zondag 10 juni 2018

1343 Dictee zondag 10 juni 2018 (2): dictee BeNeDictee 2018 nummer 6 √

Dictee - dictees [1343]

BeNeDictee 2018 nummer 6

De 60 woorden en woordgroepen die vet en onderstreept zijn, moesten worden ingevuld.

Een geestige vertelling (2) (auteur: Herman Killens)

1. Marcel toont zijn pentekening. "Wel, dit is mijn hoogstpersoonlijke wens. Geen next door meisje of flapmadam, maar deze moordgriet. Ik wil net als de topvoetballers een blonde stoot als deze aan mijn zij, voor talloze romantische dagen en slapeloze nachten, zo'n stuk, zo'n spetter, zo’n a-a-afrodite, ..." Hij begint zowaar te stotteren.

2. "Rustig rustig. Dat is voor mij een piece of cake", knikt de geest zelfverzekerd. "Maar mag ik eerst even een teug van die wijn nemen? Best warm hier, daar krijgt zelfs een djinn zowaar dorst van. Reik mij eens een roemer aan, wil je."

3. "Een wijnglas", verbetert Marcel geduldig. "Enne ... proef maar gerust, die Bacchus is toch om zeep met die zweetvoeten van jou."

4. Tony neemt eerst een gulzige slok, tovert vervolgens behendig een toverstokje tevoorschijn en prevelt dan een magische spreuk met overslaande stem. 

5. "O wat zijn wij geweldig.
O wat zijn wij toch slim.
Fantastische schoonheid.
Hup simsalabim.’ 

6. Marcel knippert met de ogen. Maar er gebeurt niets. Helemaal niks niemendal niets. Het lijkt wel een saaie spyfi. Tot opeens iemand op zijn schouders tikt. Hij draait zich om en kijkt meteen in de bevallige gazelleogen van de meest beeldschone vrouw die hij ooit heeft aanschouwd. Blonde lokken, mollige wangen, een poederzachte huid, perfecte curvelijnen, superdecolleté, lange slanke antilopebenen. Helemaal zoals hij haar had getekend. De perfectie overschreden. De Mona Lisa van Droeshout. Hij is meteen smoorverliefd.

7. "Ze heet Brigitte", verduidelijkt de geest triomfantelijk terwijl hij nonchalant zijn glas nog eens stevig volschenkt. Marcel denkt koortsachtig na over een zoetklinkende amoureuze openingszin. Maar dat hoeft niet want ze neemt onverwacht zelf het woord: "Haal je voeten eens van tafel zeg! En trek iets deftigs aan. Wat is dat voor een houding in het bijzijn van een dame. Trouwens, nu ik hier rondkijk, de rest oogt al niet vrolijker. Je denkt toch zeker niet dat ik in zo'n varkensstal wil wonen. Ik stel voor dat je die boel meteen opruimt. De hele sitsenwinkel, bric-à-brac en santepetie." Ze kijkt even rond. ‘En alles kan hier een likje verf gebruiken. Misschien kan je na de vaat direct beginnen met het schilderen van de muren en het gyproc plafond. Het is echt hoognodig."

8. Marcel kijkt verbluft voor zich uit. Pitspoes of niet, zijn rustige vrijgezellenleventje komt in gevaar. "Euh, en ons romantische
tête-à-têteje dan?", probeert hij nog. Tuttut, vanavond komt mijn moeder langs." "Jouw toekomstige schoonmoeder", voegt ze er fijntjes aan toe. "Ze komt hier minstens een week logeren. Dus best ook nog het gras maaien en de haag afscheren. Vervolgens de was en de strijk. En morgen de kelder witten. Ze is soms een echte helleveeg moet je weten."


9. Tot zijn verbijstering ziet hij hoe ze zijn kredietkaart en autosleutels van de tafel grist. "Ik ga nu nog snel shoppen want ik heb niets om vanavond aan te trekken." Ze stapt resoluut naar de deur en draait zich dan nog eens om: "En doe eens iets aan die bierbuik. Vanaf nu alleen nog radicchioslaatjes en spa blauw hoor."

10. Marcel is als van de hand Gods geslagen. Woedend en rood aangelopen [GB] wendt hij zich tot de geest. "Dat heb je me er niet bij verteld", sist hij, "wat een moeial, wat een dikke zaag, wat een bazig être. Ik voel me gesjareld en gejost". "Mwah", zegt de geest terwijl hij niet-begrijpend de tekening nog eens grondig tegen het licht houdt, ‘op dit eendimensionale beeld zie ik toch vooral veel – euh – wulpse borst maar al helemaal geen inborst.' Vertwijfeld sakkert Marcel voor zich uit: ‘Verdorie, doemetoch. Ik wil mijn vredelievende bestaan terug. Geen gezeur aan mijn hoofd. Ik wou dat ik van die feeks, dat serpent, d-d-die karonje verlost was."

11. Meteen volgt een felle bliksemflits begeleid door hevig gerommel. De kamer lijkt wel heen en weer te schudden. Alle QL-lampen floepen tegelijk aan en terug uit. Een niet te harden pestgeur tart de neusgaten. En wat blijkt na afloop: Brigitte is van de aardbodem verdwenen.

12. "Ja maar zeg", protesteert djinn Tony kuchend. "Wat een awkward momentje." Hij heeft zich in zijn blanc de blancs verslikt. ‘Kan je die wensen niet wat netjes vooraf annonceren. Ik had deze keer zelfs geen tijd voor mijn formidabele toverproza. Het was nochtans weer een pareltje hoor, helemaal in de geest van het magisch realisme. In elk geval – je hebt het al begrepen – jouw tweede verzoek is bij dezen vervuld. Ja ik weet het, misschien niet helemaal volgens het boekje, maar een recente autoritatieve interpretatie gepubliceerd in bijlage zes quater van het canonieke spirituele enchiridion ...".

13. Marcel luistert al niet meer. Na die bar slechte ervaring weet hij nu heel precies wat zijn derde wens zal zijn. Niets kan hem nog op andere gedachten brengen. Geen peripetieën of vrouwentoestanden meer, maar poen. Veel poen. Hij wil zo rijk als Boaz worden. "Mijn wens is als volgt", declameert hij meteen. "Het is je allerallerlaatste hoor", onderbreekt Tony hem voor alle zekerheid terwijl hij goedkeurend de topchateauwijn (uiteraard aceetaldehydevrij en appellation contrôlée) nog eens laat rondwalsen in zijn glas. Marcel vervolgt: "Ik weet het nu heel zeker: ik wil een grote schat met goud, zilver, briljanten, robijnen en smaragden."

14. "Wel, okidoki", zegt de geest. ‘Ik zal zien wat ik kan doen. De fles is trouwens bijna leeg, dus we moeten voortmaken. Waar heb ik mijn stokje nu gelaten. Ah, hier gaan we.

15. "Abracadabra, ziezo.
Dat komt voor mekaar.
Een schat met juwelen.
Da's toch zonneklaar.’ 

16. Een dichte mist stijgt meteen uit de vloer op. Een vreselijke stank van rottende beloega vult de huiskamer. Als de nevel uiteindelijk optrekt hoort Marcel ineens gestommel achter zich. Hij draait zich om. Tot zijn ontzetting ziet hij princess charming Brigitte weer verschijnen, dit keer als een nordmannkerstboom volgehangen en opgetut met gouden en zilveren sieraden, briljanten, robijnen en smaragden.

17. "Ziezo, een schat met juwelen. En wat voor een schat!", besluit Tony verrukt. "Trouwens, wat haar edelstenen betreft, ik heb er nog wat diamanten bij gedaan. Gratis van het huis." En met een knipoog: "Van de camion [vrachtwagen] gevallen.’ Hij drinkt de bodem van de fles leeg en verdwijnt even plotseling als hij gekomen was.

18. "Is die afwas nu nog niet gedaan", kijft Brigitte meteen. ‘Mijn mamaatje komt zo. Bon, ik ga statten". Ze steekt Marcels visakaart op zak, stapt op haar eblouissante     killerheels klingelend en flonkerend naar buiten en zoeft weg met zijn cabriolet. Marcel hapt vruchteloos naar adem.

19. De maan schijnt tussen de bomen. Wat een mondbeglänzte Zaubernacht. Op Mansteen weerklinkt luid hoefgetrappel. Tony de geest galoppeert een niet-meetbare tijdseenheid later via Leireken en de E40 richting kust, om dan de zeven zeeën te bevaren met schepen zoals – daar wil ik vanaf zijn – de Oost-, West-, noord- of Straatvaarder, en duikt daarna enkele ångström of megaparsec verder de kosmos in en de geschiedenis uit. Op naar een volgende tevreden klant.

20. Het is nog even muisstil in de huiskamer. Tot eensklaps een welgemikte mannenschoen de wijnfles raakt. En ja hoor: die geeft meteen de geest. 

Shoot-outzin (8 invulplaatsen)

21. "Chips!" [uitroep, shoot, shit], tjiepte [huilen] de met de blue chips [aandelen] rijk geworden chief whip [partijbons in parlement] naar zijn hiphopchickie [meisje] toen hij vanaf de teepeg [pennetje onder golfbal] een makkelijke chipshot [boogbal, golf, bij green] miste tijdens de pitch-and-putt [afstand afslag-hole veel korter].
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten