Dictee - dictees [1397]
Vijfde
Oegstgeester Dictee 2018
De
113 onderstreepte woorden of woordgroepen moesten worden ingevuld.
In
blauw 9 (plaatselijke) termen die niet direct
in GB/VD staan.
Al
350 jaar een legende (auteur: ...)
1.
31 december 1668 is de dag waarop Herman Boerhaave werd geboren. In
die tijd waren er nog geen geavanceerde technieken zoals microscopie,
röntgenstraling, MRI-scans of elektro-encefalografie, en
zelfs nog geen met een qwertyklavier uitgeruste typemachines, laat staan
computers met gigabytes aan geheugenopslagcapaciteit op zo'n simpele
siliciumschijf en al dan niet voorzien van een accuutje,
waarmee kan worden ge-e-maild, geskypet, of ge-sms't.
2.
Enfin, een halve eeuw later was hij de beroemdste dokter ter wereld. Tot
zijn patiënten behoorde de crème de la crème van die epoque, zoals
de tsaar van Rusland, de keizerin van Oostenrijk en de bei
van Tunis, maar ook gewone mensen kwamen erop af. Hij woonde aan het Rapenburg
[VD, lemma 'inspringen'] in Leiden, met zijn
chique echtgenote die haar eega in alles bijstond. In het
voorjaar echter liet hij een boot voor de deur leggen waarop hij de helft van
zijn inventaris laadde, en drie kwart [= drie vierde - TH ook wel: driekwart] van zijn personeel en zijn hele
gezin liet embarkeren, waarna de boot koers zette naar de Haarlemmertrekvaart. 's Zomers woonde hij namelijk op Kasteel Oud-Poelgeest
[eigennaam], waar de boot aan de buitenstoep aanlegde. De jeu-de-boulesbaan
en de neogotische kapel zijn van later datum.
3.
Onderweg naar het kasteel zagen ze scholeksters, heggenmussen en een
enkele tapuit, terwijl tjiftjafs, oehoes en grutto's
hun naam als onomatopeeën lieten horen. Soms waren het trouwens
spreeuwen, dat zijn echte na-apers. Een van de eerste dingen die de
professor deed nadat hij het kasteel had gekocht, was zijn oud-student Klaas
Kruik, die de helft was van een twee-eiige tweeling en die als bonafide bekendstond, opdracht geven
een opmeting te doen van zijn nieuwe bezit. Zijn calculaties waren vertrouwenwekkend.
Kruik is beter bekend geworden onder zijn verlatiniseerde naam. Het naar
hem genoemde Cruquiusgemaal staat
niet ver van de Linnaeushof. Carolus
Linnaeus [komt voor in VD] kwam in 1735
speciaal naar Leiden om de geleerde te ontmoeten en in het kasteel te genieten
van het adembenemende uitzicht. Andersom noemde Kruik zijn leermeester 'Hermannus Boerhaavius'.
4. Doordeweeks
stond de plantkundige om vijf uur op en besteeg om zes uur zijn paard, want hij
vond het niet chic om te laat te komen voor zijn college van zeven uur in
de nog niet vergrote Hortus
botanicus
[van Leiden, zo eigennaam, internet] in Leiden. Hij
gebruikte de buitenplaats als dependance van de hortus; hij pootte
er de uitheemse bomen, zeldzame gewassen en vreemde planten die hem onder meer uit
derdewereldlanden werden toegezonden. Zodoende stonden in zijn kruidentuin
planten als cayennepeper, alfalfa, sarsaparilla en ook juffertje-in-'t-groen.
Maar in het bijzonder plantte hij er bomen, zodat de aanvankelijk
formele tuin met parterre [vlak bloemperk in tuin] en symmetrisch beplante compartimenten veranderde in een waar arboretum.
5. Een van de geplante
bomen staat er nog: de Liriodendron tulipifera [VD], oftewel tulpenboom.
Eeuwen later zou Jan Wolkers in een jeugdherinnering spreken over het 'majestueuze
groeisel'. Hij zag 'een wonderlijk lichtgevend lover in de kleur van
gepatineerd brons'. De boom zou de schrijver in zijn jeugd inspireren
tot een mooi verhaal – het heet 'De bretels van Jupiter' en is gebaseerd
op een libel van Edgar Allan Poe – en aan het eind
van zijn leven tot het schilderij 'Het grote gele doek' dat vorig jaar
nog in het kasteel werd geëxposeerd, in afwachting van terugkeer naar het
prestigieuze maar nu in staat van restauratie verkerende Museum De
Lakenhal, waar het is geïncorporeerd in de vaste collectie.
6.
Na het verscheiden van de gevierde doctor bleven zijn dochter en
schoonzoon op het kasteel wonen. Hij was Frederik graaf de Thoms, die een collectie
van diverse categorieën Griekse en Romeinse antiquiteiten
aanlegde en op het Oegstgeestse kasteel tentoonstelde met gekalligrafeerde
exposés erbij. Daar vergrootte
het
pietje-precies de verzameling nog. Er zat een collectie gesneden
stenen bij, zogeheten gemmen, en niet minder dan 16.000 penningen en
munten, die later de basis werden van de Nationale Numismatische Collectie
[eigennaam] van De Nederlandsche Bank
[VD]. De gemmen, bijouterieën
zou je kunnen zeggen, liggen nu in het Rijksmuseum van Oudheden. Topstuk is een
Romeinse camee uit de eerste eeuw, voorstellende Livia, de volgens sommigen
goeiige echtgenote van de
eerste Romeinse keizer Augustus.
7.
Ook de opvolger van de professor als directeur van de hortus woonde in
Oegstgeest. Die bivakkeerde aan het andere eind van de Hofdijck, op de Hofstede
Duinzigt. Een belangrijk deel daarvan staat nu bekend als het Bos van Wijckerslooth, genoemd naar de
bisschop die hier zijn bisschoppelijk paleis had. De bisschop noch de opvolger betwistte
ooit de brille van de heengegane
halfgod.
8.
De destijds befaamde medicus is ook vandaag nog terdege een begrip onder
medici, hoewel niet overal meer goed begrepen. Onlangs reserveerde een groep
internationale forensische
pathologen-anatomen ruimte in zijn
kasteel. Uit Lillehammer [ooit: Olympische
Winterspelen] kwam de vraag: 'Dit is toch het huis van de beroemde
professor? Is het dan een idee dat ik een boeket meeneem voor zijn
vrouw?'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten