zondag 20 november 2016

0992 Dictee zondag 20 nov 2016 (1): dictee Groot Alphens Bloemrijk Dictee 2016 √

Dictee - dictees [0992] 

Groot Alphens Bloemrijk Dictee 2016

Levenstucht (Auteur: Ego Flos (oftewel: J.C. Bloem zelf); barragezin: Gert-Jan Windhorst, oud-leraar Groene Hart Lyceum)

1. Bijna ieder mens verkeert in omstandigheden, die hem noodzaken een groot deel van zijn leven aan de een of andere studie of werkkring te geven. Al vroeg begint dit, op de eerste dag van de lagere school, en dit duurt vele jaren lang, voor velen – vooral voor degenen, die in de kracht van hun leven, of nog eerder, sterven – tot aan hun dood.

2. Een groot deel van hun overige tijd wijden ze aan allerlei bezigheden, die men meestal met de naam liefhebberijen aanduidt, een naam, die, toen hij nog onverflauwd zijn oorspronkelijke betekenis bezat, misschien niet slecht was, die thans evenwel tot een ellendige gemeenplaats is geworden. De flauwste beuzelingen duidt men ermee aan, en tevens de meest weidse vreugden van hart en intellect.

3. Over laatstgenoemde vreugden, in verband met de noodgedwongen dagelijkse bezigheden, wilde ik het nu eens hebben. Voor het merendeel der mensen is hun betrekking een goedig-aangenaam iets. Zij stappen ' morgens welgemoed naar hun werk, en komen na afloop niet minder en niet meer welgemoed ervan terug. Dat zijn de eenvoudige, suffe Jannen, Pieten en Klazen der maatschappij.

4. Anderen daarentegen gevoelen wel degelijk de saaiheid van de dagelijkse levenssleur. Voor hen is het werk een onvermijdelijke last. Zij onderwerpen zich er morrende aan en beschouwen de tijd van de dag, die zij eraan moeten geven, als een rijstebrijberg, waar zij zich steeds weer opnieuw moeten door eten, om tot de schaarser stonden van hun vreugde te geraken.

5. Deze mensen mogen meer onze sympathie hebben, omdat zij niet zo hopeloos-alledaags als de meesten zijn: het valt niet te loochenen, dat zij voor de maatschappij minder nuttig zijn dan de eerste categorie. Zij kunnen wel dragen, maar niet heffen. Die dit wel kunnen, vormen een derde groep, die mij de edelste van houding lijkt.

6. Ook voor hun gevoel is ieder kwartier, aan het vervelende dagwerk besteed, vijftien minuten te veel. Maar zij hebben het inzicht, dat met dit gevoel tot een goede evenwichtigheid samengaat. Zij zien in de grauwe dagelijksheden des levens een tegenwicht, een tucht voor andere, schoner neigingen, wier stroom zonder deze tucht vermoedelijk buiten haar bedding zou treden, en aldus vervloeien en tenietgaan.

7. Deze levenshouding is weliswaar de moeilijkste. Maar wie haar zich eenmaal duurzaam heeft eigen gemaakt, zal voorzeker daardoor de grootste bevrediging in het leven vinden.

8. (Barragezin) Het bevreemdt je dat men - in verhalen over de Oudshoornse villa - zich het landhuis als een pied-à-terre herinnert en het meest stupide is wel dat - volgens allerlei ge-sms'te en geappte berichten - Bloem uit hoofde van bepaalde teksten een
rock-'n-rolllegende avant la lettre zou zijn.

 
 



zaterdag 19 november 2016

0991 Dictee zaterdag 19 nov 2016 (1): dictee Groot Soester Dictee 2016 √


Dictee - dictees [0991]

Groot Soester Dictee 2016

De woorden in vetjes waren voor de Specialisten, de cursieve voor de Liefhebbers. Woorden die vet en cursief zijn, waren voor beide categorieën.

Wartaal? (auteur: Bert Jansen)

1. De uitvinding van de boekdrukkunst, halfweg de vijftiende eeuw, betekende een omwenteling in kennisoverdracht. Tot die tijd schreven monniken-kopiisten achter hun lezenaren in onder andere cisterciënzerkloosters met hun ganzenveer op papyrus en later op perkament. Dat perkament was overigens dermate kostbaar, dat oude teksten die hun actualiteit hadden verloren, afgekrabd werden om opnieuw te worden gebruikt. Zo'n manuscript werd een ........... (palimpsest) [juist invullen leverde 3 bonuspunten op!] genoemd. Met uv-licht is de oorspronkelijke tekst nog vaak goed te ontcijferen. Zij verluchtten op minutieuze wijze hun manuscripten en kalligrafeerden de versaliën.

2. Toen nog bij kaarslicht; ledverlichting liet nog zo'n zes eeuwen op zich wachten. In menig scriptorium heerste een sfeer van competitie, die niet zelden ontaardde in een fittie. Zo kunnen we in de annalen lezen dat in 1337, vlak voor het uitbreken van de Honderdjarige Oorlog, twee kanunniken - beiden gekleed in een ripsen kamizool, een handgemeen kregen nadat de een de ander de aviaire influenza gewenst had, de klassieke vogelgriep dus. De querulant probeerde zijn gedrag later nog te vergoelijken door te zeggen dat hij er als gillesdelatourettelijder niets aan kon doen, maar de pauvres sires keurden elkaar sinds dat incident geen blik meer waardig.

3. De eerste gedrukte boeken, de zogenaamde incunabelen of wiegendrukken, waren bijbels die in marokijnleer werden gebonden. Aanvankelijk werd iedere pagina van een boek uitgesneden in een houtblok; de grote verbetering kwam toen men losse letters in lood ging gieten met behulp van matrijzen, dus niet van patrijzen, zoals ik onlangs las. Lange tijd vormde de Heilige Schrift het leeuwendeel van het drukkersbedrijf, maar in de renaissance verschijnen de eerste kookboeken. Die waren niet bestemd voor Jan Rap en zijn maat. Zogezegd dus niet voor het janhagel oftewel Krethi en Plethi. Alleen adellijke dames, zoals douairières, en wika's [ie] avant la lettre, hadden zich aan het analfabetisme weten te ontrukken. Bovendien waren zij de enigen die zich de dure ingrediënten konden veroorloven. [wicca's?] [ih]

4. Aan het eind van de Hollandse Gouden Eeuw werden specerijen zoals pilipili, tijm en kemirinoot door het (de) VOC uit het Verre Oosten gehaald. Overvloedige banketten waren een beproefd middel om rijkdom en macht te etaleren. Men zat bij voorkeur in vol ornaat aan tafel en deed zich tegoed aan ragouts en pasteien. Witbrood was alleen voor de rijken, de armen moesten zich tevredenstellen met roggebrood. Koeken van boekweitbrij en gortepap met stroop erdoorheen geroerd waren nog het meest populair. En, zoals iedereen natuurlijk weet, pemmikan, het tot koeken geperste mengsel van gedroogd vlees, vet en vruchten.

5. Vlees was in die tijd een luxeproduct; het volk at diverse groenten uit de warmoezerijen, die hun naam dankten aan het feit dat warme moes (warmoes) gekookt werd. Mirabile dictu verscheen rabarber pas in de achttiende eeuw op tafel als confituur of compote; daarvóór wendde men deze groente als geneesmiddel aan. De wortels zouden naar verluidt fytronutriënten en antioxidanten bevatten die het lichaam zuiveren. Rabarber werd ook gebruikt als purgeermiddel: het zou de defecatie bevorderen.

6. Biografische documenten en de genrestukken van de Hollandse  en Vlaamse meesters geven ons een aardig inkijkje in het dagelijks leven van die tijd. De bewoners van de Lage Landen waren echte smulpapen, ware gourmets. Bij de maaltijd nuttigde men bij voorkeur bier; bier was volksdrank nummer een. De hogere standen dronken wijn. Bier werd door het canaille bij het ontbijt, noen- en avondmaal genuttigd. Mensen die tot welstand waren gekomen, lieten het bier links liggen. De uitdrukking 'wijn op bier geeft plezier, bier op wijn geeft venijn' vindt er zijn oorsprong. Water kwam zo uit de grachten en de rivieren, die tevens dienst deden als cloaca. Aan het drinken daarvan waren heuse gevaren verbonden. Een ziekte als amoebedysenterie, die gepaard gaat met diarree, was in die tijd schering en inslag. En natuurlijk scheurbuik, een ziekte die veroorzaakt wordt door een vitamine C-tekort. (Water uit de pomp werd overigens schertsend wel wijn van Jan Langarm genoemd.) Maar het meest gevreesd en invaliderend was wel syfilis, ook wel Franse ziekte genoemd, een ziekte die dikwijls gepaard gaat met ontsierend letsel in de vorm van condylomata. Maar u hebt gelijk, van verkeerd eten kun je van die aandoening geen last krijgen. Revenons à nos moutons [niet meer in VD] dus.

7. Chroniqueurs en schilders maten de hang naar genot breed uit. Van Jan Steen is de 'Oester etende vrouw' bekend. Dit weekdier zou niet alleen de appetijt verhogen, maar ook als afrodisiacum uitstekende diensten bewijzen; bivalven namen een prominente plaats in op de rijkversierde  tafels van de happy few teneinde de potentie te verhogen. De eenvoudige houten tafel zonder laweit, gaat steeds meer plaatsmaken voor de feestelijk gedekte tafel en men gaat hechten aan tafelmanieren: de vork doet zijn intrede en er wordt niet langer met de handen gekloven. Dankzij de Oostinjevaarders kwam porselein en biscuitaardewerk in zwang, aanvankelijk onverglaasd en melkwit van kleur, later ook antraciet en inkarnaat, een hoogrode kleur tussen kers- en rozerood. In de achttiende eeuw verscheen pas het wedgwood op tafel.

8. De welgestelden gingen ook meer vis eten, zoals kabeljauw, jakobsschelp en visfilet à la meunière. Dat leidde soms tot ciguatera, maar dat nam de goegemeente voor lief. Fish-and-chips en zee-ever waren toentertijd nog niet en vogue. Haring stond wél veelvuldig op het menu; de welbekende Willem Beukelszoon had honderdvijftig jaar eerder het haringkaken [ww. = haring kaken] uitgevonden, waarbij een deel van de ingewanden verwijderd wordt. Heden ten dage is koken populairder dan ooit. De kookrubrieken op teevee (tv) verheugen zich steevast in een grote belangstelling en op kookclubs komt men in groten getale af. Celebritykoks als Jamie Oliver en Nigella Lawson zijn niet weg te slaan van de treurbuis.

9. Overigens stond in het Groot Dictee der Nederlandse Taal in 1992 eten ook al in het brandpunt van de belangstelling, onder de titel 'Uit eten'; het a-priorisme dat eetgewoonten niet ten eeuwigen dage hetzelfde blijven, stond daarin centraal. Menige dicteeschrijver verslikte zich - in metaforische zin althans - in de toen geserveerde karbonaadjes, savooiekool en postelein, zoals men dat twee jaar eerder deed in het przewalskipaard en de kasuaris. Nu, 24 jaar nadien, zal het merendeel der dicteeschrijvers zijn hand niet meer omdraaien om woorden als prinsessenbonen en varkensfricandeau correct aan het papier toe te vertrouwen. Of dat ook geldt voor
amuse-gueules
als gerookte zalmmousse en shiitakes met
bacon-cheddarvulling
staat nog maar te bezien.


10. Nu streeft men ernaar de voeding zo veel mogelijk te variëren. Het nuttigen van nasiballen en frika(n)dellen [beide gelezen] als snacks is steeds meer uit den boze. Chef-koks en souschefs moeten er in ieder geval niks van hebben. En wie bevreemdt het nog dat er in een klein bistrootje een aardappel-courgettetortilla wordt geserveerd? Of een gazpacho met rode ui? Dineert men in prestigieuze etablissementen, dan verblikt of verbloost men natuurlijk niet van gerechten als gnocchi met gorgonzola en van een, met behulp van een bistouri gefileerd eendenfiletje. Het is nog maar de vraag of die vermaledijde dicteenomaden in orthografische zin problemen hebben met ras el hanout, dat mengsel van kardemom, kaneel en kruidnagel dat gebruikt wordt bij de bereiding van couscous of coq au vin. Of bestempelt u dit alles als coq-à-l'âne? Ach, laten we als afsluiting maar caffè macchiato nemen.
 
 




vrijdag 18 november 2016

0990 Dictee vrijdag 18 nov 2016 (1): dictee Vijfde Groot Leiderdorps Dictee 2016 √

Dictee - dictees [990]

Vijfde Groot Leiderdorps Dictee 2016

De onderstreepte woorden moesten worden ingevuld, de (5) rode woorden waren grammaticaal fout en moesten worden omcirkeld. Groen is goed!

Leiderdorp, epicurisch walhalla of snellehappenparadijs? (auteur: Tanneke Schoonheim)

1. Het hedendaagse koken is een makkie vergeleken bij vroeger. Onze keukens zijn voorzien met (van) state-of-the-artkookeilanden (ook: state of the art kookeilanden).

2. We maken gezonde courgette-boerenkoolsmoothies in onze hippe smoothieblenders en volkorenrijstgerechten in de stoomoven.

3. De standaard aardappel-groente-vleesmaaltijd van voorheen is vervangen door exotische wereldgerechten op basis van couscous of quinoa.

4. De supermarkt ligt vol met kant-en-klaarmaaltijden en anders zijn er wel maaltijdboxen met ingrediënten en bijbehorende recepten die ons stap voor stap naar verantwoorde creaties als fettuccine met warmgerookte makreel, cherrytomaten en paprika of gnocchi met pompoen, venkel en pecorino leidt (leiden).

5. Wie echter een avondje geen zin heeft om zelf te koken, heeft in Leiderdorp volop keuze.

6. Een fastfoodmenuutje, een patatje oorlog van de snackbar of een babi pangang van de chinees zijn snel besteld en worden ter plaatse genuttigd of meegenomen naar huis, of je laat de pizzakoerier de telefonisch bestelde maaltijd bezorgen.

7. Uit eten gaan in een restaurant hoeft niet duur te zijn, want dankzij de restaurantactie van een landelijke grootgrutter is het tweede driegangenmenu (ook: 3 gangenmenu) vaak gratis.

8. Net over de grens van, maar met een verleden in, Leiderdorp ligt nog een pannenkoekenrestaurant, die (dat) behalve spek- en gewone pannenkoeken ook varianten met shoarma, goulash en vis serveert.

9. In restaurants die in een wat exquiser segment behoren (die tot een ... behoren – of: die in een ... liggen), verwerken chef-koks steeds vaker zelfgekweekte producten of biologisch-dynamisch geteelde gewassen in smakelijke streekgerechten.

10. Zij presenteren appetijtelijke voorgerechten, bij voorbeeld (bijvoorbeeld) overheerlijke bruschetta's met hummus en auberginetapenade of carpaccio van runderentrecote met spekjes en Parmezaanse kaas, of buffelmozzarella met tomaat, balsamico-uitjes en pijnboompitjes.

11. Wat te denken van hoofdgerechten als tournedos met bloemkoolstamppotje en sjalotjesjus, of gegrilde zwaardvis met kerriesaus, roergebakken broccoli en sugarsnaps, of zalmfilet met een taartje van spinazie en ricotta en beurre blanc van tomaat en basilicum?

12. En tot besluit kun je je laten verwennen met een tarte tatin van ananas, mascarpone-ijs en vanillesabayon of een tompouce (ook: tompoes) van aardbei met banketbakkersroom en yoghurtijs.

13. Ja, op culinair gebied is er genoeg te beleven in Leiderdorp. En mocht het allemaal wat veel worden, dan eten we thuis toch gewoon een lekkere ham-kaastosti?
 




dinsdag 15 november 2016

0989 Dictee dinsdag 15 nov 2016 (2): dictee Oefendictee november 2016 (8) √

Dictee - dictees [0989]

Oefendictee november 2016 (8)

1. Na het drinken van taffia en ratafia gingen ze raffia kopen. Bij de mocromaffia steken ze vaak een saffiaantje (saffie) op. Ook de cybermaffia is maffia-achtig. Met epitafia (enk.: epitafium) of epitafen (enk.: epitaaf) worden grafschriften bedoeld

2. Doe maar gewoon, doe maar recht op en neer. Heb jij weleens seks in de missionarishouding (zie de Dikke Van Dale), een op-en-neertje of een recht-op-en-neertje, bedreven? Die strip staat bekend om zijn recht-op-en-neerkarakter. Een recht op-en-neer is trouwens een gewone (oude of jonge) klare. Een cilinderzuiger gaat recht op en neer.

 3. Hij schrijft altijd erg rechtop (steil), hij zit rechtop in bed, hij loopt en zit rechtop en hij kan zich op het gladde ijs moeilijk rechtop houden. Punkers dragen stekelhaar, rechtopstaand haar (hanenkam, mohawk). Door de boze droom schoot hij rechtop. Voordat je een paal de grond in slaat, moet je deze rechtop zetten. Een aardse kijker geeft een rechtopstaand beeld. Het achterlijf is het achterste deel van het lichaam van niet-rechtop gaande dieren. Een antefix is een rechtopstaande siertegel. Een bilboquet is een soort van duikelaartje. Een cromlech is een laatneolithische steencirkel, bestaande uit grote rechtopstaande stenen, die om een nog grotere steen geplaatst zijn. De homo erectus is de rechtop gaande mens. Wat is de structuur van een ithyfallisch vers? Een keeshond heeft rechtopstaande oren. Een loutrofoor heeft rechtopstaande oren. Een orthostaat is een rechtopstaande stenen plaat. Een pinguïn is een rechtop gaande watervogel. De pithecanthropus erectus (letterlijk: de rechtop lopende mens) wordt ook javamens genoemd. Een plusteken is een rechtopstaand kruisje. Uit eerbied en bewondering gingen we rechtstaan na de uitvoering van de passion (passie). Een ezel heeft steiloren: rechtopstaande oren (een wolf ook!. Water trappen doe je rechtop in het water. Een zeepaardje (!) zwemt rechtop. Een zoutzak zit niet rechtop.

4. Ziehier een rijke oogst aan '*quis*': (het communautair) acquis [k, niet: kw], acquisitie [kw], een aliquis in omnibus, nullus in singulis (iemand die een beetje thuis is in alles, maar niets geheel beheerst – een manager weet steeds meer van steeds minder tot hij niets van alles weet; een expert weet steeds meer van steeds minder toe hij alles van niets weet, antiquiseren (antiek doen lijken), cadavre exquis [k] (een collectieve tekst), ceux qui savent (zij die (het) weten), conquistador (Spaanse veroveraar van Amerika in de 16e eeuw), croquis [k] (schets), exquis [k] (exquise, meer exquis, meest exquis – GB ook: exquiser, exquist – exquisiet = uitgelezen, voortreffelijk), franquist en franquisme (politieke beweging Spanje), fresquist (frescoschilder), grootinquisiteur (voorzitter), haud passibus aequis [kw] (van navolgers: ver achterblijvend bij hun voorbeeld), le goût de la perfection qui stérilise (het onvruchtbaar makende verlangen naar volmaaktheid), maquisard en maquis(e), perquisitie (o.a. huiszoeking), qui s'excuse, s'accuse (wie zich verontschuldigt, bekent daardoor juist dat hij schuldig is), quisling (collaborateur), cuisse [kwies] (culinair: gedeelte van een (gebraden) kip), reconquista (Iberisch Schiereiland, Moren), requisitoir (eis OM), sum qui sum (Ik ben die Ik ben, Exodus 3:14), ubiquist (voelt zich overal thuis), ultraquist (calixtijn) en ventriloquist (buikspreker).

5. Ten slotte nog wat hits op '*quic*': aquicultuur, donquichotterie, omne animal post coitum triste, praeter gallum qui cantat (na de coïtus is elk dier terneergeslagen, behalve de haan, die kraait), quiche (lorraine), quick-and-dirty, quick ratio, quicksteppen, quicunque vult (ieder die wil) en paddenstoelen- en tonijnquiche.

6. Dan nog '*quia*': credo quia absurdum (ik geloof het omdat het absurd is), reliquiarium (reliekschrijn of -houder)en colloquia docta (mv. van colloquium doctum).

 
 

0988 Dictee dinsdag 15 nov 2016 (1): dictee Tweede Enkhuizer Dictee 2016 √

Dictee - dictees [0988]

Het Tweede Enkhuizer Dictee (2016)

(geen titel, auteur: Gerard Wortel)

1. Het hedendaagse serene en idyllische karakter van de Drommedaris [eigennaam!] (voorheen de Ketenpoort), waar cultuursnuivers, vergader- en feestbeesten, curieuzeneuzen, eendagstoeristen en Joost mag weten wie hun verstrooiing botvieren, contrasteert alleszins met de historische context van deze citadel.

2. Zo wordt de toenmalige geschutskelder vanwaaruit [GB, VD, Taaladvies dat los ook kan lijkt achterhaald] naderende flottieljes met molesterende gauwdieven naar de filistijnen werden geschoten en als zodanig buitengebruikstelling geplaatst [buiten gebruik werden gesteld] , nu aangewend voor allerhande jolijt, zoals cabaretvoorstellingen, variététheater, optredens van singer-songwriters en breugeliaanse gelagen, die ongebreideld plaats kunnen vinden al naargelang de APV het toelaat.

3. De eerste etage, die dienstdoet als grand café waar bijwijlen slovende, nietsontziende linguïsten zich buigen over woorden als 'jijen' en 'jouen', was oorspronkelijk een cachot voor gannefen, Maleiers, terdoodveroordeelden, het janhagel en ander louche volk die in een klanttevredenheidsonderzoek hun domicilie hoogstwaarschijnlijk niet als een luilekkerland zouden kwalificeren.

4. Als na-ijleffect van het cataclysme van de Tachtigjarige Oorlog werd de vesting verhoogd met een ribgewelfde [= met ribgewelf?] etage die dienstdeed als bajes, buskruitopslag en accijnskantoor, totdat omstreeks negentienhonderdzestig de Drommedaris geconfisqueerd werd door een groep altruïstische studenten, die om hunnentwil het bolwerk atypisch transformeerden in een studentencentrum waar cultureel-maatschappelijke, bacchanale en culinaire soirees georganiseerd werden.

5. De augiasstal die deze studentikoze goochemerds aanvankelijk creëerden in de door hen buitgemaakte accommodatie sloeg godzijdank successievelijk om in een geordende bedoening, waardoor de Drommedaris is geüpgraded tot een prestigieus buurtcentrum met een ongeëvenaarde programmering, voornamelijk gerund door volontairs die zich er niet met een jantje-van-leiden van afmaken.

6. De kolossale vesting, die dienstdoet als epicentrum van de cultuur in Enkhuizen, moet zich in tweeduizend zestien nog steeds pantseren tegen de dreiging van buitenaf.

7. Nu ligt het gevaar echter bij de politiek met haar gewauwel over bezuinigingen, terwijl een remissie op het budget desastreus zou zijn en de Drom [verkorting van Drommedaris] subiet in armoede zou doen vervallen.

8. De partijen zijn gewaarschuwd: de alom geduchte kerkers zijn nog steeds intact.

 
 


zondag 13 november 2016

0987 Dictee zondag 13 nov 2016 (4): dictee Klein Gents Dictee 2016 √


Dictee - dictees [0987]

Klein Gents Dictee 2016

Tweeduizend zestien, annus horribilis [rampjaar]? (auteur: Peter Catrie)

1. Anno Domini 2016 was een jaar met veel ups-and-downs [voorgelezen met duidelijk Engelse uitspraak] waarin de wereld een stuk minder caleidoscopisch werd. Zo ontvielen ons creatieve genieën van felgesmaakte muziek: Zijne Purperen Hoogheid [= Prince] zal geen segno meer neerpennen in partituren en Bowie zal niet meer out of the box denken, laat staan alter ego's met idiosyncrasieën verzinnen. Gefundenes Fressen uiteraard voor goedgeïnformeerde muziekjournalisten en de taikoens [= titel van een shogun, moet hier tycoons zijn] van de platenfirma's.

2. Toen ik het nieuws vernam, voelde ik mij een ongelovige thomas die net een onzinzin hoorde. Een vroege [cijfers] 1 aprilgrap? Op Facebook en WhatsApp regende het unisono geblèr en emoji's van getroebleerde fans. Vrees niet, ik ga er hier noch trocheeën noch een shakespearesonnet aan wijden, hoewel het voor sommigen wel een echt Shakespearedrama was. Hun muziek was dan ook je van het waarmee ze toentertijd mensenlevens verblijdden [NB 'verblijden' kan ook: ww. verblijen] als waren het Godsgezanten.

3. Het wordt nu in elk geval queueën aan gene zijde waar ze andere rocksterren djoinen [GB]. Louter coïncidentie? Nee, de
sturm-und-drang van de babyboomgeneratie is allang voorbij en velen worden oud. Zelfs de grondlegger van het zogenaamde
paradise-by-the-dashboardlight werd dit jaar bijna door Magere Hein kaltgesteld [GB - vernederlandst, maar VD: kaltgestellt - heeft andere uitspraak!], waarna hij terugkwam alsof hij nooit weggeweest was.


4. Niet alleen muziekliefhebbers zijn er dit jaar bekaaid van afgekomen [in VD geen van, maar in GB expliciet: er bekaaid van afkomen!] maar ook voetballiefhebbers. Je moest bijna tv'loos zijn of in een Eskimohut wonen om te ontsnappen aan de deconfiture van de [Rode] Duivels [VD] die kopje-onder gingen: onze nationale popiejopies verloren onder andere [mv., beter: onder anderen - Taaladvies, groep met duidelijk mv.] van de Azzurri [Italiaans voetbalelftal, niet in wdb.] van wie de verdediging volledig uit gereputeerde linkmiegels [ook: linkmichels; uitspraak geheel hetzelfde!] van De Oude Dame [Juventus, 'de' lijkt ook te kunnen; niet in wdb.] bestond. Niet gehinderd door enig tactisch gogme [bij voetbal het gogme, elders: de chochme!] hing onze ploeg als los zand aan elkaar waarin geen enkel patroon gegaufreerd [wafelmotief aanbrengen] kon worden aldus de cocommentator van dienst.

5. Tussendoor verloren we bijna het accent circonflexe, gelukkig zitten we nog gebeiteld met het skûtsjesilen.

6. En nu, in deze tijd van het jaar, kan ik door het koude weer mijn beanie [nauwsluitende – aaneen! – muts] en kaffiya [arafatsjaal] al uit de kast halen: de periode van Duitse dirndls in oktober en allerheiligendag [= in november!]  is dan ook voorbij. Zelfs
onnozele-kinderendag is in aantocht.


7. Weinig reden dus in 2016 om bourrees te dansen bij vollemaan [GB ook: volle maan]. Gelukkig leerde ik dit jaar wel nog enkele
wist-je-datjes voor spellingtesten kennen: eten we vanavond gnocchi of yuca [= maniok, yucca = sierplant]?


8. Kortom, voor we de kroniek van 2016 lumbecken, mogen enkele gebeurtenissen getipp-ext worden. En zo niet, een ex libris voor Beëlzebub erin dan maar!
 
 



0986 Dictee zondag 13 nov 2016 (3): dictee Oefendictee november 2016 (7) √

Dictee - dictees [0986]

Oefendictee november 2016 (7)

1. Is 'ontslapen' een eufemisme voor 'sterven', 'zeik- of kloteweer' is een dysfemisme voor 'slecht weer'. Waarin verschillen reserva en crianza? Op de keper beschouw is die keeper zo slecht nog niet.

2. Met '*serv*' (een selectie): ars artium omnium conservatrix (de kunst die alle andere bewaart, t.w. de boekdrukkunst), arte conservatus (formeel: door kunst behouden, bewaard), at your service (Pim Fortuyn), cavaliere servente (gedienstige ridder, vaste begeleider en minnaar van een gehuwde vrouw), client-serversysteem, coitus reservatus (carezza), coming backservice, [cijfers] 24/7-service, fullservicebureau, Pop-server, proxyserver (firewall), SERV
(Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, ad­vies­or­gaan), foto- en video-observatie, serve-volley, serviette (NL mét 'tuh'), servitus personae (persoonlijke dienstbaarheid), maan- en Marsobservatorium, Servo-Kroatisch spreken, (imitatorum) servum pecus (de slaafse kudde na-apers; die doen aan na-aperij), contraobservatie en
stand-byservice.


3. Met '*serf*' (een selectie): pantserfort en -fregat, een Serf en
laisser-faire.


4. Met '*kote*' (een selectie): (ben je) bekotebikkerd?, een kalfskotelet, een côtelette suisse en een ribkotelet.

5. Hij zou zijn ei niet kwijt kunnen, maar is ongelukkigerwijze ook nog een ei kwijtgeraakt.

6. Zij heeft haar maagdommetje versnoept en hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft. Zou hij overigens een oortje in hebben, er de pee (p) inhebben en ook nog spraakwater inhebben? De kanarie heeft al het kanariesnoepzaad opgesnoept. Klein Mariaatje kreeg een poepsnoepje en ze kreeg – asjemenou – ook nog een echt snoepie toe. Weet je dat er voor de islamitische snoeperij zelfs halalsnoep is? Ik kreeg het uitgebreide inkopenlijstje van Sint-Nicolaas onder ogen: babbelaars, babelutten (karamelachtige snoepjes), boerentenen, borstplaatjes, candy(bar), uitgebreide confiserie, cuberdon (een neus), medicinale drop, fruitella's, gomballen, griottes (hoestbonbons), guimauves (in de vorm van een madonna), halloweensnoep(!), heksenhaar, (van de) kapittelstok (likken), (als een kind in de) snoepwinkel, lekkers, lekkertje, likkepot, mietnasser (pooier, meesnoeper), nasjen (lekker eten), okkie (iets met geroosterde rauwe groene erwten), piñata's (écht uit Spanje!), rotsje, salmiakpoeder, smikkelen, smok, snuisteren, snaaien, snack- of snoepgroente, sneukelen en sneuken, (die deerne is een) snoei, (in WO II de) snoepkaart, snoepsaté (spek op een satéstokje), spekkies, spinnenkop, stoetboom, strooiavond, toffee (kokinje, karamelbrok), toverballen, tumtums (tumtummetjes), wijnballen, winegums en frambozen- en mintzuurtjes.

7. Uitrustend van de malagueña kreeg ik van een paar verdwaalde mammelukken wat ariary's om een makartboeket te kopen. Zij spraken Malagasi, Malayalam noch Mandarijnenchinees en dan kom je in de Malagassische contreien niet ver. Altijd met taal bezig, heb ik ook maar even alles met '*maison*' gecheckt: het maison de passe, de
rendez-vous en de société zijn alle (eufemistisch) bordelen, het maison de plaisance is een lustslot, een buitenhuis en het maison de santé is (eufemistisch) een particulier ziekenhuis, met name voor geesteszieken; ook mode huizen en -zaken worden wel met 'maison' aangeduid. Een maisonnette is een appartement met eigen toegang, waarbij woon- en slaapverdieping boven elkaar liggen. Een petite maison is (eufemistisch, antoniem: dysfemistisch) de woning voor een maîtresse en een spécialité de la maison is een product, m.n. een gerecht of een drank, dat in het bedoelde huis bijzonder goed bereid wordt.


8. De maréchale (maarschalkse) vierde Vastenavond (mardi gras) altijd in haar uppie en niet met haar leescluppie.