zaterdag 9 juni 2018

1342 Dictee zondag 10 juni 2018 (1): dictee BeNeDictee 2018-05 √

Dictee - dictees [1342]

BeNeDictee 2018-05

De 60 woorden en woordgroepen die vet en onderstreept zijn, moesten worden ingevuld.

Commentaar in blauw.

Een geestige vertelling (1) (auteur: Herman Killens) 

1. De zon projecteert haar warme avondgloed op een typische Droeshoutse veldweg tussen de maïslanderijen. Voorbij een Mariakapelletje trekt een eenzame tractor millimeterprecieze voren in een zompige akker. Een juveniele tjiftjaf verstopt zich haastig tussen het struweel. Helemaal op het einde van het pad ligt links een witgekalkt boerderetje [ook: boerderettetje, andere uitspraak], genre dertien in een dozijn. Marcel zit in zijn hagelwit marcelleke [mouwloos onderhemd, singlet] aan de keukentafel, waarop een enthousiast bloeiende lakanthurium [plant] het rood-wit geblokte tafelkleed enigszins opfleurt. Boven rustieke meubelen in Lodewijkstijl prijken replica's van de helse Bruegel. De Leuvense stoof knettert volle bak terwijl de comtoiseklok [hangklok, grote slinger] zeven slaat.

2. Het is O.L.H.-Hemelvaart [Onze-Lieve-Heer]: eindelijk heeft de verstokte vrijgezel Marcel eens wat tijd om zalig te niksen. De afwas, die zal niet voor vandaag zijn. Ondanks de chaos in de keuken. Marcel is overduidelijk een niet-rawfoodie [raw food(ie) - crudivoor, voedsel niet verhit]. Geen resten van crudités [mv., voor­ge­recht van rau­we en ge­blan­cheer­de groen­ten] of broodjes preparé [filet americain] kriskras op het aanrecht, maar wel van gegrilde wagyubief [Japans rund] en pommes paille [stroaardappelen]. Ach, niet aan denken, voeten op tafel en nu eerst de krant lezen.

3. Hij schuift zijn glas eau de vie [aqua­vit, aguar­di­en­te, bran­de­wijn] opzij en ontkurkt een fles witte wijn. De headlines van zijn roddelkrant staan bol van de recente schandalen over Panamese spookvennootschappen. Maar hij bladert snel verder naar de pagina's over de Soapvlaamssprekende [tussentaal, Verkavelingsvlaams]     tv-celebs [celebrity, beroemdheid] en vooral naar die over de WAG [wives and girlfriends] van de dag. Amai mijn voeten, denkt hij, aan zo'n schaars geklede schoonheid zou ik ook weleens met veel genoegen mijn postzegelverzameling willen tonen. In diepe gedachten verzonken wrijft hij met zijn wijsvinger achteloos over de hals van de wijnfles.

4. Plots beginnen alle borden en koppen hevig te trillen. Een onheilspellend en aanzwellend gebrom doet zijn oren tuiten. Een dikke mist met een ranzige gft-geur [groente-, fruit- en tuinafval] vult de huiskamer. Wanneer de nevel optrekt ziet hij uit de fles een lichtgevende rookpluim omhoogkringelen. Marcel vindt het maar eng, de bibberitis [hevig trillen, denkbeeldige ziekte] slaat toe. "Werda,
qui-va-là!" [wie daar!], roept hij in paniek. De fluorescerende [na belichting een andere kleur uitstralen] rooksliert wordt compacter en krijgt de vage contouren van een spookachtige gedaante. Maar dan wel een met een arafatsjaal [mani, kaffiya, Yasser Arafat] en een pofbroek aan. Marcel kan zijn ogen niet geloven. Een geest! En dat allemaal na nog geen half glaasje wijn! Dat moet wel zwaaralcoholische  [ook: licht-, laag- en zwakalcoholisch] druivensap zijn.


5. "Ahum" [uiting om iemands aandacht te trekken]. De geest in de fles opent met een bescheiden kuchje. "Meester, u heeft mij geroepen. Wel, deze nederige dienaar staat tot uw beschikking. Zoals vastgesteld in artikel 72 van de Universele Geestenwet mag u vandaag drie wensen uitspreken, die ik meteen voor u zal vervullen."

6. Marcel staart de geest met wijd open pupillen aan. "Uh, kan je dat allemaal nog eens herhalen", stamelt hij. "Ach", fluistert de geest nu op een zachter toontje, terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd wist met zijn kufiyyah [kaffiya, keffiyyeh, mani, palestijnensjaal, Palestijnse sjaal, arafatsjaal], "ik stel voor dat we na deze officiële ambtelijke start nu alle verdere protocollaire [volgens protocol, wel: cérémonie protocolaire ...] plichtplegingen achterwege laten. Oei, ik heb me nog niet voorgesteld. Ik ben een djinn en kom uit het rijke geslacht van Spiritus." Hij glimt van trots. Voluit heet ik Antonius Rochus Spiritus, maar de cafébuddy's [maatje] noemen mij allemaal ... djinn Tony on the Rocks."

7. Hij gaat verder: "Was me dat een tocht zeg. Ik kom uit een ver land, een fairy land [sprookjesland], en om jouw wensen waarheid te laten worden ben ik reizekens [eventjes, ook: nauwelijks] helemaal in tijd en ruimte naar hier vertrokken, eerst met de Vliegende Hollander [tijdreis! – spookschip - v h - speelgoed, 4-wielig wagentje] , en vervolgens tjoeketjoeke [VD: klanknabootsing rijdende trein of varende motorboot] met de couponnetjestrein naar het Groothertogdom Luxemburg. Vandaar was het nog een korte tocht spoorslags à cheval [schrijlings, benen uiteen] op een kribbebijter
[n/s, paard, ook: slechtgehumeurd mens]. En
ziezo: een nanoseconde later stond ik hier. Trouwens voor ik het vergeet: ik heb Bruin aan die sorbenboom [lijsterbes] in de tuin vastgemaakt."


8. "Het is een appelboom", corrigeert Marcel meteen. Hij is ondertussen van zijn eerste schok bekomen. "Maar ... hoe doe je dat eigenlijk, in een wip en een gauw [in een vloek en een zucht, in een ommezien] hier geraken en dan nog met vervoermiddelen die niet bestaan of die uit het jaar stillekens dateren [= heel oud zijn]?"

9. "Makkelijk zat", bloost de geest. "In tegenstelling tot wat jullie denken bestaan er tientallen verschillende ruimte- en tijdsdimensies, en als je op de plooien daartussenin het getal van Avogadro [aantal deeltjes in een mol stof: NA of L] toepast en op het juiste ogenblik lavas of (=)  maggiplant verpulvert dan ... Bof, laat maar vallen, dat kunnen jullie mensen toch niet begrijpen."

10. "OK. Ik mag dus drie wensen formuleren", springt Marcel meteen naar de kern van de zaak. "Inderdaad", antwoordt Tony, "je hebt over de hals van de fles gestreken, en dat is het wijdverspreide intergalactische signaal. Je weet wel, zoals beschreven in het Manuaal der Geestelijke Aangelegenheden".

11. Marcel probeert tijd te winnen om wat te kunnen nadenken: "Is dat niet lastig om in zo'n fles te kruipen?" Tony kijkt meteen verkrampt voor zich uit. "Man, zwijg. Mijn rug! Niet te doen. Hoeveel uren kine [kinesitherapie, NL: fysio] ik ondertussen al achter de – euh – rug heb ik ben de tel kwijtgeraakt. Geef mij dan maar zo een brede Griekse oenochoë [wijnkan, mv. oenochoai]. Of een tapdoos, dat is ook zalig."

12. "Een bag-in-box" [plastic zak, kartonnen doos, tapkraan], verbetert Marcel. Ondertussen is hij aan het tekenen geslagen, de blik half gericht op de centerfoldbeauty [grote foto, vaak naakt in midden tijdschrift] in zijn krant. Hier en daar voegt hij er nog wat extra rondingen aan toe. "Zonder tot de generatie Einstein [apenstaartgeneratie, einsteingeneratie, 1990-2005] te behoren, begin ik dat van die vele dimensies nu helemaal te snappen", denkt hij bij zichzelf.

13. Tony gaat onverdroten verder met zijn monoloog: "Je kan er niet omheen: de hele wensindustrie is een booming business [snel groeiende bedrijfstak] geworden. Getuige mijn fantastische
ik-vennootschap [ik-bv, eenmanszaak], een neverending
[oneindig, nooit eindigend] succesverhaal. Echt de Rolls-Royce onder de magiërs. Niet te verwonderen, wij zijn altijd vakmensen geweest met voortdurende aandacht voor kwaliteit. De juiste spirit, daar draait het om in onze familie. Voor ons geen blokkerisering [verblokkering, alleen nog winkels van grote ketens]van het hocus pocus [toverformule goochelaars]! Zo was mijn betovergrootvader een bekende ghostwriter [schrijft voor een ander op diens naam], was mijn grammeer [oma] een parttimewicca (inderdaad: een echte witte heks) en heeft mijn tante nu nog steeds een bloeiende
toverstokjesshop-in-shop
[externe winkel binnen een groot warenhuis] in Tadzjikistan. En o ja, mijn broer is percussionist [slagwerker] in de skiffleband [primitieve, zelfgemaakte instrumenten] The Ghostbusters. Nogal nijg [jongerentaal: geweldig, gaaf, prachtig] geestig, niet? 


Shoot-outzin (12 invulplaatsen) 

14. In de Byzantijnse absidiool [kleine apsis, apsiskapel], onder de apsiskalot [halve koepel boven apsis = nis, uitbouw, abside] en de imposante pantocrator [Christus als heerser] en naast de pastophoria [halfronde nissen aan weerszijden van de altaarnis] (die – dat is algemeen gekend – uit de prothesis [links van apsis – voor de offergaven op offertafel] en het diakonikon [kleine ruimte rechts van apsis – daar brachten gelovigen hun offergaven, ook: diaconium] bestaat), tekende Kepler een wiskundige abscis [zeg maar:
x-coördinaat]
die de apsiden, de uiteinden van de [grote as van een] planeetbaan [een ellips], ap- [aphelium – punt ellips – uiteinde lange as – verst van de zon verwijderd] en perihelium [idem dichtst bij de zon], approximatief [bij benadering] weergaf.

 

 

 
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten