Dictee - dictees [1292]
Groot
Dictee Tilburg (21e!) 2018
Rituelen
(auteur: Corné van Doorn)
1.
In onze individualistische epoque met een overvloed aan egodocumenten en gejij-bak op de sociale media ontstaat steeds meer de het
idee dat ons ik-besef tekortschiet en dat het ten enenmale de voorkeur verdient
te appelleren aan een dimensie die ten algemenen nutte aangewend kan worden,
omdat het in ons mens-zijn ruimte verleent aan het samenzijn: rituelen vol symboliek zijn
hiertoe een geëigend middel.
2.
Het hoeft dan noodzakelijkerwijze niet te gaan om het apocriefe occultisme:
voorbeelden ervan zijn de alchemie die ernaar streeft een panacee oftewel
levenselixer [ook: elixir] te creëren en de
magie die zich bedient van grimoires [Wikipedia,
niet in wdb.], instructieve handboeken om kwalen te genezen en amuletten
of talismannen [GB ook talismans, dat bij VD als
enige] te fabriceren op een volgens de rituelen verplichte locatie en
met de voorgeschreven accessoires.
3.
Van oudsher gedijden (n!) in de rooms-katholieke
kerk velerlei tijdens de Beeldenstorm [specifieke, 1566]
met acribie gekritiseerde rituelen: van het doopsel, oorspronkelijk bedoeld om
te ontsnappen aan het voorgeborchte [zielen in
afwachting van de komst van Christus], het oliesel, het vijfde sacrament
[van de 7] van de Heiland, toegediend bij
het sterven tot de communie: de gelovige ontvangt van de celebrant [de mis celebreren = opdragen], vaak bijgestaan
door een of meer acolieten [misdienaar – plant =
akoniet!], de geconsacreerde [wijden,
consecreren kan ook] hostie tot dan bewaard in het tabernakel [daarin wordt de hostie, het Allerheiligste, bewaard]
voorzien van godslamp [altijd brandende olielamp of
speciale kaars voor het tabernakel] en conopeum [gordijntje
voor het tabernakel, ook: zijden omhulsel van de ciborie = ciborievelum – mv.
conopeums] in een ciborie [kelk met deksel
voor bewaring van geconsacreerde hosties, ook: ciborium].
4.
Ook in het leven van alledag wordt door Jan en alleman veelvuldig
gebruikgemaakt van soelaas biedende rituelen, nochtans vanuit de oud-Hollandse
nuchterheid on-Nederlands. Naast de hype van het roken van de waterpijp in
shishalounges wendt de Nederlander zich allengs meer tot de innovatieve mores
bij het overlijden van dierbaren zoals de digitalisering van bidprentjes en het
vervaardigen van replica's van bijvoorbeeld een hand van overledenen.
5.
Voor sommigen wellicht ook het frequenteren van houseparty's in bijwijlen
obscure accommodaties om geholpen door een stroboscopische sfeer en een
niet-versmade [m.i. bedoeld: niet te versmaden]
hoeveelheid ecstasy en wat dies meer zij aan stimulantia te ontsnappen aan, achenebbisj
[GB], de positie van een loser en te worden
ondergedompeld in een kakofonische caleidoscoop van tongstrelende en
welriekende vibraties, om de scene maar met een synesthesie [stijlleer: verbinding van woorden uit verschillende
zintuigsferen – zoals schreeuwende kleuren] te verwoorden.
6.
Ook de sport kent een groot scala aan rituelen: van het kruisjes maken voor je
de arena [gezegd: niks met Ajax – en dus niet: ArenA]
betreedt tot zoals bij het Nieuw-Zeelandse rugbyteam het uitvoeren van de haka, een inheemse dans van de
Maori's. Wellicht gaan de deelnemers aan de Alpe d'HuZes ervan uit dat het al
of niet
ge-sms't of geappt hebben met het thuisfront niet onbelangrijk is zoals voor
participanten aan dictees het Groene Boekje [maar
curieus: helemaal voorin GB in het colofon: "De merknaam Het Groene Boekje is als merknaam
beschermd (donorprincipe!?)] op het nachtkastje of Van Dale onder de peluw [hoofdkussen] van het lits-jumeaux [mv. + s].