zondag 10 juni 2018

1343 Dictee zondag 10 juni 2018 (2): dictee BeNeDictee 2018-06 √

Dictee - dictees [1343]

BeNeDictee 2018-06

De 60 woorden en woordgroepen die vet en onderstreept zijn, moesten worden ingevuld.

Een geestige vertelling (2) (auteur: Herman Killens)

1. Marcel toont zijn pentekening. "Wel, dit is mijn hoogstpersoonlijke wens. Geen next door meisje [van hiernaast] of flapmadam [met make-up en sieraden would-bedame, floddermadam], maar deze moordgriet. Ik wil net als de topvoetballers een blonde stoot als deze aan mijn zij, voor talloze romantische dagen en slapeloze nachten, zo'n stuk, zo'n spetter, zo’n a-a-afrodite, ..." Hij begint zowaar te stotteren.

2. "Rustig rustig. Dat is voor mij een piece of cake" [eitje, fluit­je van een cent, mak­kie], knikt de geest zelfverzekerd. "Maar mag ik eerst even een teug van die wijn nemen? Best warm hier, daar krijgt zelfs een djinn zowaar dorst van. Reik mij eens een roemer aan, wil je."

3. "Een wijnglas", verbetert Marcel geduldig. "Enne ... proef maar gerust, die Bacchus [god van de wijn] is toch om zeep met die zweetvoeten van jou."

4. Tony neemt eerst een gulzige slok, tovert vervolgens behendig een toverstokje tevoorschijn en prevelt dan een magische spreuk met overslaande stem. 

5. "O wat zijn wij geweldig.
O wat zijn wij toch slim.
Fantastische schoonheid.
Hup simsalabim [toverij, toverspreuk].’ 

6. Marcel knippert met de ogen. Maar er gebeurt niets. Helemaal niks niemendal niets. Het lijkt wel een saaie spyfi [spy fiction - fictie met spionage als thema]. Tot opeens iemand op zijn schouders tikt. Hij draait zich om en kijkt meteen in de bevallige gazelleogen [gazelle n/s courant, gazel - gazellen niet] van de meest beeldschone vrouw die hij ooit heeft aanschouwd. Blonde lokken, mollige wangen, een poederzachte huid, perfecte curvelijnen [vrouwelijke lichaamsronding, curve - hier! - +s], superdecolleté [tussen borsten], lange slanke antilopebenen [+ n/s, antiloop = stof]. Helemaal zoals hij haar had getekend. De perfectie overschreden. De Mona Lisa van Droeshout. Hij is meteen smoorverliefd.

7. "Ze heet Brigitte", verduidelijkt de geest triomfantelijk terwijl hij nonchalant zijn glas nog eens stevig volschenkt. Marcel denkt koortsachtig na over een zoetklinkende amoureuze [betreft de liefde] openingszin. Maar dat hoeft niet want ze neemt onverwacht zelf het woord: "Haal je voeten eens van tafel zeg! En trek iets deftigs aan. Wat is dat voor een houding in het bijzijn van een dame. Trouwens, nu ik hier rondkijk, de rest oogt al niet vrolijker. Je denkt toch zeker niet dat ik in zo'n varkensstal wil wonen. Ik stel voor dat je die boel meteen opruimt. De hele sitsenwinkel [katoen, chinz, indienne, calicot],
bric-à-brac [snuisterijen, oude rommel] en santepetie(k) [de hele rommel, eigenlijk heiligenbeelden]." Ze kijkt even rond. ‘En alles kan hier een likje verf gebruiken. Misschien kan je na de vaat direct beginnen met het schilderen van de muren en het gyproc [gipsen] plafond. Het is echt hoognodig."


8. Marcel kijkt verbluft voor zich uit. Pitspoes of niet, zijn rustige vrijgezellenleventje komt in gevaar. "Euh, en ons romantische
tête-à-têteje dan?", probeert hij nog. Tuttut [tussenwerpsel, kalmte! - ook: tut], vanavond komt mijn moeder langs." "Jouw toekomstige schoonmoeder", voegt ze er fijntjes aan toe. "Ze komt hier minstens een week logeren. Dus best ook nog het gras maaien en de haag afscheren. Vervolgens de was en de strijk. En morgen de kelder witten. Ze is soms een echte helleveeg moet je weten."


9. Tot zijn verbijstering ziet hij hoe ze zijn kredietkaart en autosleutels van de tafel grist. "Ik ga nu nog snel shoppen want ik heb niets om vanavond aan te trekken." Ze stapt resoluut naar de deur en draait zich dan nog eens om: "En doe eens iets aan die bierbuik. Vanaf nu alleen nog radicchioslaatjes [rode sla, roodlof] en spa blauw hoor."

10. Marcel is als van de hand Gods geslagen. Woedend en rood aangelopen [GB] wendt hij zich tot de geest. "Dat heb je me er niet bij verteld", sist hij, "wat een moeial, wat een dikke zaag, wat een bazig être [wezen]. Ik voel me gesjareld en gejost [bedonderd]". "Mwah [uitdrukking twijfel of gematigd enthousiasme]", zegt de geest terwijl hij niet-begrijpend de tekening nog eens grondig tegen het licht houdt, ‘op dit eendimensionale beeld zie ik toch vooral veel – euh – wulpse borst maar al helemaal geen inborst.' Vertwijfeld sakkert Marcel voor zich uit: ‘Verdorie, doemetoch [bastaardvloek, jammer, verdorie]. Ik wil mijn vredelievende bestaan terug. Geen gezeur aan mijn hoofd. Ik wou dat ik van die feeks, dat serpent, d-d-die karonje [feeks] verlost was."

11. Meteen volgt een felle bliksemflits begeleid door hevig gerommel. De kamer lijkt wel heen en weer te schudden. Alle QL-lampen
[quartz-lightlamp, kwartslamp]
floepen tegelijk aan en terug uit. Een niet te harden pestgeur tart de neusgaten. En wat blijkt na afloop: Brigitte is van de aardbodem verdwenen.


12. "Ja maar zeg", protesteert djinn Tony kuchend. "Wat een awkward [gênant] momentje." Hij heeft zich in zijn blanc de blancs [droge witte wijn, zelfde mv. - vgl. blanc de blancs, idem] verslikt. ‘Kan je die wensen niet wat netjes vooraf annonceren [aankondigen, vgl. annonce]. Ik had deze keer zelfs geen tijd voor mijn formidabele toverproza. Het was nochtans weer een pareltje hoor, helemaal in de geest van het magisch realisme [hyperrealistische weergave van de werkelijkheid - nu ook, GB: magischrealistisch aaneen!]. In elk geval – je hebt het al begrepen – jouw tweede verzoek is bij dezen vervuld. Ja ik weet het, misschien niet helemaal volgens het boekje, maar een recente autoritatieve [op gezag berustend, ook: streng maar liefdevol] interpretatie gepubliceerd in bijlage zes quater van het canonieke [als richtsnoer dienend, voorbeeldig] spirituele enchiridion [handboek] ...".

13. Marcel luistert al niet meer. Na die bar slechte ervaring weet hij nu heel precies wat zijn derde wens zal zijn. Niets kan hem nog op andere gedachten brengen. Geen peripetieën [wederwaardigheden, ommeker] of vrouwentoestanden meer, maar poen. Veel poen. Hij wil zo rijk als Boaz [Bijbel] worden. "Mijn wens is als volgt", declameert hij meteen. "Het is je allerallerlaatste hoor", onderbreekt Tony hem voor alle zekerheid terwijl hij goedkeurend de topchateauwijn (uiteraard aceetaldehydevrij [enigszins giftige vloeistof] en
appellation contrôlée [A.C. - gecontroleerde herkomstbenaming] nog eens laat rondwalsen in zijn glas. Marcel vervolgt: "Ik weet het nu heel zeker: ik wil een grote schat met goud, zilver, briljanten, robijnen en smaragden."


14. "Wel, okidoki [oké]", zegt de geest. ‘Ik zal zien wat ik kan doen. De fles is trouwens bijna leeg, dus we moeten voortmaken. Waar heb ik mijn stokje nu gelaten. Ah, hier gaan we.

15. "Abracadabra [VD ook aba-, wartaal], ziezo.
Dat komt voor mekaar.
Een schat met juwelen.
Da's toch zonneklaar.’ 

16. Een dichte mist stijgt meteen uit de vloer op. Een vreselijke stank van rottende beloega [witte dolfijn] vult de huiskamer. Als de nevel uiteindelijk optrekt hoort Marcel ineens gestommel achter zich. Hij draait zich om. Tot zijn ontzetting ziet hij princess charming [mooie jonge vrouw, gemakkelijk verliefd op worden] Brigitte weer verschijnen, dit keer als een nordmannkerstboom [nordmann = zilverspar, 40-60 m hoog] volgehangen en opgetut met gouden en zilveren sieraden, briljanten, robijnen en smaragden.

17. "Ziezo, een schat met juwelen. En wat voor een schat!", besluit Tony verrukt. "Trouwens, wat haar edelstenen betreft, ik heb er nog wat diamanten bij gedaan. Gratis van het huis." En met een knipoog: "Van de camion [vrachtwagen] gevallen.’ Hij drinkt de bodem van de fles leeg en verdwijnt even plotseling als hij gekomen was.

18. "Is die afwas nu nog niet gedaan", kijft Brigitte meteen. ‘Mijn mamaatje komt zo. Bon, ik ga statten". Ze steekt Marcels visakaart op zak, stapt op haar eblouissante [schitteren, betoverend] killerheels [stilettohak] klingelend en flonkerend naar buiten en zoeft weg met zijn cabriolet [auto met opvouwbaar dak, cabrio, openkapauto, convertible]. Marcel hapt vruchteloos naar adem.

19. De maan schijnt tussen de bomen. Wat een mondbeglänzte Zaubernacht [slagzin Duitse romatiek]. Op Mansteen weerklinkt luid hoefgetrappel. Tony de geest galoppeert een niet-meetbare tijdseenheid later via Leireken en de E40 richting kust, om dan de zeven zeeën te bevaren met schepen zoals – daar wil ik van af zijn(!) – de Oost- [Oostzee], West- [West-Indië], noord- [naar het Noorden - vgl. Hoge Noorden en hoge Noorden van Europa] of Straatvaarder [Straatvaart door de Straat van Gibraltar], en duikt daarna enkele ångström [Å - atomaire of moleculaire afstand - 10^-10 m] of megaparsec [afstand van 3,5 miljoen lichtjaren] verder de kosmos in en de geschiedenis uit. Op naar een volgende tevreden klant.

20. Het is nog even muisstil in de huiskamer. Tot eensklaps een welgemikte mannenschoen de wijnfles raakt. En ja hoor: die geeft meteen de geest. 

Shoot-outzin (8 invulplaatsen)

21. "Chips!" [uitroep, shoot, shit], tjiepte [huilen] de met de blue chips [aandelen USA] rijk geworden chief whip [partijbons in parlement - discipline fractie] naar zijn hiphopchickie [muziek + meisje] toen hij vanaf de teepeg [pennetje onder golfbal] een makkelijke chipshot [boogbal, golf, bij green] miste tijdens de pitch-and-putt [golf 18 holes - afstand afslag-hole veel korter].
 
 
 

zaterdag 9 juni 2018

1342 Dictee zondag 10 juni 2018 (1): dictee BeNeDictee 2018-05 √

Dictee - dictees [1342]

BeNeDictee 2018-05

De 60 woorden en woordgroepen die vet en onderstreept zijn, moesten worden ingevuld.

Commentaar in blauw.

Een geestige vertelling (1) (auteur: Herman Killens) 

1. De zon projecteert haar warme avondgloed op een typische Droeshoutse veldweg tussen de maïslanderijen. Voorbij een Mariakapelletje trekt een eenzame tractor millimeterprecieze voren in een zompige akker. Een juveniele tjiftjaf verstopt zich haastig tussen het struweel. Helemaal op het einde van het pad ligt links een witgekalkt boerderetje [ook: boerderettetje, andere uitspraak], genre dertien in een dozijn. Marcel zit in zijn hagelwit marcelleke [mouwloos onderhemd, singlet] aan de keukentafel, waarop een enthousiast bloeiende lakanthurium [plant] het rood-wit geblokte tafelkleed enigszins opfleurt. Boven rustieke meubelen in Lodewijkstijl prijken replica's van de helse Bruegel. De Leuvense stoof knettert volle bak terwijl de comtoiseklok [hangklok, grote slinger] zeven slaat.

2. Het is O.L.H.-Hemelvaart [Onze-Lieve-Heer]: eindelijk heeft de verstokte vrijgezel Marcel eens wat tijd om zalig te niksen. De afwas, die zal niet voor vandaag zijn. Ondanks de chaos in de keuken. Marcel is overduidelijk een niet-rawfoodie [raw food(ie) - crudivoor, voedsel niet verhit]. Geen resten van crudités [mv., voor­ge­recht van rau­we en ge­blan­cheer­de groen­ten] of broodjes preparé [filet americain] kriskras op het aanrecht, maar wel van gegrilde wagyubief [Japans rund] en pommes paille [stroaardappelen]. Ach, niet aan denken, voeten op tafel en nu eerst de krant lezen.

3. Hij schuift zijn glas eau de vie [aqua­vit, aguar­di­en­te, bran­de­wijn] opzij en ontkurkt een fles witte wijn. De headlines van zijn roddelkrant staan bol van de recente schandalen over Panamese spookvennootschappen. Maar hij bladert snel verder naar de pagina's over de Soapvlaamssprekende [tussentaal, Verkavelingsvlaams]     tv-celebs [celebrity, beroemdheid] en vooral naar die over de WAG [wives and girlfriends] van de dag. Amai mijn voeten, denkt hij, aan zo'n schaars geklede schoonheid zou ik ook weleens met veel genoegen mijn postzegelverzameling willen tonen. In diepe gedachten verzonken wrijft hij met zijn wijsvinger achteloos over de hals van de wijnfles.

4. Plots beginnen alle borden en koppen hevig te trillen. Een onheilspellend en aanzwellend gebrom doet zijn oren tuiten. Een dikke mist met een ranzige gft-geur [groente-, fruit- en tuinafval] vult de huiskamer. Wanneer de nevel optrekt ziet hij uit de fles een lichtgevende rookpluim omhoogkringelen. Marcel vindt het maar eng, de bibberitis [hevig trillen, denkbeeldige ziekte] slaat toe. "Werda,
qui-va-là!" [wie daar!], roept hij in paniek. De fluorescerende [na belichting een andere kleur uitstralen] rooksliert wordt compacter en krijgt de vage contouren van een spookachtige gedaante. Maar dan wel een met een arafatsjaal [mani, kaffiya, Yasser Arafat] en een pofbroek aan. Marcel kan zijn ogen niet geloven. Een geest! En dat allemaal na nog geen half glaasje wijn! Dat moet wel zwaaralcoholische  [ook: licht-, laag- en zwakalcoholisch] druivensap zijn.


5. "Ahum" [uiting om iemands aandacht te trekken]. De geest in de fles opent met een bescheiden kuchje. "Meester, u heeft mij geroepen. Wel, deze nederige dienaar staat tot uw beschikking. Zoals vastgesteld in artikel 72 van de Universele Geestenwet mag u vandaag drie wensen uitspreken, die ik meteen voor u zal vervullen."

6. Marcel staart de geest met wijd open pupillen aan. "Uh, kan je dat allemaal nog eens herhalen", stamelt hij. "Ach", fluistert de geest nu op een zachter toontje, terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd wist met zijn kufiyyah [kaffiya, keffiyyeh, mani, palestijnensjaal, Palestijnse sjaal, arafatsjaal], "ik stel voor dat we na deze officiële ambtelijke start nu alle verdere protocollaire [volgens protocol, wel: cérémonie protocolaire ...] plichtplegingen achterwege laten. Oei, ik heb me nog niet voorgesteld. Ik ben een djinn en kom uit het rijke geslacht van Spiritus." Hij glimt van trots. Voluit heet ik Antonius Rochus Spiritus, maar de cafébuddy's [maatje] noemen mij allemaal ... djinn Tony on the Rocks."

7. Hij gaat verder: "Was me dat een tocht zeg. Ik kom uit een ver land, een fairy land [sprookjesland], en om jouw wensen waarheid te laten worden ben ik reizekens [eventjes, ook: nauwelijks] helemaal in tijd en ruimte naar hier vertrokken, eerst met de Vliegende Hollander [tijdreis! – spookschip - v h - speelgoed, 4-wielig wagentje] , en vervolgens tjoeketjoeke [VD: klanknabootsing rijdende trein of varende motorboot] met de couponnetjestrein naar het Groothertogdom Luxemburg. Vandaar was het nog een korte tocht spoorslags à cheval [schrijlings, benen uiteen] op een kribbebijter
[n/s, paard, ook: slechtgehumeurd mens]. En
ziezo: een nanoseconde later stond ik hier. Trouwens voor ik het vergeet: ik heb Bruin aan die sorbenboom [lijsterbes] in de tuin vastgemaakt."


8. "Het is een appelboom", corrigeert Marcel meteen. Hij is ondertussen van zijn eerste schok bekomen. "Maar ... hoe doe je dat eigenlijk, in een wip en een gauw [in een vloek en een zucht, in een ommezien] hier geraken en dan nog met vervoermiddelen die niet bestaan of die uit het jaar stillekens dateren [= heel oud zijn]?"

9. "Makkelijk zat", bloost de geest. "In tegenstelling tot wat jullie denken bestaan er tientallen verschillende ruimte- en tijdsdimensies, en als je op de plooien daartussenin het getal van Avogadro [aantal deeltjes in een mol stof: NA of L] toepast en op het juiste ogenblik lavas of (=)  maggiplant verpulvert dan ... Bof, laat maar vallen, dat kunnen jullie mensen toch niet begrijpen."

10. "OK. Ik mag dus drie wensen formuleren", springt Marcel meteen naar de kern van de zaak. "Inderdaad", antwoordt Tony, "je hebt over de hals van de fles gestreken, en dat is het wijdverspreide intergalactische signaal. Je weet wel, zoals beschreven in het Manuaal der Geestelijke Aangelegenheden".

11. Marcel probeert tijd te winnen om wat te kunnen nadenken: "Is dat niet lastig om in zo'n fles te kruipen?" Tony kijkt meteen verkrampt voor zich uit. "Man, zwijg. Mijn rug! Niet te doen. Hoeveel uren kine [kinesitherapie, NL: fysio] ik ondertussen al achter de – euh – rug heb ik ben de tel kwijtgeraakt. Geef mij dan maar zo een brede Griekse oenochoë [wijnkan, mv. oenochoai]. Of een tapdoos, dat is ook zalig."

12. "Een bag-in-box" [plastic zak, kartonnen doos, tapkraan], verbetert Marcel. Ondertussen is hij aan het tekenen geslagen, de blik half gericht op de centerfoldbeauty [grote foto, vaak naakt in midden tijdschrift] in zijn krant. Hier en daar voegt hij er nog wat extra rondingen aan toe. "Zonder tot de generatie Einstein [apenstaartgeneratie, einsteingeneratie, 1990-2005] te behoren, begin ik dat van die vele dimensies nu helemaal te snappen", denkt hij bij zichzelf.

13. Tony gaat onverdroten verder met zijn monoloog: "Je kan er niet omheen: de hele wensindustrie is een booming business [snel groeiende bedrijfstak] geworden. Getuige mijn fantastische
ik-vennootschap [ik-bv, eenmanszaak], een neverending
[oneindig, nooit eindigend] succesverhaal. Echt de Rolls-Royce onder de magiërs. Niet te verwonderen, wij zijn altijd vakmensen geweest met voortdurende aandacht voor kwaliteit. De juiste spirit, daar draait het om in onze familie. Voor ons geen blokkerisering [verblokkering, alleen nog winkels van grote ketens]van het hocus pocus [toverformule goochelaars]! Zo was mijn betovergrootvader een bekende ghostwriter [schrijft voor een ander op diens naam], was mijn grammeer [oma] een parttimewicca (inderdaad: een echte witte heks) en heeft mijn tante nu nog steeds een bloeiende
toverstokjesshop-in-shop
[externe winkel binnen een groot warenhuis] in Tadzjikistan. En o ja, mijn broer is percussionist [slagwerker] in de skiffleband [primitieve, zelfgemaakte instrumenten] The Ghostbusters. Nogal nijg [jongerentaal: geweldig, gaaf, prachtig] geestig, niet? 


Shoot-outzin (12 invulplaatsen) 

14. In de Byzantijnse absidiool [kleine apsis, apsiskapel], onder de apsiskalot [halve koepel boven apsis = nis, uitbouw, abside] en de imposante pantocrator [Christus als heerser] en naast de pastophoria [halfronde nissen aan weerszijden van de altaarnis] (die – dat is algemeen gekend – uit de prothesis [links van apsis – voor de offergaven op offertafel] en het diakonikon [kleine ruimte rechts van apsis – daar brachten gelovigen hun offergaven, ook: diaconium] bestaat), tekende Kepler een wiskundige abscis [zeg maar:
x-coördinaat]
die de apsiden, de uiteinden van de [grote as van een] planeetbaan [een ellips], ap- [aphelium – punt ellips – uiteinde lange as – verst van de zon verwijderd] en perihelium [idem dichtst bij de zon], approximatief [bij benadering] weergaf.

 

 

 
 


dinsdag 5 juni 2018

1341 Dictee dinsdag 05 juni 2018 (2): dictee Het Klein Dictee Sint Anthonis 2018 √

Dictee - dictees [1341]

Het Klein Dictee (van) Sint Anthonis 2018

Jubileum, jubileums, jubilea of jubilea's? (auteur: Piet Vloet)

1. Wat een ontzaggelijke [ook: ontzaglijke – andere uitspraak] ramp is het Nederlands: waarom is het lopen – liep – gelopen en waarom dan ook niet kopen – kiep – gekopen?

2. Zelfs een whizzkid of professor ervaart probleempjes bij de spelling van de Nederlandse taal.

3. Maar vind je het gekissebis [ook: gekizzebiz – andere uitspraak] over taal wel de moeite waard nu er twee jubileums [ook: jubilea – andere uitspraak] te vieren zijn? Ik wed dat jij vindt van niet.

4. Tien jaar geleden startte een tweetal enthousiaste neerlandici – opnieuw zo'n on-Nederlands meervoud – Het Klein Dictee [eigennaam], niet vermoedend dat dit dicteetje tot een groot succes zou uitgroeien [een groot succes zou worden].

5. Een zevental jaren later is het Rekendictee [eigennaam] toegevoegd, want niet alleen taalbollebozen maar ook cijfertovenaars en -tovenaressen moeten hun talenten kunnen demonstreren.

6. Onze gastvrouw – want scholengemeenschap is een vrouwelijk woord, rara – gedenkt dat de eerste steen zestig jaar geleden gelegd voor een school met een overbruggingsjaar tussen (de) basis- en (de) vervolgschool.

7. Het Metameer [eigennaam – in het verleden Scholengemeenschap Stevensbeek geheten] van nu is een verrijking voor Noord-Brabant, want vele pupillen uit de naaste regio's en velen [vele kan ook: slaat dan terug op pupillen! – hier moet de eind-n dus per se uitgesproken worden!] uit verre streken, gehuisvest in internaten, hebben hier kennisgemaakt [GB, VD] met de zware of lichte aspecten van de wetenschap.

8. Metameer besteedt intense [sterke, hevige] aandacht aan de mentale en fysieke ontwikkeling van de nieuwsgierige jeugd, opdat zij [ook: hij, jeugd = m/v] openstaat voor de bizarre wonderen van de wereld die haar (hem) omringt.

9. Wij wensen de jubilaresse nog vele onderwijsjaren toe waarin zij de (aan) haar toevertrouwde jeugd opvoedt tot succesvolle wereldburgers.

 
 






1340 Dictee dinsdag 05 juni 2018 (1): dictee Bar Broker Dictee II - op te schrijven woorden √

Dictee - dictees [1340]

Bar Broker Dictee 2018 (20 op te schrijven woorden of uitdrukkingen)

Bar Broker Dictee II

De deelnemers moesten ook nog een aantal (20) woorden opschrijven. Die zijn hieronder vet en onderstreept weergegeven.

1. Zij laat zich niet van haar à propos brengen.

2. Fred Teeven heeft tijdens zijn politieke ambt flink gelobbyd.

3. Na de afwas moet je de glazen poleren. [door opwrijven doen glanzen] 

4. Jan nam het niet zo nauw met het de etiquette van zijn familie: hij at met zijn handen.

5. Chronische alcoholisten kunnen te maken krijgen met het syndroom van Korsakov.

6. Voor de eendenborst namen ze nog een aperitief. 

7. Mieke is heel blij met haar eerste bijbaantje: ze is caissière.

8. Na de turnwedstrijd werd er nog lang gebakkeleid. 

9. Coq au vin is een Frans gerecht.

10. Een crème brûlée is een zeer populair dessert.

11. Henk werd wederom slachtoffer van een eenaprilgrap/1 aprilgrap.

12. Als je angst hebt voor de cijfers 666 het getal 666, heb je hexakosioihexekontahexafobie.

13. Het team werd door een directe concurrent geëlimineerd.

14. Een hunebed is een grafkamer uit de prehistorie.

15. Nadat hij de deadline had gemist, werd hij door zijn baas gelyncht. 

16. Potpourri is [ook] een mengsel van natuurlijke geurende bestanddelen, dat gebruikt wordt als luchtverfrisser. 

17. De coach was na 8 nederlagen flink aan het prakkiseren.

[Ook: prakkeseren, maar dat heeft een andere uitspraak] 

18. Het eten was ondergedompeld in ravigotesaus.

19. Als bewijs kreeg hij een reçuutje.

20. Hij was de schlemiel na de bal (!) in eigen goal.
 


zaterdag 2 juni 2018

1339 Dictee zaterdag 02 juni 2018 (1): dictee Klein Dictee der Nederlandse Taal Gent 2018 √

Dictee - dictees [1339]

Klein Dictee der Nederlandse Taal 2018 - Gent

Ik ben een zielenpiet (auteur: Christophe Vekeman)

1. Sinds mijn geestesdokter – geen lacaniaanse [niet in wdb.: Jacques Lacan (Parijs, 13 april 1901 – aldaar, 9 september 1981)] psychoanalyticus maar een gestalttherapeut [zie: gestalt = gestalttherapie] – ten prooi is gevallen aan een burn-out, gaat het van kwaad tot erger met mij.

2. De dag begin ik steevast met het nuttigen van een drietal glazen rioja, waarin ik om wie weet welke reden enkele kruimels szechuanpeper gedropt heb, en tegen de middag aan ben ik dan ook gegarandeerd flink in de lorum.

3. Daarna, teneinde te ontnuchteren, bereid ik een gerecht dat deels uit falafel, deels uit pâté de foie gras en deels uit pateekes [BE: gebakje, taartje] bestaat, en ik begin onmiddellijk te dikkedakken [smullen] dat het een aard heeft [flink, terdege, hard], tot ik ten slotte ben verzadigd en mij lui en languissant [smachtend, kwijnend] uitstrek op mijn bordeauxrode chaise longue.

4. Bij tijd en wijle dagdroom ik dan een vrij korte stonde – ik ben ten enenmale een romanticus – en stel ik mij bijgevolg voor dat ik in de een of andere negentiende-eeuwse periode met een winchester [geweer] onder de arm door staten als Mississippi, Missouri of Tennessee struin, maar het geschiedt vanzelfsprekend ook dat ik mij in stede daarvan voetstoots omhelsd weet door de sympathieke Morpheus [uitspraak: ui] en het ermee eindigt dat ik uren later word gewekt door het schabouwelijke [jammerlijk, ellendig], Zuid-Californische stonerrockgeweld dat uit boxen van de buren komt gebast.

5. Ach, wat een bloedhekel heb ik toch aan die allesbehalve poeteloerige [ironisch: schattig, honneponnig], amelodieuze, vaak op StuBru te horen pokkenherrie van zich muzikant noemende patjakkers [smeerlap, deugniet, fielt] en prolurken [ook: palurk = proleet, schurk].

6. Van de weeromstuit barst ik op mijn beurt elke keer weer als de wiedeweerga uit in een zeer malicieus [spottend, spotachtig] gezang en roep ik meer bepaald [= los, VD – bepaald, meer bepaald = bepaaldelijk, meest bepaald] luidkeels: "Ollekebolleke rubisolleke, ollekebolleke knol!" [aftelrijmpje] 

7. Of ik declameer gewoon op volleborstvolume een paar passages boordevol lapalissades [waarheden als een koe = vérités de Monsieur ? de la Palisse] uit mijn cursusboek aangaande zakelijk schrijven [niet: Z; dit is moeilijk als titel te interpreteren].

8. Mijn dagsluiting bestaat er telkens in, kortom, dat ik tot
Onze-Lieve-Vrouw bid en Jezus' moeder verzoek te zorgen voor een spetsnel [pijlsnel] herstel van mijn geëerde zielknijper.

 
 





vrijdag 1 juni 2018

1338 Dictee vrijdag 01 juni 2018 (1): dictee Oefendictee mei 2018 (4) √

Dictee - dictees [1338]

Oefendictee mei 2018 (4)

1. Salicylzuur werd oorspronkelijk bereid uit salicien (salicoside). Ook bij VD wandel je nu naar Santiago de Compostella. Een
SARS-besmetting verwijst naar het severe acute respiratory syndrome. Een grondstof voor het zenuwgas sarin(e) is DMMP, dimethylmethylfosfonaat. Een schendevente bederft de markt met zijn lage prijs. Sommige bijbeltjes hebben duimgrepen. Schnabbelen is bijklussen, snabbelen is snateren. Een schnitzel kun je eten, snitsel is een verschijningsvorm van de kinabast. Een kina-achtig verhaal: kina(bast) levert veel: als pijpen snitsel(s), ook cinchonidine [n/s] en cinchonine [n/s], kinabitter, kinapoeder, kinatinctuur, kinazuur [ook: chinazuur – officiële naam] en kinine. De Seato was (!) de South East Asia Treaty Organization, NATO: North Atlantic Treaty Organization en OTAN: Organisation du Traité de l'Atlantique Nord. Een scuba is een self-contained underwater breathing apparatus.


2. In BE is een sicav een société d'investissement à capital variable. Ik ben Reinaert de Vos, Reintje, en ik houd van reinardieën; mijn wolf is een iezegrim, een knorrepot. Pasen en Pinksteren zijn roerende feestdagen. De komma is een van de meestgebruikte leestekens. Rohypnol. de vergeetpil, wordt ook wel rooie knol genoemd. Dat snapte ik eerst echt niet: Een tripodie is [letterkunde] een metrische periode die uit drie voeten bestaat, totdat ik bij 'periode' keek: [stijlleer] breed opgebouwde volzin met voor-, tussen- en nazinnen [synoniem: passage]. Pakistaanse hasj noemen ze meestal paak. Een urlicon is een favicon, een pagina-icoon. Ik houd niet van die
jacobse-envanesachtige conferences. Op de Jakobsdag gedenken we de Heilige Jacobus. Ja zeggen is niet per definitie jaknikken. Ik ben me het je-ne-sais-quoi [lebbes, leplazarus] geschrokken.


3. Een keskedi of mutsaap is een kapucijner. Een koeswe [wie] is een anatto(boom). De KM is de Koninklijke Marine, de KMar is de Koninklijke Marechaussee en het KMarns is het Korps Mariniers (allemaal NL). Een consolateur des misères is een trooster bij ellende en de consolatrix afflictorum is troosteres der bedrukten (epitheton van Maria). Een spelcomputer koop je op de consolemarkt [e niet uitspreken]. Ad usum delphini = gekuist, gecastigeerd. Delfi's tempel, die Delfische tempel, staat in Delphi (volgens VD). De dtp'er kreeg d.t.p. [daar ter plaatse] een dtp-prik. Die dinkie speelt graag met dinky toys, de diak trouwens ook. Ergocalciferol is nu eenmaal geen ergotalkaloïde. Ros Beiaard: aan de einder verschenen de pijnders.

4. Gezocht op '*tapa*': datapadbreedte (aantal ineens te verwerken bits), datapakhuis ([data]warehouse – ook: warehousing), mathemata pathemata (ook: pathemata mathemata – wiskunde geeft lijden, de studie van de wiskunde is voor velen een lijdensweg), multa paucis [s] (veel in weinig woorden), patapar (speciaal geprepareerd papier waarin gerechten kunnen worden bereid), tapa (mv. tapa's – ongebruikelijk – of tapas; ook b.v. groentetapas [mv.]), tapageus (rumoerig, lawaaiig, druk), tapassistent [rubber], una giornata particolare (een zeer bijzondere dag), vistapapier (zichtwissel), watapana (dividivi, waaiboom, of peul ervan), pincho (tapa op een stukje brood), aftapapparatuur, tapasrestaurant en Jan Stapallemachtig (!).

5. Dementia is dementie, dementia paralytica hersenverweking (encefalomalacie), dementia praecox schizofrenie, dementia praesenilis dementie op jonge leeftijd en dementia senilis is ouderdomsdementie. Boksers kunnen aan dementia pugilistica lijden (punchdrunk zijn). In een dementiecafé kan een dementiekoor optreden. Daar is 'ouwe jan en jonge jan' in: kast of lade met een ratjetoe erin.

6. De langste (dim)alinea ooit: een benedictijner [ook wel: benedictijnse] monnik [ook: benedictijn, vr.: benedictines, of benedictijnermonnik] woont in een benedictijnenabdij [ook wel: benedictijnerabdij, benedictijnerklooster of benedictijner klooster dan wel benedictijnenklooster], waar een benedictijnerabt [ook wel: benedictijner abt of benedictijnenabt] de scepter [s] zwaait en soms zijn benedictie [zegen (daarbij zingen ze het tanto ergum – titel van een katholieke hymne) – maledictie is verwensing of vloek] geeft, en waar hij geregeld benedictine [fijne Franse kruidenlikeur] drinkt, in correspondentie met (andere) cluniacenzers [monnik van de congregatie van Cluny, een voormalig klooster van de benedictijnen in Bourgondië] achter zijn naam o.s.b. [Ordinis Sancti Benedicti, (lid) van de orde – een benedictijnerorde of benedictijnenorde dus – der benedictijnen] zet, soms denkt aan de 'Allergetrouwste Zoon der Kerk', eretitel van de voormalige Portugese koningen, door paus Benedictus XIV in 1748 verleend, regelmatig de benedictiedoek of het velum [mv. vela] aanschouwt, regelmatig het benedictionale [boek waarin vroeger formulieren van de kerkelijke zegeningen werden samengebracht] bestudeert, met 'dom' [titel van de benedictijnen] wordt aangesproken, kennis heeft van de gezegende distel [een distelsoort uit het gebied van de Middellandse Zee (Middellandse Zeegebied) – Cnicus benedictus], de spreuk van de benedictijnen 'ora et labora' [bidt en werkt – archaïsch – nu: bid en werk] kent, net als de uitdrukking 'rex fidelissimus' [mv. reges fidelissimi – allergelovigste koning (voormalige titel van de Portugese koningen, door paus Benedictus XIV in 1748 aan Johan V verleend)], geen sanbenito [ketterhemd – hemd met o.a. rood sint-andrieskruis, zo genoemd wegens overeenkomst met een hemd met schouderkleed van de benedictijnen] draagt, de spreuk ' Benedictus benedicat' [de Gezegende zegene het] vanbuiten kent, weet dat benedictuskruid nagelkruid is en zich ten slotte stupéfait afvraagt, of de scribent van deze knotsgekke alinea echt wel compleet qua inhoud en mogelijk non compos mentis is.

7. Hou op met calcar addere currenti [nodeloos aansporen] van dat paard. De MCDD (multiple complex developmental disorder) is een soort van autisme. De Guernica is uiteraard Picassoachtig. En de werken van Dalí zijn dienovereenkomstig Dalíachtig. Zij praatten vroeger thuis joods, wel met een Joods accent. Die laideron is echt een lelijkerd. De Lesbische man en vrouw [Lesbos!] zaten onder de lindeboom. Raar stel: zijn moeder is Maagd, hij is Tweelingen. Hun buren zijn een Lesbisch (ook: lesbisch) echtpaar. Pas op: pleeg nooit een crime passionnel, want dan maakt de vierde stand (the fourth estate) gehakt van je. Een verkorting van ied-al-fitrfeest is Ied-al-Fitr.

8. Nogmaals: een yettie = een young entrepreneurial technocrat (jonge internet- of ICT-ondernemer of ook wel jonge ondernemende werknemer in de ICT) en een yuppie (van: young urban professional) = jeugdige carrièremaker met een hoog inkomen en een exclusieve, trendgevoelige levensstandaard. Trouwens: een jappie – een jonge, ambitieuze professional – is een jonge carrièremaker. Toon je toch een yu di Kòrsou [liefhebber van Curaçao], hòmber (kerel)! Niet elke politikon zoön [zoön politikon – politiek dier] is (een) policor [poco]. Als zo'n Antilliaanse snèk mobiel wordt en naar Curaçao verhuist. heet-ie ineens trùk'i pan! Dat was duidelijk een mutahhuwelijk. Op *cine: adriamycine (antibioticum), aureomycine (oraal antibioticum), bleomycine (antibioticum), brucine (giftig alkaloïde), capsacine (capsaïcine, o. a. in paprika), coccine (rode teerverfstof), erytromycine (antibioticum), fascine (takkenbos hellingen), fettuccine (lintpasta), garancine (rode verfstof meekrap – meekraprood), glycine (o.a. blauweregen), (iso)leucine (aminozuur mens), mucine (slijmstof), natamycine (= pimaricine = schimmeldodend), niacine (nicotinezuur), oxytoxine (knuffelhormoon), piscine (vijver visteelt), plasticine (plastiline = kneedbaar), psilocine (hallucinogene stof paddenstoelen), rapamycine (tegen afstoten transplantaten), resorcine (resorcinol), ricine (dodelijk giftig eiwit), streptomycine (bacteriedodend), terramycine (antibioticum), vaccine (vaccin), vancomycine (antibioticum bij resistentie), viomycine (tegen tbc) en ten slotte L-leucine.