Dictee - dictees [1387]
BeNeDictee 2018 nummer 8
De 102 vet +
onderstreepte woorden of woordgroepen moesten worden ingevuld.
Epicurus' [Grieks
filosoof] leer en lucullische [weelderig]
genoegens (auteur: Jacques Bettelheim)
1. Ofschoon enkele myriaden Voorburgers zich nooit hebben vermeid
[vermeien] in somptueuze [weelderig uitgevoerd] lokale
horeca-etablissementen, heeft de locatie van
vandaag schrijver dezes geïnspireerd tot een orthografisch Bacchusfeest;
vanzelfsprekend zonder het oogmerk de vieve gastvrouw van dienst
tot bacchante [dronken vrouw]
of maenade [idem] te
bestempelen, want dat levert hem ongetwijfeld een watjekouw [dreun] of misschien zelfs een portie billenkoek
op.
2. In de dagen van olim
[vroeger] huisvestte een nabijgelegen
neoclassicistisch landgoed, waarvan de wanden getooid waren met prerafaëlitische
schilderijen en de vloeren bekleed met verscheidene taupe [grijs-bruin] tapis-plains
[vast kamerbreed tapijt], restaurant Vreugd
en Rust, een wijd en zijd gerenommeerde
sterrentoko.
3. Onder leiding van patron-cuisinier
Henk Savelberg, voor wie Vreugd en Rust zijn chef-d'oeuvre [meesterwerk] was, zwoegden de souschef,
de chefs de partie [hoofd van een
deel van de keuken] en andere cordons bleus [goede koks! - alleen VD] op emmese [lekker, leuk, fijn] à-la-cartegerechten,
terwijl lelieblanke zwartebrigadeleden [koks:
witte brigade, bediening: zwarte brigade], allen tiré
à quatre épingles [om door een ringetje te
halen], ten overstaan van de clientèle, onder wie diverse
hoge piefen, uitweidden over de te savoureren
gerechten.
4. De sommelier,
gepokt en gemazeld in de oenologie [wijnkunde],
gebruikte geen oenochoë, een Korinthische buikige
wijnkan, om Bordeauxs heerlijkste wijnen te decanteren
[van fles naar karaf]. Met behulp van zijn taste-vin,
het traditionele wijnnapje, keurde hij de ontkurkte grands
seigneurs [beroemde wijn]. Het
wijnassortiment betrof een rijkgeschakeerde
melange [potpourri]:
geen chateau migraine [hoofdpijnwijn],
maar wel diverse châteauneuf-du-papes,
de krachtige rode rhônewijnen uit het zuiden van het Rhônegebied;
pineaus [drank, pinot = wijnrank,
druivensoort], de likeurwijnen uit de Charente; de beste bourgognewijnen;
tokayers [zoete Hongaarse likeurwijn];
vinhos verdes
[mv., Portugese wijn] en een enkele pinot
grigio [pinot gris, druivenras, It,].
Niet bepaald Bordeauxse pap [kopervitriool
met gebluste kalk] dus …
5. Wat voor pièces de
résistance [hoofdschotels] verlieten
Savelbergs keuken? Fricassees [gerecht
van fijn gehakt vlees met pikante saus], wienerschnitzels
en cordon bleus [gerecht! - VD, GB ook: cordons bleus!]
waren voor hem taboe: dat waren menu-items voor een middenklassenrestaurant.
En voor gerechten met tofoe [ook
tahoe: soort gestremde kaas van gemalen sojabonen], ras el hanout
[kruidenmengsel o.a. voor couscous] , curasausjes
[uit Curaçao afkomstige olienoten] en baba
ganoush (in de Noord-Afrikaanse keuken:
tapenade van gepureerde aubergine, knoflook en olijfolie) was de meester-kok
(chef-kok, ook: meesterkok = zeer
goede kok) te Frans angehaucht [tenderend
naar]. Voor een tiramisu'tje [It.
nagerecht] en een panna-cottapuddinkje [zoete It. roompudding] haalde hij zijn neus op.
Laat staan dat hij zijn cliënteel op toast kannibaal
[= met filet americain = preparé] of labskous [to lob = pruttelen,
scheepsgerecht stamppot, ook: lapkous] vergastte [vergasten].
6. Savelberg bereidde
schotels bij voorkeur sous-vide [vacuüm].
Van jongs af was hij gewend te eten wat de pot schafte
[(ver)schaffen, niet schaften = eten]. Hij
was geen kok die borden hoog optaste [optassen,
niet optasten! – bestaat niet]: op meticuleuze [precies, zeer nauwgezet] wijze stylede
[vormgeven, opmaken] hij zijn gastronomische
trouvailles [vondsten].
Geïnspireerd door culilit [culinaire
lit(t)eratuur]
creëerde hij menig exquis hapje, zoals
amuse-gueules
[hapje bij aperitief] met malossol
[licht gezouten kaviaar] (doorgaans beloega
– witte dolfijn), shiitake's (uitspraak ee, ook: shiitakes, uitspraak
uh) of wagyu [Japans rundvee].
7. En toen opeens zei
Savelberg toedeledokie [ook:
toedeloe, afscheidsgroet]. Hij hing zijn toque [koksmuts] aan de wilgen, en trok zich als een
ware hesychast [monnik, gewijd aan
contemplatie] terug in de desa [platteland].
Himmelhoch jauchzend [zeer
enthousiast], doch geenszins zum Tode betrübt [diepbedroefd] is hij aldaar fanatiek aan het instaën [instagrammen, geïnstagramd, geïnstaad] en het pilatesen [als dreumesen].
"O [niet: Oh], wat was dat heerlijk", zullen oudgasten
[GB, VD: Indië] verzuchten als ze aan Vreugd en Rust terugdenken. Dat
geldt evenwel niet alleen voor voormalige inwoners van Nederlands-Indië, maar
ook voor andere foodies [gourmet,
culi, lekkerbek] die het restaurant
frequenteerden …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten