie veel spatjes heeft, vertelt (voor
de)
vaak stadspraatjes. En let op: tori’s in takitaki (Sranan(g),
Sranan(g)tongo)
mogen beslist ook!
7.
Doe die k-klus maar lekker zelf! Is kweesten niet een queeste naar de
liefde? Wie restless legs heeft, lijdt aan het
rustelozebenensyndroom. Hij zat in medio (in
het midden van)
de kring. In medias res betekent:
midden in de zaak, midden in het betoog, het onderwerp (ook:
medias in res).
(Van)
die kale jonker kun je wél plukken. Met Kaaps goed wordt kaapgoed
bedoeld en met Kaapse wijn kaapwijn (uit
de provincie West-Kaap – met
daarin de Kaapstatters en Kaapstadsen in Kaapstad).
Kaapwolken
of Kaapse wolken zijn geen wolken [als nagerecht]. Kaarsjespringen doe je op
driekoningenavond. Die jolie-laide was kaarsmooi. Dat
is appeltje-eitje en dus kaassie (kaasje)
voor hem. Kaat Mossel was een typisch Hollands kaatje.
8.
Die
herriemakers zijn goed in kabanesen [kabanes, drukte maken]. We gingen met de funiculaire [e
niet uitspreken]
omhoog. Wat
funiculair is, betreft trouwens de funiculus zoals
daar is de navel- of zaadstreng. De Engelse
regering wordt ook wel aangeduid als het kabinet van
St.-James (dat
soms
ook een cabinet d'affaires is).
Een
kachu is een Antilliaanse
koehoorn. Een kafferpiano is een mbira en kafferkoren is sorghum.
Kafri's zullen toch ook wel kafirs zijn? Een
kajak is voor één persoon, een oemiak voor meer personen. Die
oepsvraag kreeg geen weerwoord. De rechtspraak in dat land riekt
naar, neigt naar, is behept met een préjugé (vooroordeel).
De tv-rechtspraak is in. Entre chien et loup is inter canem et lupum
(tussen
hond en wolf, in de avondschemering).
Verder met *loup*: cantaloupe (kanteloep, kantsloep, Spaans spek)
en Guadeloups (gp,
GP).
Een upr
is een ultraperifere
regio
(zeer
afgelegen overzeese regio’s
van
EU-landen, bv. Guadeloupe,
Frans-Guyana, Martinique, Réunion, Madeira en de Azoren
[=
upg,
gebied]).