Dictee - dictees [1474]
Met weer veel nieuwe woorden: 697 (oud).
Dictee
697 (DCXCVII) Dictee Specialisten (08-12-2013)
1.
De sirenenzang had veel weg van sirenegeloei. Si placet, help ons! Een sitatoenga is een
waterkoedoe. Het verrichten van sisyfusarbeid is Sisyphi saxum versare. Mikwes (mikwa's, mikwaot) zijn ritueel joodse baden of
badhuizen. Zoek eens op wat een priel is [nauwe
doortocht tussen zandbanken]. Zeg maar kaddisj [zand
erover, Schwamm drüber]. Eens even zoeken op '*oir*' (niet onoorbaar dus!): reservoir [vergaarbak], abattoir [openbaar
slachthuis], abus de pouvoir (machtsmisbruik,
détournement de pouvoir), accessoir (bnw. –
bijkomend), accessoire (znw. – bijkomstige
zaak), accusatoir [beschuldigend],
aide-mémoire [geheugensteuntje, korte nota],
aleatoir contract (kansovereenkomst),
anticipatoir [vooruitlopend], appellatoir [betrekking hebbend op een appel],
assertoir (bevestigend), au revoir [tot ziens], avoirdupoids(stelsel) (gewichtsstelsel),
baignoire (schouwburgloge op de parterre),
bande noire (tijdens de Franse Revolutie),
conservatoir beslag [om de goederen veilig te
stellen], bête noire (zwarte schaap),
blouson noir (nozem), boudoir(mutsje) en bouilloire (schenkketel).
2.
Verder: café noir (koekje), coir [koo-juhr]
(handelsnaam voor kokosvezels als stof),
coïre ('vrijen'), combinatoir [combinatorisch – combinatie], comédie noire (blijspel met een tragische ondertoon),
comminatoir (bnw., met straf bedreigend),
compensatoir [tot compensatie dienend],
compromissoir [betrekking hebbend op compromis],
confirmatoir [bevestigend], conservatoire (conservatorium), contradictoir (vonnis), in de couloirs der Kamer [België - wandelgangen], couloirstelsel [stemmen, stemhokje in afzondering], cravate noire
[black tie, klein avondtoilet], decisoir [beslissend], declinatoir [het
gerecht niet erkennend – wraking], deflatoir [leidend
tot inflatie], déjeuner dînatoire [uitgebreid
koffiemaal dat een middagmaal vervangt], derogatoir (vernietigend, afschaffend), des histoires de
femmes (vrouwenpraatjes), directoire (dirkje – vrouwenonderbroek), een
directoirekostuum (uit de Directoire – regeringsvorm
in het Frankrijk tijdens de Franse Revolutie, van 26 oktober 1795 tot 9 november
1799), discriminatoir [discriminerend],
dooireglement (!), dressoir [kamermeubel tafelgerei], onze gerechten zijn du
terroir (regionaal), écartelé en sautoir (schuin gevierendeeld in de heraldiek) en trottoir
[stoep].
3. Ook: een suppletoire eed [aanvullend], emancipatoir
[gelijkstelling, etc.], entre la poire et le fromage (terloops, bij het dessert), espoir (belofte bij de wielrenners), een peremptoire
exceptie [beslist een (rechts)zaak voorgoed],
executoir(verklaring) = uitvoerbaar (bij rechterlijk vonnis), film noir [grauw, somber], frustatoir [frustrerend], galasoiree (!),
gustatoir (gustatorisch, toch?, ja: de smaak
betreffend), hallucinatoir [hallucinatorisch],
illusoir (denkbeeldig), ejaculatoire
impotentie [uitblijven van zaadlozing],
Indo-Iraans (!), inflammatoir [medisch: met ontstekingen], inquisitoir [ondervragend, onderzoekend], interlocutoir [voorlopig, bij vonnis, etc.], justificatoir [tot bewijs strekkend], l'histoire se répète [de geschiedenis herhaalt zich], liberatoir [ontheffend – van verplichting], locomotoir [medisch: betreft voortbeweging],
memoiresschrijverij, loirewijn, mansoir [mannelijke
erfgenaam], mer à boire [onbegonnen werk: de
zee leegdrinken], méritoire [verdienstelijk],
een moiré [gevlamd] lint, moireren [watergolven], moment de gloire [finest hour], moratoir (achterstallig),
moussoir (moser, champagneklopper), een
neonoir [filmstijl – film noir], no-iron (!), non-inflatoir [niet
leidend tot inflatie], obligatoir [verbindend,
verplicht], octrooirecht (!), oir (nageslacht), olfactoir (olfactorisch
– reuk betreffend), onanoir (onanistisch),
palpatoir [betasten bij geneeskundig onderzoek],
parloir [spreekkamer – bv. klooster],
peignoir [ochtendjas dames], percutoir [via percussie], petite histoire (bijgeschiedenis) en pissoir (pisbak).
4.
Vervolgens: petitoir (bnw. en znw. – eigendomsrecht betreffend,
t.o. 'bezit'),
pièce à tiroir (losse aaneenrijging van episoden),
pieds noirs (blanke kolonisten in Algerije),
pinot noir [blauwe druif], plein-pouvoir (lastgeving tot verrichting van zaken zonder enige
beperking), poire belle Hélène, polissoir [nagelborstel],
possessoir [bezit betreffend, t.o. eigendom], preovulatoir [voor de
ovulatie, de eisprong], promissoire eed [= van belofte], provisoir [voorlopig], redhibitoir [koopvernietigend],
reflectoir [een reflex betreffend],
refractoir [refractair, zich verzettend],
remontoir (horloge – knop aan de kast),
remuneratoir [als beloning], repertoire(stuk) [lijst van (te
spelen) stukken], repoussoir [schilderij, voorwerp op voorgrond, illusie van diepte],
requisitoir [vordering, eis OM], resiliatoir
[tot ontbinding strekkend], respiratoir [ademhaling betreffend], revindicatoir (beslag – terugvordering), rogatoir (ondervragend), rouge-et-noir (hazardspel met zes whistspellen, 312
kaarten), sautoir (dwarsstaand (sint-andries)kruis in een
schild),
savoir-faire (wereldkennis),
savoir-vivre (levenskunst), secretoir (secretorisch – de afscheiding bevorderend),
soiree (avondpartij), soirée dansante, soirée musicale,
suppletoir (aanvullend), suppositoire (zetpil), suspensoir (suspensorium
– draagverband balzak) en trottoirrand.
5.
Ten slotte: tenue of toilette de soirée (avondkleding,
vergelijk: tenue de ville = wandelkostuum), tours d'ivoire (ivoren torens), transitoir (tijdelijk, voorbijgaand) en vexatoir (knellend, drukkend). Sit venia verbo: met verlof
gezegd (s.v.v.). De sjahada is de
islamitische geloofsbelijdenis. Nou moeten die Sjanghaiers niet ook nog gaan
shanghaaien [overhalen tot onaangenaam werk].
'Sjana tova' is een gelukwens bij het aanbreken van het nieuwe
jaar. Sjasliek (GB ook: sjaslik) bestaat uit
stukjes vlees. Het sjema jisraël is een van de belangrijkste joodse gebeden [met 3 Thoragedeelten]. De jeu (sjeu) is eraf [frisse
bekoorlijkheid, aardigheid – GB alleen sjeu]. Zijn dat de sjonnies en
anita's [ordinair – ook: johnny's en marina's]
van deze tijd? Wat is een sjoeracratie [sjoera = (moslim)raad van wijze
mannen]? Hij zal geen sjoege (VD ook:
sjoechem) geven [zich stil houden].
De Skal [NL Stichting Keurmerk Alternatieve Landbouw]
mag het
EKO-keurmerk [ecologisch] toekennen (ook Skal-keurmerk genoemd). Vindt VD 'een skai broek'
wel goed? Ja [ook bnw.], GB alleen: skaibroek [znw.].
Een sjouchet(s) [ook:
sjocheet, mv. sjochtim] is een ritueel slachter bij de israëlieten. Eén
sjoumer [controleur kasjroet, spijswetten],
twee sjomrim.
6.
Wat is een onvrij territoir [strook grond langs
grenzen: smokkelen tegengaan]? Quicunque vult: ieder die wil. Skijøring [laten voorttrekken op ski's door paard/auto] in
een ski-jack? Een skifflegroup bespeelt eigengemaakte instrumenten. Een skirt [plaatconstructie zijkant] zit aan een auto.
Skottelbraaien [Afrikaans] is barbecueën.
Een 'skus' is een 'excuse' [bij tarot]. Dit
materiaal is slag- en stootvast. Daar moet nog een backslash (/) tussen. Ze zouden gaan slapen, maar toen brak
de pleuris uit. Van het slapengaan kwam dus niks. Een sleeping partner is geen
bedstedegenoot, maar een stille vennoot.
Vond de Slavenoorlog [Amerikaanse burgeroorlog]
aan de Slavenkust [gedeelte van Afrika's westkust,
tussen de Goudkust en de delta van de Niger] plaats? Nee, dus. Geef het sleisijzer [rakelijzer
voor ovenkolen, ovenkrabber, loet] even aan. Het achtvoetige paard van
Odin heet Sleipnir. Slemassel of slamassel [ongeluk]
is het tegengestelde van mazzel [geluk]. Sludge
bestaat uit olieresten. Dat appartement is sleutel-op-de-deur, sleutelklaar.
Slingbacks zijn hooggehakte damesschoenen. Mijn oma maakt nog slowfood. Spaart
een smart bomb levens?
7.
Kan smalltalk [keuvelarij] ook over een
smallcap [kleine onderneming] gaan? Glaasje
sémillon [witte wijn van gelijknamige wijnstok]?
Of toch maar een verwante sauternes [mv.,
plaatsnaam]? Hou je snaaiem [mond]!
Toppers bij dictees: smörgåsbord en smörrebröd (GB
ook, en VD alleen: smørrebrød). Smoothies [drankje]
zijn gezond. Boeren en tuinders gebruiken vaak een snebschuit [puntige voorsteven]. Snobistisch is snobby of
snobbish [als een snob – zucht naar aanzien t.a.v. kunst en cultuur]. Vertrouw
dat snibbenclubje [snib(be): snibbige vrouw of
meisje] niet. Bij het snorkelen is hij verdronken. Die snorrenbaard met zijn snorrepijperij is een rare
snoeshaan. Die sobstory was een echte tearjerker [tranentrekker].
En soaker, ik herhaal dat nog één keer, is een waterpistool. Krijgt
'sofinummer' een koppelteken? En SIS-kaart [elektronische
socialeverzekeringskaart] en 50+-kaart (50-pluskaart,
vijftigpluskaart), hij had ze allebei. Hij bestelde sole à la meunière [zeetong die voor het bakken door de bloem is gehaald].
Solemnitatis causa: als vereiste van de juridische vorm voorgeschreven op
straffe van nietigheid. Uit de muziek: solfège [zangoefening
op notennamen], solfegiëren en solfeggio (solmisatie).
Wie zou Snuf en Snuitje te slim af zijn? Dat is
sole clarius, zonneklaar.
8. Een soloecisme is een taalfout. Solo e
pensoso: alleen en in gedachten verzonken. Cider is een sorbendrank. Je moet niet zaniken
[uh] onder het batikken
[ih]. Hij heeft sordide [smerig] streken. Wat hebben Lesotho [monarchie] en Sotho [Bantoetaal]
met elkaar te maken? Sotto voce zingen is met ingehouden stem. Onze soubise [saus] is genoemd naar het Franse 'sauce de
Soubise'. We eten kaassoufflé. Het systolische souffle [hartgeruis,
samentrekking] klinkt verontrustend. Met souffre-douleurs worden zwarte schapen aangeduid. De soukous [oe muziek] is ontstaan uit de rumba. Een sourdine is
een sordino, geluid(s)demper. Soul is Afro-Amerikaanse muziek met gospel- en rhythm-and-blueselementen Een souger is
een rare kwibus. Hij is een soumise, gedweeë, figuur. Beschrijf de Beatlessound.
Bij de sound of silence moet ik onwillekeurig
aan Simon & Garfunkel denken [Sound].
9.
Het sous-entendu moet je er zelf bij bedenken. Sausjes heten in volkstaal
sousies. Een souter is een psalter. De Opperste Sovjet was het hoogste
Sovjet-Russische bestuursorgaan. De sp.a noemt zich tegenwoordig Sociaal
Progressief Alternatief. Het bleek twee spadesteken
diep te zitten. Spagnolet is een stof, spahi's zijn lid van een zekere
cavalerie. Het spalier is een zeker latwerk. Een spaniël is een hond. Een
espagnolet of spanjolet is een draairoede. Spannend, op een spanker [zeiljacht] aan spanking doen … Spatium
deliberandi (spatium deliberationis): tijd
om zich te beraden (over de erfenis). De SPD
is onder andere de Sozialdemokratische
Partei Deutschlands. Mooi, zo'n spechtensmidse.
We kennen De Hollandsche Spectator [1731-1735, Justus van Effen] en De Nederlandsche spectator [1856-1908].
Species facti: de voorstelling of uiteenzetting van het genoemde.
10.
Met de auto kun je niet naar de speedgarage, je kunt er wel heen voor
popmuziek. Waarom was er een aparte Speetwet [haring]
nodig? Een spencer (slip-over, debardeur, niet: pullover, truivest)
heeft meestal een V-hals. Het is als het zoeken van een speld in een speltberg. De
speler-trainer ging met zijn team uit spelevaren.
Spem mentita seges: een gewas dat niet aan de verwachtingen heeft beantwoord en
spemque metumque inter dubii: zwevend tussen hoop en vrees. Die spiderman hing
halverwege. Spiccato is met springende stok. Spes alterius vitae: hoop op een
beter leven (staat boven kerkhoven) en spes
gregis: hoop der kudde.