Dictee - dictees [1202]
Groot Brummens
Dictee 2017
Megamedley
van monstrueuze moordverhalen, of: drie historiën uit de te verschijnen canon
van de Brummens-Eerbeekse geschiedenis (auteur: Oliver Gee)
1. Sinds stratenmakers in onze Meengatstraat [straatnaam] op een geïsoleerde mammoetkop stuitten,
is onder heemkundegekken kolossale heibel ontstaan over het volgende enigma:
baatten neanderthalers in voorhistorisch Brummen een abattoir uit? Maakten deze
karikaturale untermenschen [vrij naar: übermensch]
bijvoorbeeld dankbaar gebruik van de barre meteorologische variabelen van het
saalien [tijdperk]? Daardoor konden ze, ver
voor de tijd van frigidaire en mp3'tjes, hun half-om-halfgehakt van olifanten-
en lynxenvlees vanuit de weitas onmiddellijk vacuüm vriesdrogen in de
dichtstbijzijnde gletsjer. Zo kon men het gemakkelijk maanden later in de
anachronistische koekenpan gooien, om het op het clichématige rabelaisiaanse
vreetfestijn te serveren.
2. Heeft uw immanente vwo'er of havoër de
feiten in dezen inmiddels gegoogeld? Dan stiefelen wij verder door het
boordevolle relaas van onze dorpse antecedenten tot aan de vroege middeleeuwen.
Daarin kreeg de no-nonsense bekeermachine [met
andere klemtoon: aaneen] Sint-Liudger [ook:
Sint-Ludger] een appetijtelijk kaveltje land nabij Eerbeek ten geschenke
van een devote graaf. In het reçuutje was de ecclesiastische bestemming
vastgelegd, zodat binnen no-time [correct: in no time - GB - ! no-time in GB geschrapt in 2024! ] een houten kapelletje kon
verrijzen.
Glas-in-loodramen, monstransen en ander luxueus liturgisch
ameublement misten nog ten enenmale, maar door het begrote bedrag werd
mettertijd wel de rooms-katholieke gezindte hier ter plaatse gesanctioneerd.
3. Wij menen consciëntieus te handelen door
nu de tussenliggende era's rigoureus te omitteren, om onze kijker te richten op
de laatste periode van ons triptiek [de- en
het-woord]: de tijd van allongepruik en klavecimbelmuziek. 1706 was het
jaar van de fameuze Brummense burgeropstand. Het belastinginningsrecht werd toentertijd
(ook; toendertijd) gecoördineerd door een
college van ambtsjonkers. Deze kapitalisten avant la lettre zwaaiden de scepter
met willekeur en ze hadden geen sjoege van beëdigde accountants. Toen de heren
op een heiige avond hun assemblee in cafeetje 't Kromhout hielden, verzamelde zich
voor het etablissement een gemêleerde groep rabiate dorpers met kitscherige
flambouwen en hooivorken. Onze fiscale helden hadden nu trammelant, maar gelukkig
kon een verder demasqué worden afgewend. Een stagiaire smokkelde een hittepetitterig
kattebelletje naar Arnhem, vanwaar per ommegaande een peloton klabakken werd
geëxpedieerd. De ontzette edellieden werden ontzet, zodat de champagneflûtes
konden worden geheven op deze justitiële triomf.
4. Deze onbesuisde dorpsodyssee op
zevenmijlslaarzen voortijdig te aborteren zou door de sentimentalisten onder
ons als een daad van bruut vandalisme kunnen worden geëxpliqueerd [geëxpliceerd, andere uitspraak]. Toch moet
omwille van de spoilervermijding de rest van de kostelijke anekdotes die
gezamenlijk onze collectieve geschiedenis vormen, gezocht worden in de aanstaande
folio-uitgave.